ColumnDanka Stuijver
Jonge medisch specialisten die niet aan de bak komen: verspilling van talent én belastinggeld
Een kwart van de artsen in opleiding denkt erover te stoppen met de opleiding, luidde de kop van een in december verschenen artikel in deze krant. De oorzaken voor deze overweging: de hoge werkdruk en het werkklimaat. Gesuggereerd werd om nog meer artsen op te leiden om zo de werkdruk te verlichten. Helaas gaat het artikel voorbij aan een andere belangrijke reden voor uitval van jonge dokters: gebrek aan perspectief. De arbeidsmarkt voor medisch specialisten staat namelijk sterk onder druk. Er is een overschot aan (orthopedisch) chirurgen, cardiologen, maag-darm-leverartsen, internisten en radiologen. Ook in andere vakgebieden, zoals keel-neus-oorheelkunde en gynaecologie, ontstaat een scheefgroei in vraag en aanbod.
Als vrouw van een medisch specialist in het laatste jaar van zijn opleiding ervaar ik de impact van deze situatie persoonlijk. Maar belangrijker: een overschot aan jonge specialisten is een maatschappelijk probleem. Het opleiden van één medisch specialist kost de Nederlandse belastingbetaler namelijk ruim acht ton. Dat is een investering in kundige artsen bij wie je, mocht je ziek worden, terecht kan voor de beste zorg. Jonge specialisten die niet aan de bak komen en noodgedwongen naar het buitenland vertrekken of zich laten omscholen is dus, naast verspilling van talent, je reinste kapitaalvernietiging.
Is er dan ook te weinig werk voor specialisten? Nee, kijk alleen al naar de wachtlijsten en de werkdruk. Het burn-out percentage is hoog. Er is echter geen plek om te werken. Of, er wordt geen plek gemaakt. Ondertussen worden er nog steeds teveel artsen opgeleid. Opleiden is nu eenmaal lucratief. Per arts in opleiding (aios) krijgt een ziekenhuis of maatschap een flink bedrag. Bovendien levert een aios, zeker een ouderejaars, ook nog geld op door productie te draaien.
Daarnaast geldt dat het creëren van een overschot aan specialisten een politieke keuze is, waarbij waarschuwingssignalen vanuit de beroepsgroep veelal worden genegeerd. Hoe meer specialisten, hoe goedkoper ze worden is de gedachte. Het averechtse effect is dat de schaarste vervolgens wordt gecreëerd door de beroepsgroep zelf. Door bijvoorbeeld een gepensioneerde collega niet te vervangen en de toko te draaien met een vaste kracht minder. Door het overschot kan de zittende garde er bovendien voor kiezen om steeds een tijdelijke kracht in te huren, een Chef de Clinique.
Dat klinkt duur, maar dat zijn ze niet. Een chef draagt de verantwoordelijkheden van een specialist, maar kost een stuk minder dan een vaste kracht. Na een jaar of twee worden ze weer ingeruild voor een nieuwer, dus goedkoper, exemplaar. En geen chef die het in zijn hoofd haalt hier stampij over te maken, want Nederland is klein en voor jou tien anderen.
Om specialist te worden spring je 15 jaar lang door hoepels. Werk je 10 a 11 uur per dag voor zo’n 15 euro netto per uur. Draag je grote (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheden. Draai je avond- en nachtdiensten. Moet je je conformeren, maar ook profileren. Tegen de tijd dat je klaar bent, ben je halverwege de 30 met vaak een jong gezin. Ondanks dat, ben je bereid om twee jaar lang naar de andere kant van het land te reizen voor een tijdelijke functie.
Wanneer je daarna met nog honderd andere collega’s solliciteert voor die ene vaste plek blijkt sprake van een, zoals chirurg Marijn Houwert het treffend noemt, prestatie-inflatie. Met andere woorden: een promotieonderzoek of voltooid fellowship blijkt even uitzonderlijk als een zwem- of veterstrikdiploma. Toch zoek je door want de druk is groot. Vind je in de eerste vijf jaar geen vaste plek, dan wordt het heel moeilijk.
Gelukkig lijkt de wal het schip te keren. Recent werd duidelijk dat er onvoldoende geld is om de opleidingsplekken voor medisch specialisten uit te breiden. Dit zal leiden tot een stabielere instroom. Maar daarmee is het huidige probleem niet opgelost. Stimuleer de uitstroom door specialisten die de AOW-leeftijd bereiken dringend te verzoeken plaats te maken, en stel een limiet aan het aantal en de arbeidstermijn van Chef de Clinique‘s per ziekenhuis.
Of het probleem wordt opgelost door alle medisch specialisten verplicht in loondienst te laten gaan is de vraag, maar wanneer de zittende garde niet bereid is een deel van hun werkuren en salarissen te delen met de door hun opgeleide jonge collega’s, zal het overschot aan jonge specialisten een politieke stok worden om mee te slaan. Het wordt dus kiezen of delen.