ColumnBert Wagendorp
Het mirakel van de uitstootloze vliegtuigen
De eerste zin van het dinsdag gepresenteerde voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord luidt: ‘We zijn op weg.’ Volgens Ed Nijpels, die het allemaal coördineert, moet er eind 2018 een ‘volwassen akkoord’ op tafel liggen. Dat akkoord, als het inderdaad volwassen is, zal in Nederland leiden tot veranderingen zoals we die nooit eerder in zo'n korte tijd en op zo'n grote schaal hebben meegemaakt.
Dat moet ook, en liefst wereldwijd, anders staan we binnen afzienbare tijd onder water. Als het kleine Nederland in de vereiste transitie een mondiale voorloper is, des te beter. Kunnen anderen bij ons zien hoe het moet en tegen een mooi prijsje de hier ontwikkelde technologie kopen. Er spreekt uit het Klimaatakkoord een ambitie die we lang niet hebben gezien en dat is, zoals altijd onder voorbehoud, reden voor een polonaise. In 2050 hebben we hier alleen nog maar klimaatneutrale varkens, tanken we bij de laadpaal, fietsen we ons het leplazarus en is de uitstoot van de industrie nul. We gaan een transitie meemaken ‘naar zorgeloze mobiliteit’: kan het mooier?
Jammer genoeg blijft één mobiele sector desondanks een zorgenkindje, om niet te zeggen een pain in the ass: de internationale luchtvaart. Daarover staat in het Klimaatakkoord niets. Wat ook logisch is, want de emissies van internationale vluchten worden volgens het Akkoord van Parijs niet aan een specifiek land toegerekend, dus daar is voor Nederland formeel geen winst te boeken. Een vliegtuig dat opstijgt van Schiphol op weg naar New York heeft geen invloed op de nationale balans van CO2-emissies. Het vliegt wonderbaarlijk genoeg uitstootvrij. Alleen de binnenlandse vluchten tellen mee.
De internationale luchtvaart heeft de vrijheid gekregen het zelf te regelen. Voor drastische maatregelen en beperking van het vliegverkeer hoeft zodoende niet te worden gevreesd. Vliegvelden en vliegmaatschappijen kennen maar één woord: meer.
Paul Peeters van de TU Delft rekende vorig jaar uit waar het met de luchtvaart zonder drastische maatregelen naar toe gaat. Met de huidige groei zullen vliegtuigen over een halve eeuw het hele wereldwijd toegestane CO2-quotum opsouperen, en nog een beetje meer.
VNO-NCW, de werkgeversorganisatie die braaf meepraatte aan de klimaattafel, wil graag dat het aantal vliegbewegingen op Schiphol, tot 2020 maximaal een half miljoen, op termijn tot 800 duizend wordt verhoogd: niet alleen vanwege de herrie het plan van zieke geesten.
Alle hoop, ook in het Klimaatakkoord, is gericht op biobrandstoffen en vooral op synthetische kerosine. We gaan met CO2 van Hoogovens en water uit het IJ, met behulp van elektriciteit van de windmolenparken in de Noordzee, fijn zelf kerosine maken! Klinkt perfect, alleen dient Tata Steel dan wel een paar hoogovens bij te bouwen en moet alle energie uit de Noordzee naar de kerosine fabriek, om aan de behoefte van de vliegende zuipschuiten te kunnen voldoen. Dat is dus geen reële optie.
Alle Klimaatakkoorden van de wereld zijn zinloos, als we de luchtvaartsector en zijn dolgedraaide lobby niet in het gareel krijgen en dwingen tot krimp. Dat moet internationaal; maar laat de politiek hier, als voorbeeld voor de wereld, eindelijk ophouden Schiphol met z’n valse economische pretenties te pamperen. Hoeven we ook geen frauduleuze milieueffectrapportages meer te maken om mensen onder de aanvliegroutes van Lelystad Airport een oor aan te naaien — en zijn we echt op weg.