ColumnHarriet Duurvoort

Het is niet aan Franc Weerwind om excuses voor slavernij aan te bieden

Harriet Duurvoort artikel column Beeld .
Harriet Duurvoort artikel columnBeeld .
Harriët Duurvoort

Ineens was het er: 19 december. Het kabinet had de agenda getrokken en een datum geprikt. Iedereen was overdonderd. Voorspelbaar gedonder over wat een belangrijk en waardig historisch moment moet zijn. Wat nou 19 december? Wat is er speciaal aan die datum? Waarom zo snel? Dit doe je toch niet even tussen neus en lippen door? Hoe oprecht is dit? Het gaat hier toch echt, na tientallen jaren gesteggel en uitstelgedrag, eindelijk om de formele excuses van het Koninkrijk der Nederlanden voor eeuwen slavernij.

En dan de manier waarop. Niet de koning, maar verschillende ministers vliegen naar alle waarschijnlijkheid uit om de formele excuses uit te spreken. En uitgerekend Franc Weerwind, zelf nazaat van Surinaamse tot slaaf gemaakten, mag naar Suriname. Is dit een cynische grap? Halsoverkop toog minister Sigrid Kaag naar het opstandige voormalige wingewest om excuses aan te gaan bieden voor de op handen zijnde excuses.

Ik – en velen met mij – ben van mening dat het niet aan Franc Weerwind is om de excuses te gaan uitspreken. Maar als het dan toch zo zal zijn, vraag ik me af wat er door hem heen moet gaan op dit emotionele, historisch beladen moment. Zal hij zijn onbekende voorouders in gedachten nemen?

Voorouders

Er is iets raars met de voorouders die je in slavenregisters kunt opzoeken. Het voelt aan als verre familie die je nooit hebt gekend. Maar van wie je je nukken, je sterke punten, je typische karaktereigenschappen hebt geërfd. De trekken in je gezicht zijn een echo van hun gezichten. Ze moeten op je hebben geleken, uiterlijk en innerlijk.

Er staan acht Weerwinds in het slavenregister die op 1 juli 1863 in Suriname de vrijheid tegemoet mochten zien. De paraaf van koning Willem de Derde wijzigde hun juridische status van rechtsobject tot een natuurlijk persoon. Of het familie is van onze minister weet ik niet, maar ik acht het waarschijnlijk. We zijn een heel kleine gemeenschap.

Charles Weerwind (30) was timmerman, Betje (48) veldmeid, George (20) ‘dresjongen’, Jetta (11) werkte ‘in de fabrijk’, Santje (60) was ‘creolenmoeder’, Theodorus (22) ‘leert timmerman’, Daniel (16) was ‘voetebooi’ (manusje van alles), en ten slotte Rudolf (8). Ze woonden en werkten allen op de suikerplantage Eendracht.

Dat er ooit een Surinaamse Weerwind in moederland Nederland minister van Rechtsbescherming zou worden, zal dit achttal zich nauwelijks hebben kunnen voorstellen. Het zou hen met ongeloof en trots vervullen. Want ook onze minister komt van ver. Van mensen die dag in dag uit, maand in maand uit, jaar in jaar uit, generatie op generatie, eeuw na eeuw, niet als mens beschouwd, niet als mens behandeld zijn. Onze minister van Rechtsbescherming stamt af van volstrekt rechtenlozen.

Borderellen

Dat we de namen van dit achttal weten, is vooral te danken aan de zogenaamde borderellen, de lijsten die slaveneigenaren opmaakten van mensen die ze in hun bezit hadden, zodat ze hun schadevergoeding konden claimen. De enige ‘herstelbetalingen’ die ooit zijn voldaan.

De Nederlandse regering betaalde in Suriname een schadevergoeding van 300 gulden per slaaf aan de eigenaar ter compensatie voor het verloren eigendom. In Curaçao was dit
200 gulden (in Indië 50 tot 350 gulden). In totaal bedroeg de tegemoetkoming bijna
12 miljoen gulden, ongeveer 10 procent van de rijksuitgaven in 1863. Een fors bedrag, hoewel het nog meevalt bij de compensatie van de Britse slaveneigenaren.

De Britten schaften de slavernij veel eerder af, in 1833, maar het afkopen van de slaveneigenaren bedroeg destijds 40 procent van de nationale begroting. Een bedrag zo groot dat er een immense som werd geleend van de Bank of England, waarvan de afbetaling zou rusten op vele generaties Britse belastingbetalers. Pas in 2015 was de schuld aan de eigenaren van Britse tot slaaf gemaakten, adellijke families die tot de rijksten van het land behoren, afbetaald.

De tot slaaf gemaakten zelf kregen uiteraard geen vergoeding. In Suriname werkten mannen en vrouwen tussen de 15 en 60 jaar nog tien jaar verplicht gratis onder het staatstoezicht, terwijl Nederland druk doende was de wereld af te struinen op jacht naar andere uit te buiten arbeidskrachten, op Java, in China en India.

Over een paar dagen is het dan zover. Voor velen, aan beide zijden van het (voormalige) Koninkrijk, en ook voor mij een belangrijk moment. Onnodig overschaduwd door de volstrekt onbeholpen wijze hoe het kabinet dit meende te moeten aanpakken.

Harriet Duurvoort is publicist. Zij schrijft om de week een wisselcolumn met Heleen Mees.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden