Opinie
Het idee voor een 'gratieraad' slaat de plank mis
Laat het onderzoek naar het voortzetten van een levenslange gevangenisstraf na 25 jaar vastzitten in handen van de rechter. Een tribunaal-achtige gratieraad miskent het individuele karakter van elke casus.
Waarom een gratieraad als rechters geknipt zijn voor de beoordeling van de vraag of de verdere onvoorwaardelijke tenuitvoerlegging van de opgelegde levenslange gevangenisstraf nog een redelijk doel dient?
Dat is in het kort onze reactie op het idee van Frits Bolkestein (O&D, 24 februari) dat een nieuw op te richten 'Gratieraad' standaard moet gaan onderzoeken of de vergeldingsbehoefte bij een levenslang gestrafte na 25 jaar is verbleekt.
De gratieraad zou moeten bestaan uit 'rechters, officieren van justitie en vertegenwoordigers van het departement en het gevangeniswezen'.
Strafrechter staat in een spagaat
Het idee van Bolkestein dat een in Nederland opgelegde levenslange gevangenisstraf moet aansluiten bij algemeen aanvaarde internationale rechtsopvattingen is toe te juichen! In ons artikel, 'Levenslang, da's logisch toch...? Een oordeel van de werkvloer!' (Nederlands Juristenblad) hebben wij uiteengezet dat de (opleggende) strafrechter in een spagaat staat.
In sommige gruwelijke zaken past een levenslange gevangenisstraf zonder meer, maar om die ook op te leggen, moet hij op dit moment wegkijken van het perspectiefloze element dat die straf thans in zich heeft. Alleen de wetgever kan de strafrechter uit deze spagaat bevrijden.
Een tussentijdse rechterlijke toets na 25 jaar, in lijn met de eisen die het Europees Hof van de Rechten van de Mens stelt, is daarom ook waar wij voor hebben gepleit. Juist omdat de 'executerende (uitvoerende) overheid' sinds 1986 kennelijk om beleidsmatige redenen het tot dan toe prima functionerende gratiebeleid om zeep heeft geholpen.
Krampachtige reactie
Wij stelden toen dat 'de politiek (het bestuur) aanvankelijk angstig zal zijn om de rechtstreekse grip op de (finale) executie van levenslange gevangenisstraf kwijt te zijn. Op termijn echter zullen ook zij de grote voordelen zien van de balans tussen de wetgevende wetgever, de besturende bestuurder en de rechtsprekende rechter.'
En zie! In Bolkesteins idee herkennen we de wat krampachtige reactie van het/de (gewezen) bestuur/politiek. Toch zal het (huidige) bestuur op korte termijn (moeten) inzien dat binnen onze rechtsstaat een toets door een rechterlijk college hier beter past dan een toets door een tribunaalachtig samenspan van 'rechters, officieren van justitie en vertegenwoordigers van het departement en het gevangeniswezen'.
Met name Bolkesteins gedachte dat een dergelijke Gratieraad 'meer beleidsvormend' te werk zou moeten gaan dan rechters, spreekt niet aan. Het gaat immers bij het tussentijds toetsen van nut & noodzaak van de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf steeds om de beoordeling van een individueel geval.
Europese buitenbeentje
De wijze waarop een dergelijke reviewprocedure moet worden ingericht en welke elementen (doch in elk geval niet uitsluitend het vergeldingsaspect) de rechter in zo'n procedure zou moeten wegen, is aan de wetgever. Het ligt voor de hand om in een dergelijke procedure naast de standpunten van de officier van justitie en de verdediging de meningen van deskundigen uit het gevangeniswezen, de reclassering en de psychiater en/of psycholoog mee te wegen. Maar het is steeds de onafhankelijke (straf)rechter die toetst en het is uiteindelijk aan het bestuur om dat uit te voeren.
Aan de bewindslieden van Veiligheid en Justitie de taak duidelijk te maken dat invoering van een dergelijke procedure zeker niet betekent dat iedere levenslang gestrafte automatisch vrijkomt na ommekomst van 25 jaar.
Aan hen ook de eer om uit te leggen dat de rechtsstaat een dergelijk systeem verdient. Alleen dan ontstaat evenwicht tussen de strafoplegging en de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf en is onze rechtstaat niet het Europese buitenbeentje maar weer een voorbeeld. Zo niet: dan is iedere opgelegde levenslange gevangenisstraf één leven te lang!
Jacco Janssen en Liesbeth van Walree zijn respectievelijk senior rechter en rechter in de rechtbank Rotterdam.
Tamara Trotman is raadsheer in het gerechtshof Den Haag.