ColumnFleur Jongepier

Ik herken drie niveaus van gletsjerverdriet, het is om te huilen

null Beeld volkskrant
Beeld volkskrant
Fleur Jongepier

Ik kijk vanaf de Simplon-pas uit op de Fletschhorn, een berg van 3.996 meter in de Walliser Alpen. De noordwand, met honderden meters ijs van meer dan 50 graden, werd in 1927 voor het eerst beklommen. En ergens deze eeuw waarschijnlijk voor het laatst. In een artikel in Nature schrijven wetenschappers dat als het smelten in hetzelfde tempo doorgaat de Europese gletsjers voor 2100 ijsloos zullen zijn.

De gruwelijke vaart waarmee gletsjers smelten, wordt steeds voelbaarder. Drie dagen geleden gaf de berggidsvereniging in Chamonix de scherpe waarschuwing om de Mont Blanc via de normaalroute niet meer te beklimmen vanwege voortdurende steenval. Op de Marmolada-gletsjer in de Dolomieten kwamen begin deze maand waarschuwingen te laat.

Ramp

Daar brak de top van de gletsjer af, nadat de dag ervoor een recordtemperatuur was gemeten van 10 graden Celsius. Elf mensen stierven onder sneeuw, ijs en puin. In Uttarakhand, India, vond vorig jaar een enorme gletsjerramp plaats en raakten 140 mensen vermist.

Het is om te huilen. En er is zo veel om te huilen, op verschillende niveaus. Er is ten eerste het kleine verdriet over de dingen die we niet meer kunnen doen. Iemand met alpinismedromen, zoals ik, zal die dromen ofwel moeten opgeven ofwel een hoger risico op ongelukken of sterfte moeten accepteren. Berggidsen verliezen hun werk en ook gewone bergwandelaars zullen veel vaker landverschuivingen, rotslawines en bosbranden op hun pad kunnen verwachten.

Het gestaag wegvallen van bergsport en bergplezier is geen groot verdriet. Een bourgeois verdriet bovendien, zou je kunnen zeggen. Toch is dat te simpel. De bergen hebben iets magisch en niet alleen voor de romantici die er lyrische dichtregels aan wijdden.

Het tweede niveau van verdriet betreft de opwarming van de aarde en het stijgen van de zeespiegels, waarvoor smeltende gletsjers een van de belangrijkste oorzaken zijn. In Groenland is in de afgelopen tien jaar 215 miljard ton aan ijsmassa verloren gegaan. Wanneer je kijkt naar een gletsjer die nog maar de helft is van wat die was, dan kijk je ook naar rivieren die droog komen te liggen, aan tekorten aan drinkwater voor honderden miljoenen mensen wereldwijd, aan diersoorten die uitsterven, aan toekomstige generaties voor wie 40 graden in De Bilt en overstromingen normaal zijn geworden.

Daarom maken verdwijnende gletsjers verdrietig: klimaatverandering is niet iets van grafieken en cijfers waar we ons, als we eerlijk zijn, geen goede voorstelling van kunnen maken, maar is iets wat we met onze eigen ogen kunnen zien.

Berg

Er is misschien nog een derde type gletsjerverdriet, en dat is verdriet om de berg zelf. Ik zeg misschien, omdat het een emotie is die ik, en de meeste westerlingen met mij, maar moeilijk kunnen ervaren. Het verdriet van de alpinist en het verdriet om klimaatverandering kunnen we voelen omdat het gaat over individuen (en als we heel hard ons best doen, ook over individuen die nog niet bestaan). Is het ook erg voor de Fletschhorn dat na eeuwen, millennia, zijn ijsdeken langzaam maar zeker van hem wordt afgetrokken door gulzige oliebedrijven, laffe regeringen en de verwende homo sapiens?

Op basis van diep ingebakken westerse kaders die allemaal draaien om rechten, plichten, geneugten en schade aan individuen, is het antwoord nee. Maar als we te rade gaan bij de Indiase en boeddhistische filosofie, is het een vraag die we op z’n minst serieus moeten nemen. De Japanse filosoof Dōgen (1200–1253 na Christus) schreef dat we de bergen niet alleen moeten zien vanuit het perspectief van menselijk denken, en dat de kracht van denken ‘vanuit’ de bergen juist ook is om onze eigen rupsje-nooit-genoegreflexen onder ogen te komen.

Ik voel het nog niet helemaal, verdriet om de Fletschhorn als zodanig. Maar misschien is precies dat mensgerelateerde denken wat ons hier heeft gebracht: het idee dat alles om ons draait, dat er voor ons minder diersoorten te bewonderen zullen zijn, dat er voor ons werelderfgoed wegsmelt. Daar koopt de Fletschhorn echt helemaal niets voor.

Fleur Jongepier is filosoof en essayist voor Bij Nader Inzien. Zij schrijft om de week een wisselcolumn met Erdal Balci.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden