tv-recensieYasmina Aboutaleb
In ‘Dagboek van mijn dwang’ zien we de vele momenten waarop Rianne het niet meer trekt
Rianne (25) zit voor de camera met donkere kringen onder haar ogen. ‘Het gaat echt heel erg slecht. Zowel lichamelijk als geestelijk’, zegt ze, ‘Ik heb het gevoel dat ik niet meer hier ben. Ik ben een beetje bang dat ik in een psychose aan het belanden ben.’
Het is een van de vele verdrietige momenten waarop Rianne het niet meer trekt, in de driedelige online documentaire Dagboek van mijn dwang (NPO 3). De opmaat zien we ook, want de student filmde een jaar lang haar leven. En in haar leven wordt, hoewel ze op kamers woont, amper gestudeerd, gefeest of gechilld. Dat lukt niet door haar dwangstoornis. Door stemmen in haar hoofd (te horen in een voice-over) die haar de hele dag en nacht vertellen dat ze dingen recht moet leggen, spullen moet tellen, sorteren, niet mag rusten, niet mag slapen, niet mag eten. Want anders krijgt ze straf, en gebeurt er iets vreselijks.
De dwangstoornis put haar uit. Dat begint al ’s ochtends, als ze zich probeert op te maken, maar haar gedachten haar proberen tegen te houden. ‘Je mag geen make-up op doen. Geen make-up op doen.’ Ze doet toch wat lippenstift op. ‘Je luistert niet! Luister dan!’ Als ze later die dag weer thuiskomt van school mag ze niet rusten, ze moet urenlang dingen rechtleggen. Elke lade, kast en plank gaat ze langs. ’s Avonds is ze doodop maar ze mag van zichzelf niet naar bed. ‘Je mag niet slapen. Leg je bril je recht.’
Het is pijnlijk en ongemakkelijk om naar te kijken. Maar Riannes kwetsbaarheid en eerlijkheid zijn ontwapenend. Daarop kun je niet anders dan liefdevol reageren en dat doet haar omgeving ook. Haar huisgenoten laten haar de keukenlade ongestoord sorteren. En als Rianne met haar oog trekt, vraagt haar vriendin Cathy terloops: ‘Heb je een nieuw trekje erbij?’ Alsof het om een paar schoenen gaat. Ook als ze ’s nachts een paniekaanval heeft, komt een huisgenoot naast haar zitten. Alleen: het is niet genoeg.
Rianne heeft professionele hulp nodig. Doordat haar dwangstoornis is verergerd, heeft ze nu ook depressieve gevoelens. ‘Ik haat mezelf zo erg. Ik wil niet meer’, zegt ze huilend. Ze belt 113, de zelfmoordpreventielijn. Dat helpt die nacht, maar verschillende instanties wijzen haar af omdat haar klachten te complex zouden zijn. Als ze eindelijk een GGZ-instelling heeft gevonden, blijkt dat er een wachtlijst is. Elke keer als ze belt, moet ze toch een paar maanden langer wachten. ‘Ik moet proberen vol te houden’, zegt ze. En ze houdt ook vol. Na meer dan een jaar gaat ze eindelijk in behandeling. Voor Rianne was het gelukkig op tijd.
Praten over gedachten aan zelfdoding kan bij de crisislijn van 113 Zelfmoordpreventie. Bel 0900-0113 voor een gesprek. U kunt ook chatten op www.113.nl.