VerslaggeverscolumnMargriet Oostveen in Breda en Roosendaal

Het hapert en stokt in het covid-opschalingslaboratorium

null Beeld
Margriet Oostveen

In het laboratorium van Microvida in het Bravis-ziekenhuis te Roosendaal zie ik, neus bovenop de reageerbuisjes, het royale Nederlandse coronatestbeleid voor mijn ogen in de soep lopen. Overdrijf ik? Niet in het minst, zeggen ze hier.

Arts-microbioloog Bram Diederen is directeur van dit covid-opschalingslaboratorium, nota bene door de overheid zelf aangewezen om méér coronatesten uit te voeren. Maar vraag hem of het huidige testbeleid nog wel houdbaar is en hij mompelt dat hij deze ‘gouden standaard voor iedereen’ eigenlijk zou willen áfschalen.

‘We moeten naar een sneltest, die binnenkort heel geschikt is om de negatieven eruit te halen. Dan houd je een klein percentage mogelijk positieven over – zeg 20 procent, díe moet je dan testen met deze duurste, ingewikkeldste test.’ Dat die nu voor Jan en alleman gebruikt wordt, terwijl het testen van écht zieke patiënten in gevaar komt, maakt hem ‘misselijk’.

GGD-monster zoals het binnenkomt bij Microvida Breda. Beeld
GGD-monster zoals het binnenkomt bij Microvida Breda.

Ik mocht komen bekijken wat er zoal hapert in het lab. Als we de afspraak maken is net bekend dat de GGD’s op veel plaatsen niet meer kunnen testen, omdat de laboratoria overbelast zijn. Met testen op deze manier creëer je ook ‘een monster’, zegt Diederen. Nu kost het in sommige regio’s vier dagen voordat iemand een uitslag heeft en daarná moet de GGD nog iedereen na gaan bellen. Gezien de incubatietijd van het virus kan dat bij lange wachttijden nauwelijks meer op tijd lukken. ‘Dat wéten we. Waarom doen we het dan?’

Het lange wachten ligt zeker niet aan de laboranten zoals teamleider Josette, Maaike, Nadine en Esther. Iedereen draait hier al een halfjaar overuren. En het apparaat voor hoog volume covid-diagnostiek in het lab, de Cobas 6800, kan gemiddeld duizend monsters per dag van een uitslag voorzien. Helaas loopt het ding minstens één keer per week vast. Soms twee keer. Dan moeten ze op een monteur wachten, gemiddeld een dag, het lijkt de loodgieter wel, want dit soort machines loopt overál vaker vast, nu er zoveel coronatests doorheen worden gejaagd. Twee andere machines vangen dat op, de M2000 en de MP96. Die zijn oneindig trager.

Het lab heeft dus net een nieuwe dubbel zo grote testmachine bij fabrikant Roche gekocht – die arriveert volgende week. Maar wat heb je aan een printer zonder inkt? En de inkt voor het coronatesten is bijna op. Het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK) kan minder dan de helft leveren van het testmateriaal dat Microvida dagelijks nodig heeft. Voor de rest gebruikt het lab eigen voorraad. Over anderhalve maand zijn ze daar doorheen. Dus als het griepseizoen lekker op gang komt? Bram Diederen: ‘Dan zijn we de lul.’

De Cobas 6800, het haperende apparaat voor hoog volume Covid-diagnostiek in Roosendaal. Beeld
De Cobas 6800, het haperende apparaat voor hoog volume Covid-diagnostiek in Roosendaal.

Er gaat meer mis. Het RIVM inspecteert tevoren wat het LCDK aan materialen krijgt aangeboden. Laatst keurde het RIVM een partij wattenstaafjes af. En daarna zijn die toch bij de GGD West-Brabant beland, hoor ik deze dag bij een andere vestiging van Microvida, in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Hier komen alle afgenomen coronatests van de GGD West-Brabant het eerst binnen, om te worden geregistreerd en overgezet in kleinere buisjes: het formaat dat in de Cobas in Roosendaal past.

Als ik binnenloop staan net twee medewerkers namens de GGD te overleggen met teamleider Harald van Esch. Op de balie ligt zo’n lange wattenstaaf – afgekeurd. We ontdekten het pas toen er al honderden monsters mee waren afgenomen, zeggen de GGD’ers, en die zoals dat hoort in de buisjes met blauwe vloeistof waren gezet.

Harald: ‘En toen smolten de watten.’

Pardon?

‘De aanhechting tussen wat en staafje loste zomaar op in de blauwe vloeistof die het monster beschermt.’

De helft van Microvida’s dagcapaciteit, gesmolten. In honderden monsters voor coronatests. De laboranten moesten het materiaal handmatig met een pipet uit al die buisjes vissen. Ze hebben de GGD’s in West-Brabant toen gevraagd het testen tijdelijk wat af te schalen, zegt Harald, ‘zodat wij binnen vierentwintig uur de uitslag konden geven’. Dat is namelijk de afspraak.

De monsters blijven zich opstapelen. Beeld
De monsters blijven zich opstapelen.

Niemand doet hier trouwens geheimzinnig over. Een haperende Cobas, gedoe met materiaal: onder de huidige omstandigheden noemt directeur Bram Diederen dat ‘huis-tuin-en-keukenproblemen’. Écht verontrustend is het tekort aan testmateriaal.

Naast me staat de Cobas te zoemen. Op tafel weer nieuwe rekjes gevuld met 94 reageerbuisjes met blauwe dopjes: de GGD-monsters. En rekjes met witte of roze dopjes: de klinische coronatests, uit zieken- en verzorgingshuizen. Zolang er gebrek aan testmateriaal is, gaan de klinische tests bij iedere ronde in de Cobas voor. Pas daarna mogen de coronatests van de GGD in de machine. Als die niet weer is vastgelopen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden