Kees Fens

Op mijn zestiende nam ik een abonnement op de Volkskrant. Ik was het zat om de oude kranten van de buren te lezen die ze elk weekend op de gang neerlegden waarna ik de hele stapel van een week er in een zondagochtend doorheen las.

Abdelkader Benali

Via de krant kwam ik in contact met de wereld, sterker nog: door het lezen van de krant, werd ik zelf onderdeel van die wereld. Wie een krant las, nam zichzelf eindelijk serieus.

Een jaar later kreeg ik een vriendin in Den Haag en pendelde doordeweeks naar Den Haag Centraal en in de nacht weer terug zodat ik, tot geruststelling van mijn moeder, thuis wakker werd. Ze wist niet beter of haar zoon was altijd die rustige slaper geweest. Mijn slaapgebrek overdag weet ze aan nachtmerries die mij teisterden. Het was vooral de seksuele experimenteerlust die me teisterde maar daar had ik het er met haar niet over.

Bij thuiskomst, zo ’s ochtends vroeg, trof ik de krant aan. Ik bladerde er wat doorheen en op weg naar het leerinstituut dat het toentertijd met mij probeerde, las ik de krant voor de tweede keer. Het is in deze periode dat ik voor het eerst kennismaakte met de unieke diersoort van de schrijvende lezer.

De schrijvende lezer sterft langzaam uit, de lezer trouwens ook om over schrijvers maar te zwijgen. Kees Fens was zijn naam – de naam van een rechtsback van het tweede team van Zwarte Schapen. Zijn maandagstukken op pagina 2 waren een gedegen, uitgebreide lezing over een gerenommeerde schrijver, denker. Biografieen hadden zijn voorkeur. Engelse poezie lezen kon hij ook.

Het moet daar zijn dat ik besef kreeg van wat tijd doet met ons: het zet ons op afstand tot onze erflaters zodat we naar een andere soort intimiteit moeten streven om er weer mee in contact te komen. Kees Fens kon dat. Kerkgeschiedenis. Heiligenlevens. Shelley. Dat soort meestal wat dorre onderwerpen die tegenwoordig en toen ook al net zoveel maatschappelijke relevantie hebben als een dominee in de Sahara, kregen met zijn pen iets fascinerends. Door erover te schrijven werd je er onderdeel van, door er onderdeel van te zijn kon je erover schrijven.

Kees Fens deed dit elke week op die pagina en elke week las ik hem, ik keek uit naar met welke onbekende grootheid hij me nu weer zou verrassen. Bij Kees Fens kreeg ik het gevoel dat de Republiek der Letteren, dus met al zijn dichters en briljante dissidenten, iets mysterieus en tegelijkertijd onverklaarbaar concreet is. Daarmee opgescheept zitten is geen straf. Daarover mogen schrijven is bijzonder.

Die schrijvers, hun poezie, dat zijn wij of beter gezegd, dat ben jij. Ik, die daar in lijn 5 zat op weg naar huis. Die vriendin van toen is allang niet meer, zijn stukken heb ik altijd gelezen. Ik betreur zijn verdwijnen uit deze krant.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden