OpinieNarcostaat Nederland
Hoezo ondermijn je met een pilletje de rechtsstaat? Overheid, neem verantwoordelijkheid
Het is stuitend dat de drugscriminaliteit in de schoenen van individuele burgers wordt geschoven, betoogt Gerard Drosterij, docent filosofie en eigenaar van Slow Politics.
In de dagen na de moord op advocaat Derk Wiersum verscheen er opeens een voor mij nog onbekende bewering in de media: gebruik je drugs, dan heb je schuld, niet aan ondermijning van je eigen gezondheid, maar aan die van de rechtsstaat. ‘Drugsconsumenten (moeten) ervan worden doordrongen dat zij met de afname van elk xtc-pilletje en elk lijntje coke een dodelijk gevaar voor rechtsstaat en samenleving in stand houden’, schreef Sander van Walsum in het Volkskrant-commentaar van 18 september. En een dag later stelde minister Grapperhaus onomwonden: ‘Iedereen die een lijntje snuift, financiert misdadigers.’
Dus als je voortaan een pilletje slikt of jointje opsteekt, dan ben jij eigenlijk een handlanger van Redouan T.? Ik stond redelijk perplex van deze morele intimidatie. Als incidentele blower voelde ik mij nog net niet medeplichtig aan moord, maar kreeg er toch flink de bibbers van. Hoe achteloos opiniemakers en politici een ontspoorde drugseconomie in de schoenen van individuele burgers menen te kunnen schuiven. Bezint eer je begint met drugs, want je verbindt je aan de ‘verschrikkelijkste criminaliteit’, zei premier Rutte op zijn wekelijkse persconferentie. ‘Alles is met elkaar verbonden.’
En zo wordt ‘Narcostaat Nederland’ in het geweten gesplitst van Jan en alleman. Ik vind dat stuitend; namelijk, dat het normaal is geworden om zogenaamd dubieus gedrag als oorzaak te formuleren voor complexe crises. Zonder blikken of blozen worden individuele levens gekoppeld aan een gecompliceerd politiek onderwerp. Iedereen is een radertje in het geheel en niemand kan, mag en zal zich eraan onttrekken – een perverse, gemakzuchtige en vooral totalitaire gedachte, die zich in het publieke debat zeker niet beperkt tot de drugsproblematiek. Dat burgers zich te goeder trouw gedragen, is niet meer het uitgangspunt. Iedere Nederlandse ingezetene is op proefverlof en staat onder staatscuratele.
Er zijn verschillende argumenten te geven tegen deze onzalige denktrant, zowel feitelijk als moreel. Ik beperk me tot de drugs. Ten eerste, als je een oorzaak wil vinden van de geëxplodeerde drugshandel, zoek die dan eerst in het falende beleid van de overheid zelf. Neoliberalisme en open grenzen mogen voor de globale economie misschien gunstig zijn geweest, dat zijn ze zeker ook voor de drugshandel.
Ten tweede, vele studies hebben laten zien dat de internationale war on drugs averechts heeft gewerkt: geweld van alle kanten, uitpuilende gevangenissen, zeer hoge kosten, etc. En last but not least: de ingrijpende reorganisaties en bezuinigingen bij de overheid hebben haar slagkracht aanzienlijk verminderd. Er is een structureel personeelstekort bij de politie en ervaren rechercheurs hebben allang hun biezen gepakt vanwege de chaos door de megalomane nationalisatie van de politie door Opstelten.
Zondebok
Dus als er een zondebok voor de ontspoorde drugscriminaliteit nodig is, dan toch zeker de overheid. Ik zou zeggen: trek lekker zelf het boetekleed aan in plaats die om de schouders van burgers te hangen. Wat meer zelfkritiek zou je sieren. Ik bedoel, het taboe op staatschuld heeft de kabinetten-Rutte ervan weerhouden echte investeringen in de publieke sector te doen. En deze domme vrekkigheid wreekt zich nu.
Maar voor mij blijft het belangrijkste argument tegen de politisering van individueel gedrag toch wel ideologisch. De uitspraken van afgelopen week demonstreren een groeiende salonfähigheid van publieke achterdocht. Nederland dreigt een land te worden waarin elke burger als een potentiële crimineel wordt gezien. Politici die zonder problemen een sinistere moord van een drugskartel koppelen aan de moraal van individuen creëren een enge medeplichtigheidscultuur. Ze etaleren een zienswijze die getuigt van kortzichtigheid en grootheidswaan: een onzinnige causale veronderstelling gebruiken voor een dictatoriaal dreigement.
Maar de burger is niet van de overheid en dé burger bestaat niet. Burgers zijn individuen en politici die suggereren iets te weten van hun morele huishouding deugen zelf niet. De rechtsstaat wordt op zijn kop gezet: in een democratie bestaat hij er bij de gratie van burgers. Als de overheid meent zelf die rechtsstaat te zijn, is het hek van de dam.
Het proces van politieke regelgeving – en handhaving is een normale zaak, zeker, maar kan op vele, vele manieren uitgevoerd en ingericht worden. Het monomane eenheidsdenken uit Den Haag kan mij gestolen worden. Het is zeer schadelijk voor onze rechtscultuur.
‘Nederland’ was ooit een lappendeken van lokale gewoonten en culturen. Maar sinds Napoleon er een eenheidsstaat van heeft gemaakt, is het bemoeizuchtige nationalisme nooit meer weggegaan. En in tijden van tegenslag grijpt het altijd weer verder om zich heen – totdat niemand meer onschuldig is en iedereen zich met alles meent te mogen bemoeien. Dat is de doodsteek voor een land dat zich ooit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden noemde.