CommentaarCarlijne Vos
Het natuurakkoord van Montreal helpt consument hopelijk beseffen dat de natuur nog maar net van de ondergang kan worden gered
Wat het Klimaatakkoord in Parijs voor de opwarming was, kan het natuurakkoord van Montreal voor de biodiversiteit worden.
Het akkoord over natuurbehoud en biodiversiteit dat de Verenigde Naties maandag in het Canadese Montreal hebben bereikt is met recht ‘historisch’ te noemen. Vorige week leek het er nog op dat de 196 lidstaten onverrichterzake huiswaarts zouden keren. Nu heeft de wereld zich toch geschaard achter de ambitie om in 2030 minimaal 30 procent van de aarde een vorm van bescherming te geven. En er is ook een substantieel bedrag voor vrij gemaakt.
Volgens ecologen is deze zogenoemde 30x30-norm het absolute minimum om kwetsbare ecosystemen in stand te houden en het razendsnelle uitsterven van soorten deze eeuw een halt toe te roepen. Op dit moment wordt slechts 17 procent van het land op aarde beschermd en nog geen 10 procent van de zee en kustwateren. Mochten de lidstaten erin slagen om de ambities voor 2030 waar te maken, dan zou dat dus inderdaad een baanbrekend succes zijn.
De vraag is uiteraard of dit gaat lukken. Milieuorganisaties vinden de afspraken te vrijblijvend en op sommige punten onduidelijk. Wat zijn bijvoorbeeld de natuurgebieden die beschermd moeten worden? En wat als daarbinnen vervuilende mijnbouw of landbouw plaatsvindt? Wel klinkt er alom lof voor de rol die inheemse volkeren wordt toegekend als duurzame beheerders van de laatste resterende natuurgebieden in de wereld. In het verleden werden inheemse volkeren vaak van hun voorouderlijke grond verjaagd onder het mom van natuurbescherming. Nu zijn hun rechten beter gewaarborgd en zullen ze bovendien geld uit het nieuwe natuurfonds ontvangen om de natuur duurzaam te beheren.
Maar hiermee is de bedreiging van natuurgebieden en hun oorspronkelijke bewoners door industriële landbouw, visserij of mijnbouw allerminst van de baan. Dat vraagt om een veel grotere systeemverandering die begint bij de consument. Zolang die zijn voedselpatronen niet verandert, zullen zeeën worden leeggevist en zal oerwoud worden gekapt voor veevoer, palmolie of goedkope chocola. En zolang de consument niet meer wil betalen voor zijn energie, kleding of nieuwste technologische speeltjes, blijft overconsumptie en verspilling een feit.
De VN willen het tij keren door subsidies af te bouwen voor economische activiteiten die schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Dit zou op den duur zo’n 500 miljard dollar moeten opleveren die voor natuurbeheer kan worden aangewend. Een zeer ambitieus plan dat lange adem vergt. Haalbaarder lijkt de doelstelling om multinationals en financiële instellingen te verplichten om hun impact op biodiversiteit te meten en te openbaren. Met die kennis kan de consument bewustere keuzes maken.
Het biodiversiteitsakkoord heeft daarom vooral een belangrijke symboolwaarde. Voor het eerst ligt er met de 30x30-norm een concreet doel om de achteruitgang van de natuur te stoppen. Zoals het Klimaatakkoord in Parijs de wereld in 2015 pas echt wakker schudde en ervan doordrong dat de opwarming van de aarde tot 1,5 graad moet worden beperkt, zal het natuurakkoord uit Montreal een startpunt moeten zijn voor mondiaal bewustzijn dat de natuur nog maar net van de ondergang kan worden gered.
In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.