ColumnSheila Sitalsing

Hij hoort het gelispel heus: ‘Geen Wopke-effect’

null Beeld
Redactie

Versuft zit Wopke Hoekstra op de witte bank in zijn woonkamer. Hij graaft in zijn geheugen naar hoe het was, vroeger.

Toen ze nog ‘Wopke! Red ons! Doe het!’ smeekten. Toen ze nog zeiden dat hij de enige was die Mark Rutte aan kon. Met zijn kaaklijn. Toen zelfs iemand van de linkse pers hem ‘de beste aanvoerder die het CDA nooit heeft gehad’ noemde. Toen ze anoniem aan de stoelpoten van Hugo de Jonge gingen zagen in De Telegraaf, net zolang tot De Jonge ‘Zoek lekker iemand anders’ zei. Toen ze andermaal smekend bij hem aanklopten.

Toen het nog leuk was.

Het lijkt wel duizend jaar geleden dat Ivo Niehe bij hem en Liselot thuis was komen filmen. Er was een mooi televisieportret van gekomen; Niehe rept daarin van een ‘presidentieel paar’ (bij foto’s van Hoekstra en zijn vrouw op Prinsjesdag) en spreekt geïmponeerd over de ‘kapitale verantwoordelijkheid’ voor de schatkist die op Hoekstra’s brede schouders rust.

’s Nachts, wanneer hij ligt te woelen in bed, bekijkt hij opnieuw de fragmenten waarin hij grapjes maakt waar Ivo Niehe heel hard om moet lachen.

Het probleem met hoge verwachtingen is dat de teleurstelling erin zit gebakken. Hij weet dat, hij weet alles over het turnaroundmanagementgebeuren.

Maar dit. Dit is niet leuk meer. De gemene commentaren. De idiote recensies, elke keer als hij op tv is geweest, door mensen die zelf niks kunnen, maar die wel precies weten wat hij allemaal fout doet. Wopke dreunt zijn teksten op. Wopke denkt dat je recht in de camera moet praten. Wopke zweet. Wopke zegt ‘mind-changing events’. Wopke weet het niet. Wopke zus. Wopke zo. Wopke laat in de speciale verkiezings-Telegraaf over zichzelf achtereenvolgens noteren: ‘solide bewaker van de schatkist’, ‘kundig en scherp’, ‘geen man van halve maatregelen’, ‘innemend en vasthoudend’, ‘no-nonsense in de stijl van Ruud Lubbers’.

Hij hoort het heus. Het gelispel uit de eigen gelederen: ‘Geen ‘Wopke-effect’. Het ene moment staan ze aan Hugo’s stoelpoten te zagen, het volgende moment vraag je vertwijfeld ‘Waarom wiebelt mijn stoel zo?’

En niemand die hem helpt. Bij NOS op 3 hadden ze hem een veel te klein stoeltje gegeven, hij had zich erin gevouwen om over mind-changing events te praten met jongeren, samen met Lilianne Ploumen. Een dag later had die heks van een Ploumen zijn uitspraken gefactcheckt en de leugentjes op Twitter gezet; ze had er veel ruimte voor nodig. Mág dat zomaar? had hij aan zijn campagne gevraagd.

Daarna had hij op tv moeten debatteren met Jesse Klaver, die hem beschuldigde van jokken tegen 18-jarigen dat het CDA het minimumloon voor jongeren verhoogt; dat is niet waar, zo had Klaver gezien in het doorgerekende verkiezingsprogramma. Hij had wat corporate termen teruggeworpen, gesmaald dat Klaver hem op ‘details’ probeerde te pakken, en gezegd dat Klaver hem maar moest aanwijzen wat er dan gejokt was in het CDA-programma. Waarop debatleider Jeroen Pauw vals glimlachend had geïntervenieerd: ‘Moet Klaver nu met u gaan uitzoeken wat er in úw programma staat?!’

En nu zit hij versuft op de witte bank. Hij doet de televisie aan. Hij ziet pratende hoofden, iemand noemt de naam Pieter Omtzigt en zegt: ‘Dát is een staatsman’. Hij ramt heel hard op de uitknop.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden