ColumnNico Dijkshoorn

Het komt niet binnen bij die boeren. Ze kennen het hele begrip regenjas niet

null Beeld
Nico Dijkshoorn

Maandagavond werd de door Twan Huys gemaakte documentaire De schrijver, de moordenaar en zijn vrouw uitgezonden, waarin schrijver Tim Krabbé vertelt dat hij in de regenjas van Ferdi E. door Amsterdam loopt. Ik keek daar niet van op. Ik draag de schoenen van Ferdi E. Niet de schoenen die hij aanhad toen hij Gerrit Jan Heijn vermoordde, maar de schoenen die hij in de gevangenis droeg. Het zijn schoenen zonder veters.

Dat was nog een heel gedoe, want volgens Krabbé had Ferdi die schoenen aan hém beloofd. Ik zei: ‘Krabbé, is het dan nooit genoeg? Je hebt nu de haarborstel, de sokken, de broeksriem waarmee hij zijn vrouw sloeg en de regenjas. Wat wil je, jongen? Laat Ferdi anders opzetten en zet hem in de hoek van je schrijfkamer. Leef er mee, ik heb zijn schoenen ja.’

Ik loop niet graag door de stad met die schoenen. Ik doe dat in ruraal gebied. Ik bel aan bij boeren en dan laat ik ze mijn schoenen zien. Boeren schrikken daar niet van. Als je in de stad je schoenen laat zien, bijvoorbeeld in tram 9, dan zit je binnen een uur met een vertrouwensarts te praten, maar op het platteland denken ze: leuk, die man belt aan om zijn schoenen te laten zien.

Ze denken altijd eerst dat Ferdi E. de naam van een koe is. Daarna vertel ik ze over de regenjas van Tim Krabbé. Vaak gaan ze ervan uit dat ik het dan over Jeroen heb. Dan zeg ik: nee, die loopt door de stad met het hoedje van de broer van de neef van Monet. Tim is de broer van Jeroen. Hij draagt de regenjas van een moordenaar.

Het komt niet binnen bij die boeren. Ze kennen het hele begrip regenjas niet. Het idee dat je je speciaal kleedt wanneer het regent, vinden ze ridicuul. Meestal laat ik dan nog maar eens mijn schoenen zien en dan zeg ik: ‘Van een moordenaar. Precies mijn maat.’

Ik vind het fijn dat Tim Krabbé heeft verteld dat hij de regenjas van Ferdi E. draagt. Dat maakt het voor mij iets makkelijker om over te praten. Door Krabbé hoef ik nu niet steeds uit te leggen dat een bepaalde groep mensen graag de sokken van Volkert van der G. zou dragen. Ik niet trouwens. Dat gaat me net te ver, maar een coltrui van Karate Bob, ik zou er geen nee tegen zeggen.

Dan nog even een geinig verhaal. Ik kan het niet zo mooi opschrijven als Tim Krabbé en ik heb begrepen dat de anekdote ook niet in zijn nieuwe boek staat, maar twee jaar geleden kwam ik terug van het platteland, ik loop met Ferdi’s schoenen door de stad en ik kom Tim tegen, in de regenjas van Ferdi E.

Dat was een beetje ongemakkelijk. Om het ijs te breken zei ik: ‘Alweer een andere moordenaar gevonden met een leuke vrouw?’ Hij hoorde me niet. Hij zei: ‘Wie heeft de broek?’ Geen idee. Ik had de reconstructie van de moord nog niet gezien, maar op voorhand leek het me geen begeerlijke broek. Ferdi E. had een ingevallen scharrenreetje. Ik had mode-technisch geen al te hoge verwachtingen van die broek. Om ervan af te zijn heb ik gezegd: Twan Huys.

Die spanning voelde je tijdens het interview.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden