COLUMNBert Wagendorp
Is Sigrid Kaag hard genoeg om onze eerste vrouwelijke premier te worden?
Sigrid Kaag maakte zondag bekend dat ze de nieuwe leider van D66 wil worden en tevens de eerste vrouwelijke premier van Nederland. Niet toevallig deed ze dat in Rotterdam, in hotel New York en op de site evajinek.nl: het was duidelijk welke speerpunten Kaag en haar campagneteam hebben gekozen om het mirakel van 17 maart 2021 te verwezenlijken: no-nonsens, internationale oriëntatie en vrouw. ‘Ik wil premier worden en ik ben inderdaad een vrouw’, zei Kaag ter bevestiging van een en ander tegen Eva Jinek.
Volgens de laatste Ipsos-peiling van eind mei stond de VVD op 44 zetels en was D66 met 10 zetels de zevende partij van Nederland. Dus Kaag moet flink aan de bak om in premierspositie uit de verkiezingen te komen.
Kaag had zich gedegen op het gesprek met Jinek voorbereid. Ze sprak over leiderschap, tolerantie, duurzaamheid, Europa en politiek die ‘leidend moet zijn’ – met verwijzing naar Merkel. ‘In Nederland hebben we de politiek klein laten worden.’ Ze sprak zich uit tegen populisme, polarisatie en nationalisme. Dat ging er bij de D66-achterban ongetwijfeld in als Gods woord in een ouderling.
Het was allemaal zo volgens verwachting wat Kaag zei, dat ik even opschrok toen ze volkomen verrassend het woord ‘sierteelt’ in de mond nam – ik ben even vergeten in welk verband. Het was waarschijnlijk de allereerste keer dat een D66’er, tussen het politiek filosoferen door, plompverloren ‘sierteelt’ zei, of het moet Jan Terlouw zijn geweest in Plus Magazine over zijn tuinierhobby.
Is Sigrid Kaag wel down-to-earth genoeg om te overleven in de Nederlandse politieke arena, als je er al zo van opkijkt wanneer ze het woord sierteelt erin knalt? Is ze in staat de vaderlandse politiek naar haar hand te zetten en er uiteindelijk zelfs met de hoofdprijs vandoor gaan? Toen ze na haar werkzaamheden voor de VN, vooral in het Midden-Oosten, terugkeerde naar Nederland, schrok ze naar eigen zeggen van de verharding die zich hier tijdens haar afwezigheid had voorgedaan in het politieke debat.
Voor Kaag haar premiersaspiraties kan verwezenlijken, moet ze eerst de verkiezingscampagne en de hel van de verkiezingsdebatten nog door, moet ze de terreur van de oneliners zien te overleven en zal ze de instant-leugens en beledigingen van Wilders en Baudet moeten zien te ontmantelen – dat die komen staat vast, want Kaag is een pleitbezorger van de Palestijnse zaak en daarmee in de ogen van dat duo praktisch een antisemiet.
Job Cohen, die in 2010 het leiderschap van de PvdA op zich nam, ook met het uitdrukkelijke doel premier te worden, ging in de twee jaar daarna ten onder in de ook destijds al veranderde politieke mores: niet snel, niet scherp, niet hard genoeg – te aardig en fatsoenlijk. In 2012 hield hij het gedesillusioneerd voor gezien.
Misschien is Kaag uit ander hout gesneden – al wekt ze vooralsnog meer de indruk een beschaafde diplomaat te zijn dan een politieke straatvechter. Wellicht zit onder de beschaving en welwillendheid een harde en ongenaakbare kern die haar in crisisgebieden en onder schurken overeind heeft gehouden en die haar ook in een smerig debat in Hilversum van pas kan komen. Ik hoop het maar.
Ik ben het eens met Kaags mening over een vrouwelijke premier in het Torentje: ‘Het is niet uit te leggen dat het nog steeds niet is gebeurd.’ Vrouwelijke premiers zijn een internationale trend, wat mij betreft sluiten we daarbij aan. Maar ‘premier Kaag’ klinkt me voorlopig nog even erg onwaarschijnlijk in de oren.
Lees ook
Bewonderaars zien in haar de eerste vrouwelijke premier, sceptici denken dat de verwachtingen te hooggespannen zijn. Wie is deze oud-topdiplomaat?