Opinie
GGZ moet ongeboren kinderen beschermen
Zwangere vrouw moet gedwongen opgenomen worden als haar ongeboren kind gevaar loopt.
Het rapport Prenatale Kinderbescherming en de rol van de overheid ligt nu bij staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie en zijn collega's Schippers en Van Rijn van Volksgezondheid.
Het is goed dat dit rapport is opgesteld en het onderwerp de aandacht van de landelijke media krijgt. De huidige wetgeving is namelijk niet expliciet genoeg over de rechten van ongeboren kinderen die beschermd moeten worden tegen hun moeder, wanneer die schadelijk gedrag vertoont voor het ongeboren kind. Hierbij moet je denken aan het gebruik van alcohol en roken, beiden gewoon legaal in Nederland. Toch wordt bij excessief gebruik de ongeboren vrucht geschaad.
Iedere moeder wil in principe het beste voor haar kinderen. Niet alle moeders zijn echter in staat, als gevolg van hun problematiek, dit 'beste' ook daadwerkelijk in praktijk te brengen. Deze moeders moet tegen zichzelf worden beschermd en ook het ongeboren kind verdient onze bescherming.
Jeugdbeschermers
In het rapport wordt vooral de nadruk gelegd op het oplossen van het probleem door de inzet van jeugdbeschermers van een gecertificeerde instelling. Jeugdbeschermers zijn er om de veiligheid van kinderen te garanderen, desnoods door de kinderen uit huis te plaatsen als ouders niet in staat zijn deze veiligheid te bieden.
Maar hoe haal je een ongeboren kind weg bij de moeder die een bedreiging vormt? Zie hier de valkuil waar we niet in moeten stappen. Je moet gezinsmanagers niet opzadelen met een verantwoordelijkheid die ze niet kunnen waarmaken. Zij hebben hier ten aanzien van de moeder nauwelijks bevoegdheden voor. Zij zijn onmachtig om iets aan het probleem te doen en kunnen alleen maar hopen dat de schade meevalt en het kind weghalen zodra het geboren is. Het kwaad in de vorm van verslaafd geboren worden of een foetaal alcoholsyndroom, wat blijvende schade kan geven, is dan al geschied.
De instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en gemeenten hebben deze bevoegdheid wel. Zij kunnen een zwangere vrouw opnemen indien zij een bedreiging is voor zichzelf of anderen (lees: haar ongeboren kind). Als die hun verantwoordelijkheid niet nemen, kan van bescherming van ongeboren kinderen geen sprake zijn.
'Kindcheck'
Dit is niet het enige dossier waarop de volwassen GGZ meer verantwoordelijkheid zou moeten nemen. Landelijk bestaat de afspraak om bij behandelingen de zogenaamde 'kindcheck' te doen. Dit houdt in dat ze vragen of de persoon die in behandeling is kinderen heeft. Behalve dat dit niet consequent wordt gedaan, wordt er nauwelijks een consequentie aan verbonden als therapeuten ontdekken dat de patiënt incapabel is om kinderen op te voeden.
Ook doet de GGZ zeer moeilijk over het geven van informatie over de behandeling, terwijl dit in het belang van kinderen van cruciale betekenis kan zijn.
Ik roep deze instellingen en gemeenten dan ook met klem op om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van het beschermen van kinderen. Ook ten aanzien van kinderen die nog niet geboren zijn.
Daarnaast roep ik de bewindslieden op het door aanpassing van wetgeving mogelijk te maken dat zwangere vrouwen gedwongen opgenomen kunnen worden als gedrag dat bedreigend is voor het ongeboren kind daarmee afgewend kan worden. Dit is impliciet nu al een mogelijkheid in de wet. Het zou mooi zijn als dit expliciet gemaakt zou worden.
Als de zwangere vrouw behandeld wordt, is het prenataal toevoegen van een kinderbeschermingsmaatregel een heel verstandig idee. Alleen in een combinatie van deze maatregelen ligt de mogelijkheid om het probleem echt aan te pakken en het doel: ieder kind veilig, dichterbij te brengen.