ingezonden brieven
Ingezonden brieven: vrouwen in de zorg, trek zelf aan de bel
De lezersbrieven van vrijdag 3 september.
Brief van de dag
Anneke Westerlaken beschrijft duidelijk waar het op dit moment wringt in de zorg en ze roept op tot discussie (O&D, 31 augustus). Helaas laten vrouwen werkzaam in de zorg – en met name werkzaam in de thuiszorg – zelf zelden van zich horen.
Het lijkt alsof ze akkoord gaan met schandalige onderbetaling, rare diensten en fysiek zeer zware werkomstandigheden. Ooit werd er geroepen dat de thuiszorg naar een hoger plan getild moest worden. Laat dat elan dan beginnen bij de opleidingen. Zelf volgde ik als zij-instromer de opleiding Verzorgende 3 Individuele Geneeskunde. Bij elk kritisch geluid over de thuiszorg werd mij de mond gesnoerd door de docent.
Onder mijn medestudenten bloedde de discussie tot verhoging van salaris of verbetering van de werkomstandigheden steeds dood. Vrouwen in de thuiszorg moeten ook zelf – en misschien wel als eerste – aan de noodbel trekken.
Margriet Bisschop, Haarlem
Fysiek les
Goed dat de politiek vastlegt dat onderwijs alleen bij uitzondering digitaal mag zijn (Ten eerste, 30/8). Fysiek onderwijs motiveert jongeren meer door gebruik te maken van de hunkering van adolescenten om gezien en gewaardeerd te worden binnen een groep. Dat is belangrijk bij vakken waar ze minder affiniteit mee hebben.
Jongeren ontwikkelen hun identiteit in interactie met anderen. Non-verbale communicatie is belangrijk bij deze groepsprocessen. Goede docenten maken gebruik van die ‘groepshonger’ door de manier waarop ze leerlingen vragen voorleggen, discussie stimuleren en complimenten uitdelen bij goede antwoorden of intenties. De dynamiek die in de klas ontstaat is sterk gedreven door non-verbale communicatie.
Leerlingen zijn gevoelig voor verbale en non-verbale signalen en benutten de mogelijkheden om een positie in de groep te veroveren. En passant leren ze een lastig vak beheersen. In de digitale klas is dit groepsproces gemankeerd, omdat non-verbale signalen op een scherm letterlijk plat zijn. De docent verliest grip op het leerproces doordat studenten steeds ongemotiveerder en afweziger zijn. Fysiek onderwijs moet de norm zijn, met name bij lastige vakken.
Francisca Wagenmakers, leraar Nederlands en communicatie in hbo, Enschede
Lobbydemocratie
Het voortijdige vertrek van minister Cora van Nieuwenhuizen is een drievoudige aanfluiting. In de eerste plaats dreigt ze met goedvinden van haar partij (VVD) de werkelijke democratische verantwoordelijkheid in te ruilen voor de lobbydemocratie.
In de tweede plaats wordt, alweer met goedvinden van haar partij, Barbara Visser haar plaatsvervanger op Infrastructuur. Visser was een ramp op Defensie, denk aan de mislukte verhuizing naar Vlissingen van de mariniers, de chroom-6 affaire en de mislukte plaatsing van radartorens in de Betuwe. Vrijwel elk aankoopdossier van Defensie , of je nu over de dure en gebrekkig gerapporteerde F35 (JSF) spreekt of haar eigenwijze plan om voor miljarden onderzeeboten te laten bouwen, is omstreden.
Ten derde: Ank Bijleveld neemt de portefeuille van Barbara Visser weer even over. Na het drama van de te late evacuatie uit Afghanistan maak ik er geen woorden meer aan vuil. Om met de woorden van columnist Marcia Luyten (O&D, 1/9) te besluiten: ergens in het Haagse theater heeft iemand bedacht dat een minister van Defensie het prima af kan zonder militaire ervaring.
Ko Colijn, Leiden
Plagiaat
Een bestuurder van het Amsterdam UMC ‘plagieerde’ zijn columns (Ten eerste, 1/9). Hij gebruikte zinnen uit columns en gaf er zijn eigen draai aan. In de muziek is sampling al 20 jaar geaccepteerd en tot een zeer gewaardeerde kunstvorm geëvolueerd. In het begin bracht het een schokgolf teweeg, uiteindelijk groeide het uit tot een volwaardige muziekvorm van een nieuwe generatie.
Creatief uitdagend en mooi hergebruik anno nu. Zonder eindeloze bronvermeldingen. De bronnen zelf blijken eerder trots en blij dan boos.
Don Quaedvlieg, muziekproducent, Harderwijk
Woningmarkt
‘Jonge huizenkopers nemen onverantwoorde financiële risico’s’ luidt een artikel (Ten eerste, 2/9). Hoe ver kun je afgedwaald zijn van de werkelijkheid als je dit durft te stellen als AFM?
De regelgeving geeft jonge huizenzoekers geen kans op een sociale (huur)woning, ze verdienen te veel vinden we blijkbaar. Ergo, we verwachten dat ze meer dan 750 euro per maand aan wonen besteden. Als ze een hypotheek nemen die omgerekend 650 euro in de maand aan rente en aflossing kost (want daar hebben we het gemiddeld gesproken over) nemen ze ‘onverantwoorde risico’s’?
Snapt de AFM de uitwerking van de eigen regels? Snappen ze wat er aan de hand is op de woningmarkt?
Frits Verhees, Vught
Hepatitis
Ik vraag me af waarom er discussie bestaat over covid 19-vaccinatie in de zorgsector, en over de vraag of een werkgever in de zorg mag vragen of een medewerker gevaccineerd is. De oplossing is eenvoudig en eigenlijk al voorhanden.
Neem de ‘Landelijke richtlijn preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten’ erbij en de discussie wordt een stuk eenvoudiger.
Deze richtlijn is op het internet te vinden en is duidelijk: zorgmedewerkers in de zorg die in bloed-bloedcontact kunnen komen met patiënten dienen gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B, met controle op respons.
De werkgever dient bewijs hiervan te archiveren. Medewerkers die om welke reden dan ook niet gevaccineerd willen worden, of non-responders, dienen zich regelmatig (minimaal iedere drie maanden) te laten testen op mogelijke besmetting.
De Inspectie Volksgezondheid en Jeugd (IGJ) handhaaft hier op. Mocht een risicovormende zorgmedewerker niet of niet voldoende tegen hepatitis B beschermd zijn, dan mag deze geen handelingen aan patiënten meer uitvoeren.
Het risico op de overdracht van covid-19 is veel groter dan dat op de overdracht van hepatitis B omdat er geen bloed-bloedcontact voor nodig is. Daarom is bescherming tegen de besmetting en overdracht van covid-19 zo belangrijk.
Mijn voorstel luidt daarom: stel op basis van de ‘Landelijke richtlijn’ een richtlijn voor medisch personeel en het coronavirus op. Het gaat om patiëntveiligheid. Dat moet iedereen zich in deze discussie blijven realiseren.
Menno Bouman, directeur Kwaliteit in Praktijk, Bussum