Column
In een vrij land 'moet' satire helemaal niets
In Duitsland wordt een komiek vervolgd. Nederlandse cabaretiers reageren daarop, maar heel anders dan je zou denken. Freek de Jonge noemt de vervolging bijvoorbeeld volkomen logisch, Dolf Jansen hekelt belediging zonder 'doel'. Dat laatste ging dan weer over Hans Teeuwen, die zijn Duitse collega steunde met een tirade over Erdogans regelrechte wanpraktijken als jongenshoer. Zelden heeft belediging zo'n helder doel gediend, namelijk het spreiden van het risico op vervolging, maar voor sommigen is zelfs dat blijkbaar nog geen reden om een bevriende tiran te kwetsen.
Nu kun je zeggen: ach, laat ze. Grappenmakers als Freek, Dolf, Peter R. de Vries - het zijn gevoelige jongens. Ze snappen Hans Teeuwen niet, spreken geen Duits, houden nu eenmaal graag rekening met de gevoelens van anderen en weten dat ze veilig zijn zolang ze zich houden aan de alleszins redelijke fatsoensnormen van Den Haag danwel Ankara. Een beetje dom, een beetje slap, maar ook weer geen reden tot grote verontwaardiging.
Maar ze hebben wel invloed. Iedereen die publiekelijk suggereert dat zo'n rechtszaak ergens op slaat, dat kwetsen verkeerd is en dat een satiricus ook te ver kan gaan, beperkt daarmee de vrijheid van andere narren. Niet fysiek, niet juridisch, maar wel qua publieke opinie. En het gebeurt elke keer: bij de cartoonist Gregorius Nekschot, bij Theo van Gogh, bij Charlie Hebdo en nu bij Jan Böhmermann. Allemaal kregen zij slechte recensies nadat ze opgepakt, ondergedoken of afgeslacht waren.
'O, hallo, mag je dan niks lelijks zeggen over dode of bedreigde mensen? Moet je de boeken van Rushdie mooi vinden, de films van Van Gogh?' Nee, natuurlijk niet. Je mag alles vinden en ook zeggen, maar nuffige zinnetjes als: 'satire moet inventief zijn', 'alles mag, als het maar grappig is' of 'zomaar kwetsen is een zwaktebod', dat zijn zwaar beladen uitspraken in de context van censuur. De suggestie dat satire ergens aan 'moet' voldoen, al bedoel je alleen maar je eigen smaak, is koren op de molen van elke censor.
Op Facebook blijkt dat nu vrij concreet. Daar zijn cartoons en gedichten verwijderd die kwetsend zouden zijn voor Erdogan, waarna Facebook is gaan 'onderzoeken' of het wel echt om satire ging. Alsof je dat kunt meten! Facebook is een bedrijf, dus het staat ze vrij. Maar dat ze zoiets durven te zeggen en dat het ook nog wordt geaccepteerd, dat heel Nederland vrolijk lid blijft van een multinational die pretendeert een satire-meetlat in huis te hebben, dat is mede te danken aan het wijdverbreide misverstand dat vrijheid moet stoppen bij kwetsen en dat ook de satire zich een beetje moet gedragen.
Maar satire 'moet' helemaal niets. Niet in een vrij land. Dat is het hele idee. En als je ervan baalt dat alle aandacht steeds maar naar satire gaat die jij 'fout' vindt, bedenk dan even hoe dat komt: doordat de 'goede' satire het laat afweten.
Jonathan van het Reve op Twitter: @JvhReve