Paulien Cornelissein 150 woorden
Ik werd ingehaald door een meneer in een scootmobiel die heel hard ‘Ben je doof?’ riep
Ik sleurde een gigantische koffer over een platform in Harlingen. Het was een breed platform, zeg ik er even bij, want dat verklaart hoe het kwam dat ik totaal verrast werd door wat er gebeurde: ik werd ingehaald door een meneer in een scootmobiel die heel hard ‘Ben je doof?’ riep.
Ik kan op zo’n moment niet denken: dit is misschien een verwarde man, of anders een man die toevallig net een rothumeur heeft. Nee, mijn eerste reactie is: dit is groot onrecht, want hij kon er makkelijk langs. ‘Gelijk hebben’ is een oerinstinct dat zich vermomt als redelijkheid, maar daar weinig mee te maken heeft.
‘Meneer!’ riep ik hem achterna, ‘wat is er aan de hand?’ Hij reageerde niet. ‘Bent u soms zélf doof?’ riep ik, en ook daarop kwam geen antwoord. Misschien was hij echt doof, of misschien was dit weer eens een voorbeeld van hoe twee vreemden elkaar diep teleur kunnen stellen.