OpinieGratis kinderopvang
Kansrijke kind floreert minder in gratis opvang
D66 wil gratis kinderopvang inzetten tegen de kansenongelijkheid. Daar zit een schaduwzijde aan, betoogt Marilse Eerkens.
Het voorstel van D66 om gratis kinderopvang in te zetten in de strijd tegen de toenemende kansenongelijkheid is begrijpelijk: het kán bijdragen aan een goede ontwikkeling. Toch is er ook een schaduwzijde. Canadese onderzoekers ontdekten dat kinderen die sinds 2000 gebruik maakten van de (bijna) gratis kinderopvang in de provincie Quebec, vaker kampen met angst, agressie en hyperactiviteit en vaker in aanraking komen met justitie.
Vier dagen per week gratis kinderopvang voor alle kinderen vanaf nul jaar hoort bij een ambitieus onderwijsplan van Rob Jetten en Paul van Meenen. Ze willen ernaast latere selectie voor het voortgezet onderwijs, gratis naschoolse opvang inclusief kunstonderwijs en sport en de mogelijkheid op meerdere niveaus eindexamen te doen: maatregelen die kunnen voorkomen dat intelligentie wordt verward met het voorrecht op te groeien in een kansrijke omgeving.
Terugbetaald
Op basis van het in de jaren zestig begonnen Perry Preschool- en het later ontwikkelde ABcedarian-project berekende Nobelprijswinnend econoom James Heckman dat iedere dollar die je investeert in superieuere kinderopvang (0 tot 4 jaar), zich tot wel acht keer terugbetaalt. Nog steeds hebben de kinderen van deze peuterprojecten gemiddeld hogere inkomens dan de kinderen die in dezelfde wijk opgroeiden zónder opvang. Daarbij zijn ze emotioneel gezonder (minder depressie en verslaving), maken minder gebruik van uitkeringen en komen minder vaak in aanraking met justitie.
Toch moet je drie keer nadenken voor je gratis opvang introduceert voor álle kinderen. Recent Canadees onderzoek, gepubliceerd in de American Economic Journal (2019), laat zien dat gratis fulltimekinderopvang vanaf nul ook minder gunstig kan uitpakken. Twee onderzoeken leren dat de (bijna) gratis kinderopvang die nu ruim twintig jaar in de Canadese provincie Quebec bestaat en flink wordt benut (door 60 procent van de ouders) op de eerste plaats maar amper bijdraagt aan het verbeteren van de schoolprestaties. De Pisa-scores op rekenen, gemeten bij 15 jaar, gingen een fractie omhoog, het leesniveau bleef gelijk.
Ook ontdekten ze dat deze kinderen later – tussen 5 en 9 jaar – vaker kampen met angst, agressie en hyperactiviteit (vooral jongens) vergeleken met Canadese kinderen die niet gebruik maakten van de gratis kinderopvang. Oudere kinderen (tussen 12 en 20) kwamen voorts vaker in aanraking met justitie en schatten hun gezondheid en welzijn gemiddeld slechter in dan kinderen uit de controlegroep.
Grote verschillen
Hoe zijn zulke grote verschillen in Canada en Amerika mogelijk? De onderzoekers suggereren dat de Canadese kinderopvang naar internationale maatstaven weliswaar voldoende scoort, maar om kinderen écht vooruit te helpen, is misschien de extreem hoge kwaliteit van de Perry Preschool- en ABcedarian-projecten nodig. Daarnaast zou de achtergrond van de kinderen bepalend zijn voor het kinderopvangeffect. Onderzoek van Michael Kottelenberg en Steven Lehrer toont dat vooral de kinderen uit kansrijkere gezinnen negatief werden beïnvloed door de kinderopvang in Quebec. Kinderen uit kansarme eenoudergezinnen profiteerden vaker wél van gratis kinderopvang. De laatste groep zou er net als de kinderen in de succesvolle Amerikaanse projecten qua leefomgeving op vooruitgaan in de kinderopvang: er is minder stress en meer gerichte aandacht en zorg. De kansrijke groep kon in de opvang juist minder profiteren van de één op één aandacht van hun betrokken en goed opgeleide ouders.
Ook Noors onderzoek wijst erop dat vooral kansarme kinderen na de gratis Noorse kinderopvang erop vooruitgingen in inkomen. Kinderen uit welvarender gezinnen gingen er juist op achteruit.
Ik zou D66 willen oproepen dus goed na te denken, alvorens een bak geld te investeren in vier dagen gratis kinderopvang. Dat geld kun je misschien beter storten in gratis excellente kinderopvang à la Perry Preschool voor de groep kinderen die er wél van profiteert. Hoe onsympathiek ik het segregeren van kinderen op heel jonge leeftijd ook vind.
Marilse Eerkens is journalist, psycholoog en auteur van het boek Wat doen we met de baby? Over hechting, hersens en kinderopvang