columnfleur jongepier

Hoe zou het zijn om in Parijs te zijn met je geliefde, zonder foto’s te maken?

null Beeld
Fleur Jongepier

Mijn hond die met vier poten in de lucht naast me op de bank ligt, mijn neefje dat in opperste concentratie met ragdraden in de weer is, de laaghangende mist in de straat. Wat deze dingen met elkaar gemeen hebben, is dat ik er een foto van wilde maken. Of foto, foto. Ik was niet bezig met kadrering of belichting, ik wilde gewoon de momenten vastleggen met mijn telefoon. Omdat het fijne momenten waren.

Alles moet tegenwoordig worden vastgelegd, vooral leuke momenten. In On Photography schrijft Susan Sontag treffend – en dat in 1973 – dat fotografie door de ‘massa’ niet wordt beoefend als kunstvorm maar puur als ‘sociaal ritueel’. Zo is het haast een teken van ‘ouderlijke desinteresse’ geworden wanneer je geen foto’s van je eigen opgroeiende kinderen maakt.

Of neem toerisme. Niemand gaat tegenwoordig nog op reis zonder camera, al is het maar omdat die al in je telefoon zit. Een foto, schrijft Sontag, is het onbetwistbare bewijs dat ‘de trip gemaakt is, dat het programma werd uitgevoerd, dat er lol beleefd werd’. Hoe zou het zijn om in Parijs te zijn met je geliefde, of aan het strand met de ondergaande zon die knalroze strepen door de lucht trekt, of op de bergtop na uren zwoegen, zonder foto’s te maken?

Best spannend, is denk ik het antwoord. Niet voor niets noemt Sontag fotografie (ietwat hoogdravend) een ‘verdedigingsmechanisme tegen angst’. Omdat het best spannend is, stiekem, om het kleine geluk klein te durven houden, om iets moois en bijzonders te ervaren zonder het fysiek op te slaan of gelijk te delen. Een foto maken gaat bovendien altijd gepaard met afstand. Het is precies een van de redenen waarom ik zo van fotografie houd: omdat ik, met de lens tussen mij en de wereld, nog steeds in de wereld ben, maar zonder daar op dezelfde manier aan deel te nemen, in op te gaan. Achter een lens of telefoon kijk je naar een wereld, en dus word je daar onvermijdelijk zelf ook even uitgeworpen. Dat kan heerlijk zijn, tegelijkertijd ben je ook ineens precies níét met je geliefde in Parijs, bij die zonsondergang, op die bergtop. Een foto maken is, zoals Sontag het noemt, ook een manier om het hebben van een ervaring te ‘weigeren’, om een ervaring te ‘vernauwen tot een zoektocht naar het fotogenieke’. Klein geluk transformeren tot visueel souvenir.

Soms denk ik: was er maar een app die mij beperkte tot het maken van een x-aantal foto’s per week, zodat ik beter zou moeten nagaan of dat fijne moment ook een foto waard is. Tegelijkertijd vraag ik me af of beelden vastleggen niet gewoon een andere manier van glimlachen is geworden. Hebben we niet simpelweg een nieuwe manier gevonden om te kunnen uiten dat we ergens van genieten?

Ik kijk naar een oudere vrouw op een stoel met daarachter een onscherpe, donkere wilgenboom. Haar linkerhand is half opgeheven en op haar hoofd zit een wasbeer. Ik maak, dankzij de krachtige fotoreeks van Robin de Puy, kennis met Dottie uit Uncertain, Texas. Uit alles blijkt dat die foto alleen gemaakt kon worden door iemand die niet alleen voortreffelijk licht kan mennen, maar ook contact kan leggen, een wereld kan binnentreden. We mogen even deelnemen aan een heel ander leven. Iets ‘vastleggen’ kan zorgen voor afstand en passiviteit, ja, maar fotografie kan ook precies het tegenovergestelde doen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden