Columnheleen mees

Kaag zou een voorbeeld moeten nemen aan Angela Merkel

null Beeld
Heleen Mees

Toen Angela Merkel in 2005 aantrad als bondskanselier van Duitsland, roemde het Britse tijdschrift The Economist de ‘vrouwelijke bescheidenheid’ die Merkel had getoond tijdens een bijeenkomst van de regeringsleiders van de EU. In een interview met NRC Handelsblad afgelopen zaterdag over Angela Merkel zei Rutte dat de bescheidenheid van Merkel strategisch was. Volgens Rutte voelt Merkel als geen ander aan dat Duitsland in EU-verband altijd moet doen alsof het Zwitserland is. Als Merkel zich te groot maakt, ergert de rest zich.

Binnen haar eigen partij heeft Merkel als een meedogenloze machtspoliticus geopereerd. Toen in 1999 bekend werd dat de CDU onder Helmut Kohl voor miljoenen D-marken aan giften had aangenomen zonder die te rapporteren, was niemand in de CDU bereid de confrontatie aan te gaan – met uitzondering van Angela Merkel. In een open brief aan Helmut Kohl, die de Frankfurter Allgemeine Zeitung op de voorpagina afdrukte, hekelde Merkel haar vroegere mentor en riep hem op om af te treden. Het was een verbluffende daad van politieke vadermoord die voor Merkel de weg vrijmaakte naar de top van de Duitse politiek.

Sigrid Kaags aankondiging in juni vorig jaar dat zij lijsttrekker voor D66 wilde worden, kenmerkte zich allerminst door bescheidenheid. In het praatprogramma Jinek zei Kaag: ‘Ik wil D66-lijsttrekker én premier worden’. Het roept herinneringen op aan Wim Kok die in 1994 als minister van Financiën en lijsttrekker van de door de WAO-crisis in de peilingen gedecimeerde PvdA zei dat hij een marathonloper was en voor goud ging. Hoewel zijn partij bij de verkiezingen twaalf zetels verloor, werd Kok inderdaad premier van het land. Een rol die hij tot 2002 zou vervullen.

Als leider van een kleinere partij kan Kaag zich geen bescheidenheid veroorloven. Tijdens een bijeenkomst in maart 2020 in het filmhuis in Den Haag over vrouwen in de politiek zei Kaag: ‘Vrouwen moeten uitstralen dat ze heel wat te bieden hebben.’ Daarin past ook de harde aanval van Kaag op Mark Rutte in de HJ Schoo-lezing. Ze positioneert zich als Ruttes uitdager en als de leider met de hogere morele normen. Kaags aftreden vorige week na de motie van afkeuring over de chaotische evacuatie uit Afghanistan diende om dat laatste te onderstrepen. De voorpagina van NRC Handelsblad kopte de volgende dag dat Kaag ‘moreel herrezen’ was.

Het probleem is dat Kaag bij de eerste proeve van bekwaamheid door de mand is gevallen. Kaag is verantwoordelijk voor het ambassadepersoneel en de gruwelijke keus die ambassadeur Wijgers kreeg voorgelegd. Wellicht wilde Kaag van meet af aan alle zestig inwonende familieleden naar Nederland halen in plaats van slechts drie, en kreeg ze het kabinet niet mee. Maar dan had ze op dat moment haar aftreden moeten aankondigen.

De vraag is welke positie Kaag ambieert in een volgend kabinet als er geen tussentijdse verkiezingen komen en ervan uitgaande dat ze niet in de Tweede Kamer blijft zitten. Een terugkeer op Buitenlandse Zaken zou haar aftreden reduceren tot een loos gebaar. Bovendien, de crisis in de eurozone en de coronapandemie hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat het grootste deel van het buitenlandbeleid op het ministerie van Financiën wordt bepaald.

Iemand die het premierschap ambieert kan het zich ook niet veroorloven geen affiniteit te hebben met financieel-economische vraagstukken. In de HJ Schoo-lezing noemde Kaag als de grote uitdagingen van deze tijd het milieu, de sociaal-economische ongelijkheid en de Europese integratie. In diezelfde lezing zei Kaag dat het leiderschap vergt om die visie te verwezenlijken. Als minister van Financiën en vicepremier zou Kaag de beste kansen hebben om op die terreinen resultaten te boeken.

Kaags moralisme is welkom omdat Rutte het op dat punt volstrekt laat afweten. Weliswaar zei Abraham Kuyper dat de staat geen zedelijke macht is, maar dat was in een tijd dat de kerk die rol nog vervulde. Er is nu geen dominee of pastoor om degenen die met een spandoek ‘Auschwitz open voor zwarten’ demonstreren tegen de komst van Afghaanse vluchtelingen tot de orde te roepen.

Het door Kaag beleden moralisme heeft wel een hoog ‘holier than thou’-gehalte. Kaag zou een voorbeeld moeten nemen aan Angela Merkel die met ‘Wir schaffen das’ een meer praktische invulling gaf aan moreel leiderschap.

Heleen Mees is econoom.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden