COLUMNBERT WAGENDORP
Het coronavirus wijst ons de weg naar een radicale herziening van onze manier van leven
Het mooie van dreigingen is dat ze, behalve dreiging dus, ook altijd hoop in zich dragen. Die hoop is gericht op het moment waarop de dreiging is opgeheven. Dat was zo tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de hoop op een betere wereld als de ellende eenmaal voorbij was heel sterk was, en dat is nu zo met de Eerste Corona-oorlog. Het is ook aangenaam, om te denken over tijden waarin de dreiging is verdwenen.
In de voortreffelijke Volkskrant-Zaterdagspecial ‘De wereld na corona’ zat veel hoop. Ook dreiging, journalisten zijn nu eenmaal geen evangelisten, maar in veel van de stukken zat een optimistisch element: als we lessen leren uit de coronacrisis, als we op zoek gaan naar de oorzaken en beleid ontwikkelen om herhaling te voorkomen, kan dat ons op langere termijn ten goede komen.
Sommige mensen vinden dat je daar nu nog niet over mag nadenken, omdat we, vinden zij, eerst de pandemie onder controle moeten krijgen. Jort Kelder haalde vrijdagavond bij Jinek niet ten onrechte de bio-industrie erbij, waarop de andere gast Gerdi Verbeet onmiddellijk reageerde met: ‘Dat lijkt me niet iets voor deze fase.’ Onzin.
In de gewone wereld (die buiten de talkshowtafels) wordt in deze fase op allerlei niveaus allang nagedacht over de oorzaken van de crisis en welke consequenties we daaruit zouden moeten trekken. En maar goed ook.
In de visie van anderen past helemaal geen optimisme: zij scheppen om de een of andere zieke reden veel genoegen in het schetsen van hopeloze apocalyptische horrortaferelen: hysterische waanzin.
Het coronavirus krijgt heel wat op zijn (haar?) schouders. Het wordt van simpele ziekmaker instrument op weg naar een andere wereld. Het killertje dwingt ons na te denken over onze omgang met dieren, of, in de woorden van patholoog Thijs Kuiken: we moeten in plaats van antropocentrisch ecocentrisch gaan denken. Dat is nogal een kanteling. We moeten onze hele manier van leven heroverwegen. De tijd van grenzenloze consumptie is voorbij, ook nadat corona is gevloerd.
Corona dwingt ons de hele arbeidsmarkt opnieuw in de steigers te zetten. Daar waren we al mee bezig, maar het moet ingrijpender. Voor eurocommissaris Timmermans is corona een extra argument voor zijn Green Deal – bovendien zijn er opeens extra investeringsmiljarden.
Corona zet aan tot nadenken over onze democratie. Die heeft een technocratisch karakter gekregen: de experts bepalen het beleid. Maar als dat met de coronacrisis zo is, waarom dan niet op andere terreinen? Corona verandert onze kijk op het maatschappelijk belang van mensen in de zorg en het onderwijs, die nog niet zo lang geleden moesten bedelen om een fooi. Het coronavirus maakt zonder spandoeken moeiteloos tientallen miljarden los.
Corona verandert onze kijk op de wereld en onszelf. ‘We staan op een kruispunt’, zei de Britse econoom Ian Goldin tegen Peter Giesen. We kunnen linksaf of rechtsaf, we kunnen ervoor kiezen te streven naar herstel van de status quo. Of we kunnen de pandemie gebruiken voor een radicale herziening van onze manier van leven.
We kunnen dat laatste ook niet doen – en het zou me niet verbazen als het daarop gaat neerkomen, zoals er ook na de bankencrisis niets wezenlijks veranderde.
Maar doen we niets anders dan een terugkeer naar onze oude gewoonten, dan is de prijs een volgende pandemie, mogelijk eentje die nog rampzaliger is dan de huidige; dat moeten we ons goed realiseren.