Column
Je mag de miljardairs gerust blijven haten, maar laat ze pionieren in de ruimte
De capriolen die een paar miljardairs deze zomer uithaalden op de grens van de ruimte, riepen zure reacties op. Hoe kunnen zij zo uitgelaten over elkaar heen buitelen in hun kortstondige staat van gewichtloosheid terwijl het ondermaanse als gevolg van de klimaatverandering wordt geteisterd door verterend vuur, verstikkende hitte en verwoestend water?
Ik snap de kritiek, iedereen haat belastingontwijkende en feestende miljardairs, maar tegelijkertijd is het te gemakkelijk. De klimaatschade van de ruimte-escapades van Richard Branson van Virgin Galactic en Jeff Bezos van Amazon valt wel mee, begreep ik van George van Hal van de Volkskrant. En plezier maken ondanks andermans problemen - we doen zelf niks anders.
Bij een linkse krant die ik niet bij naam zal noemen, hadden we bij gelegenheid rijk besprenkelde etentjes en nooit was er iemand die zich daarvan onthield vanwege het dagelijks door ons breed uitgesponnen wereldleed. Ook Obama, onze vrome voorganger in gewetenskwesties, had voor zijn verjaardag honderden sjieke gasten willen overvaren en
-vliegen naar zijn vakantie-eiland. Alsof er geen coronapandemie, klimaatprobleem, ongelijkheid en honger bestaan. Kennelijk kunnen we dingen van elkaar scheiden, net als die miljardairs. En dat is maar goed ook, anders heb je geen leven. Cognitieve dissonantie als onmisbaar attribuut in ons survival-kitje.
Ik moet ook meteen bekennen (full disclosure!) dat ik in 2014 een reportage heb geschreven over de commerciële ruimtevaartbasis in de Amerikaanse staat New Mexico waar vanaf Branson op 11 juli zijn korte vlucht naar de rand van de dampkring maakte. Dat verslag was - o jee - positief. Ik schreef over Branson en Bezos en over Elon Musk van Tesla.
Zij dromen van ruimtetoerisme maar ook van het verplaatsen van vuile industrie naar de ruimte en reizen naar Mars. Ze willen, schreef ik, van de mens een multi-planetair wezen maken met uitwijkmogelijkheden naar andere planeten als het op de aarde misloopt vanwege het klimaat, een virus, een asteroïde, een vulkaanuitbarsting, een kernoorlog. Een citaat: ‘Ze hebben geld (...) maar ook verbeeldingskracht en een brandend verlangen nooit eerder verkende gebieden te betreden. Ze zijn hemelbestormers, figuurlijk en letterlijk. De energie is dezelfde als die Silicon Valley tot de voorhoede van de technologische revolutie heeft gemaakt.’
De hemelbestormers denken groot, belachelijk groot. Het is vrij schieten voor sceptici. Maar wie nooit ergens aan begint, komt ook nergens. Niet de traditionele autofabrikanten maar Musk maakte met Tesla elektrisch rijden hip. Je kunt mensen ook niet beletten groot te denken. Ooit keken mensen naar de lucht en zeiden: wij willen kunnen vliegen. Nu kijken we naar de ruimte, zei een vrouw in New Mexico. Het zit diep in de menselijke natuur om vooruit te willen.
Zie de sport. Sneller, hoger, verder is het doel. Voetbal is zoveel intenser geworden, volleyballers slaan harder dan ooit. Sporthaters gruwelen ervan, maar die prestatiedrang haal je nooit uit de mens. Sifan Hassan besloot te gaan voor goud niet alleen op de 5.000 en 10.000 meter maar ook op de 1.500. Ik volg mijn hart, zei ze. Oftewel de menselijke natuur.
Ik heb dat liever dan het gesomber van een Zuid-Afrikaanse filosoof waarover ik las in een boekrecensie. Hij schrijft over de ‘tirannieke zinloosheid van het bestaan’ en vindt dat geboren worden een kwalijke zaak is. We hadden er beter niet kunnen zijn. Tsja. Het is koket intellectualisme, op niks af (nooit zegt zo iemand: alles is zo zinloos, ik schrijf niks meer). We schieten er geen steek mee op. Geef mij maar de Olympische drang van Hassan om het beste uit zichzelf en het leven te halen.
Fukuyama had daar met dank aan Hegel een woord voor: ‘megalothymia’, het verlangen naar erkenning door ergens in te excelleren. Het houdt politiek, economie, kunst, literatuur, wetenschap, sport vitaal en vernieuwend. Wel dreigt altijd het gevaar dat de scheppende kracht ontaardt in een destructieve kracht. Daarom moet de drang de beste te willen zijn soms worden beteugeld, moeten de miljardairs gedwongen worden belasting te betalen en hun personeel menswaardig te behandelen. Blijf ze verder gerust haten. Maar laat ze pionieren in de ruimte. Laat ze daar de gaten vullen die de met aardse taken overbelaste en overvraagde overheden laten vallen.
Arie Elshout is jounalist