Het is vijf voor twaalf voor de PvdA

De PvdA is een partij vol draaiende ongeïnspireerde en regenteske bestuurders geworden. Toch is er nog hoop. Nog wel.

Michiel Emmelkamp

Voor iedereen die een blik werpt op de peilingen, de lidmaatschapsopzeggingen, de vele reacties die PvdA’ers krijgen op hun partij of het vertrouwen van de bevolking in Balkenende-IV is het duidelijk:

Het gaat niet best met de PvdA.

En het ergste is dat niets duidt op herstel. De vraag is zelfs of iemand in de partijleiding doorheeft hoe ernstig de problemen zijn. Maar dat wordt hoog tijd; het is vijf voor twaalf.

Over welke problemen gaat het?

1: Het gebrek aan een strijdwaardige visie die onderliggend is aan al het handelen van de partij
Geen mens heeft moeite met pijnlijke besluiten als gevolg van regeringsdeelname, zolang men maar het gevoel heeft dat er de realisatie van een onderliggend ideaal tegenover staat. Het probleem is een ogenschijnlijk gebrek daaraan: steeds meer kiezers en partijgenoten vragen zich af waarvoor de PvdA het allemaal nog doet.
Bovendien heeft de partij, in tegenstelling tot concurrenten als GroenLinks (milieu), SP (sociale strijd), D66 (vrijzinnigheid), CDA (normen en waarden), Wilders (anti-Islam) en Verdonk (nationalisme) nog steeds geen uniek verkooppunt dat in één adem met de partij wordt genoemd.

De partijtop lijkt ondertussen serieus te denken dat de traditionele achterban geboeid raakt door onsamenhangende punten als euro’s voor leraren en agenten, een generaal pardon of geen versoepeling van het ontslagrecht.

Partijgenoten die hun pogingen om het sociaal-democratische evangelie uit te dragen nog niet hebben opgegeven, krijgen lijstjes aangereikt die ook vooral uit los zand bestaan. Geen wonder dat zij afhaken. Laat staan de kiezers.

2: Een regentesk imago
De PvdA zet nog te vaak bestuurlijke goedpraatverhalen tegenover gewone klachten van gewone mensen, zoekt veel te weinig contact met bezorgde burgers, en straalt totaal niet uit een brede volkspartij te zijn die openstaat en opkomt voor gewone mensen met problemen, hoezeer dat ook de klassieke opdracht van de sociaal-democratie is. Wouter Bos, in 2003 nog de man die de PvdA-kaasstolp aan diggelen zou slaan, zou dit probleem aanpakken en had (en heeft) daarmee, in een tijd van toenemende onzekerheid onder burgers, dé sleutel in handen om de opkomst van populistische partijen te bestrijden.

Maar hij en de partij die hij leidt zijn maar weinig opgeschoten.

3: Bestuurders die strategisch en zonder passie lijken te opereren
Dit beeld werd versterkt door de weifelende aanpak van de topinkomens, de afwachtende houding van de PvdA in het Fitna-debat, de onduidelijke opstelling van minister Vogelaar in het integratiedebat, de verkiezing tot fractievoorzitter van iemand die de interne rust bewaart boven iemand die aan de lopende band debatten wint, de affaire-Herfkens, de dominantie van technocratisch gesteggel in de beeldvorming over wijkenaanpak en de ongeloofwaardige manier om het besluit over het Europees referendum uit te leggen.

De conclusie uit het rapport over de verkiezingen – ‘als er iets is duidelijk geworden bij de verkiezingen van de afgelopen jaren, het wel is dat mensen passie, authenticiteit en strijdlust meer waarderen dan tactiek en strategische manoeuvres’ – leek telkens vergeten.

4: Draaigedrag
Het inleveren van standpunten bij het sluiten van compromissen voor regeringsdeelname is goed uit te leggen. Maar omdat vertrouwen te voet komt en te paard gaat, is de onduidelijkheid op sommige terreinen dodelijk.
Het is aan kiezers bijna niet meer uit te leggen wat de partij en haar leider écht vinden van polarisatie in het integratiedebat, van de JSF, de Zuiderzeelijn, het Europees referendum, een links kabinet, de aanpak van topinkomens, van een partijleider die als vice-premier dient of van een studiefinancieringsstelsel waarbij studenten 60.000 euro moeten gaan lenen. Zelfs over hét succes van deze kabinetsperiode, het blokkeren van de versoepeling van het ontslagrecht, vragen velen zich af wat Bos vindt.

Als mensen op een partij stemmen, willen ze weten wat er met hun stem gebeurt. Bij de PvdA is het nog steeds te vaak, en op cruciale punten, een raadsel.

Oplossingen

Gelukkig liggen de mogelijkheden voor verandering voor het grijpen. Er zitten PvdA’ers in vrijwel alle colleges en het kabinet. De beginselen en idealen hebben een gigantische potentie. De PvdA is dé integratiepartij, met Marcouch, Aboutaleb, Cohen, Schrijer, Spekman, Asscher en Bos. We hebben dankzij de PvdA het groenste kabinet aller tijden. De partij heeft een rijke geschiedenis en heeft als geen ander de opmars door de instituties voltooid.

Maar de partijleiding moet nu eindelijk eens een onderliggende visie formuleren, die iedereen van de daken moet schreeuwen en van waaruit alle standpunten worden beredeneerd. Kies een paar prioriteitsthema’s die over twee jaar in één adem worden genoemd met de PvdA. De kaasstolp moet opnieuw aan diggelen: de partij moet meer de confrontatie aangaan met boze en bezorgde burgers.

Spreek PvdA-bestuurders die niet goed functioneren daarop aan, en schroom niet ze te vervangen. Benoem op gezichtsbepalende posities alleen politici die met passie de partijstandpunten over het voetlicht kunnen brengen. Praat niet meer over cijfertjes, wetjes, of corporaties, hamer alleen nog op de sociale missie die aan de wijkenaanpak ten grondslag ligt en de sociaal-democratische oplossingen die we bieden. Weg met de passiviteit in het integratiedebat; ga in de aanval op vreemdelingenhaters en probleemontkenners.

Maar zoals het nu gaat, kan het echt niet langer.

null Beeld

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden