Klokkenluiders verdienen betere bescherming dan wetsvoorstel dat nu op tafel ligt
Veel fraude en andere misstanden wordt door klokkenluiders aangekaart. Meer dan 75 procent krijgt te maken met represailles. Hun bescherming moet beter geregeld, menen Lousewies van der Laan, Renske Leijten en Pieter Omtzigt.
Regelmatig komt naar buiten hoe het klokkenluiders vergaat, denk aan wijlen Frits Veerman, één van ’s lands eerste klokkenluiders, na het melden van een verdenking van atoomspionage. In de jaren zeventig werd genegeerd, verloor zijn baan, kreeg regelmatig de toenmalige AIVD op bezoek en werd zelfs wederrechtelijk vastgehouden voor verhoor. Was er naar Veerman geluisterd, dan was voorkomen dat Pakistan, Iran en andere landen kernwapens konden ontwikkelen.
Dat dit niet iets uit het verleden is, werd duidelijk toen klokkenluider Fidelia Onoghaife werd ontslagen door de Nederlandse ambassade in Nigeria. Zij kaartte aan dat de toenmalige Nederlandse ambassadeur nauwe banden onderhield met Shell en onder meer geheime informatie doorspeelde over een lopend corruptieonderzoek. Ze moest bij de Haagse rechtbank haar gelijk halen, maar was haar baan wel kwijt.
In 2016, na tien jaar strijd, is in Nederland het Huis voor Klokkenluiders opgericht. Dit heeft tot doel de melders van misstanden te beschermen en misstanden te onderzoeken. Helaas kan het Huis op dit moment niet de gewenste bescherming bieden aan klokkenluiders, onder andere door een slechte implementatie van de wet door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Een van de weinige zaken die het Huis onderzocht – die van de bejegening van Frits Veerman – is nog niet afgerond: vele vragen, onder andere over de rol van de BVD, de voorloper van de AIVD, zijn nog onbeantwoord.
Nu is er een nieuwe kans om de bescherming van klokkenluiders eindelijk te regelen. In 2019 is de EU-klokkenluidersrichtlijn vastgesteld, en het omzetten van die richtlijn ligt nu voor in een wetsvoorstel. De richtlijn zit goed in elkaar en zorgt voor een betere bescherming van melders, onder andere door omkering van de bewijslast, en geeft ook rechtszekerheid aan de organisaties of bedrijven waar melders werken.
Helaas kiest het kabinet ervoor de EU-richtlijn op minimale en onnodig complexe wijze in een wet vast te leggen. Zo stelt de minister van Binnenlandse Zaken voor om naast de al bestaande beperkende definitie van een misstand, een definitie van een inbreuk op het Unierecht te introduceren. Voor het extern melden van informatie over een inbreuk op het Unierecht wordt een gescheiden meldsysteem in het leven geroepen.
Volgt u het nog? Wij ook niet. En hoe moet een klokkenluider weten of de misstand een inbreuk is op Europees recht, of niet? Bovendien kan een situatie zowel een misstand als een inbreuk op Unierecht zijn? De keuze voor verschillende definities creëert rechtsonzekerheid voor de klokkenluider, maar zorgt ook voor onduidelijkheid en een lastenverzwaring voor de werkgever en de autoriteiten waar extern kan worden gemeld.
Daar waar de richtlijn pleit dat ‘alle informatie over meldingen transparant, eenvoudig te begrijpen en betrouwbaar moet zijn, teneinde een melding te bevorderen en niet te ontmoedigen’, kiest het demissionaire kabinet ervoor belangrijke bepalingen niet of maar ten dele over te nemen, waardoor hier geenszins aan voldaan wordt.
Wij vrezen dat klokkenluiders zich door deze nieuwe wet in Nederland niet beter beschermd zullen voelen en er dus nog minder zaken aan het licht zullen komen. Klokkenluiders en werkgevers verdienen een betere wet. Ook de samenleving verdient dat.
Het demissionaire kabinet wijst op de ‘tijdsdruk’ om de nieuwe klokkenluiderswet zo snel mogelijk door de Kamer te laten goedkeuren. Toch moet de Tweede Kamer daarvoor niet zwichten, want kwaliteit moet vóór snelheid gaan. Als de regering echt geïnteresseerd zou zijn in het oplossen van misstanden, dan zou zij zelf een betere wet maken. Het zou goed zijn als de wet terug zou gaan naar de tekentafel en met een andere visie wordt vormgegeven: niet moeilijker maken, maar makkelijker en toegankelijker. Niet juridisch complex maken, maar meer bescherming en rechtszekerheid bieden.
Het demissionaire kabinet mist een enorme kans om de bescherming van klokkenluiders te verbeteren en misstanden te voorkomen en aan te pakken. Gezien het huidige politieke klimaat en het verlangen naar betere bescherming van burgers is dat meer dan ongewenst. Er ligt een stevige opdracht aan de Tweede Kamer om als medewetgever de zaak vlot te trekken.
Lousewies van der Laan is directeur van Transparency International Nederland, Renske Leijten is Tweede Kamerlid voor de SP en Pieter Omtzigt, Kamerlid en rapporteur klokkenluiders bij de Raad van Europa.