ColumnSylvia Witteman

‘Getverderrie! Ja sorry hoor, er zit hier iemand uitgebreid te éten’

null Beeld
Sylvia Witteman

De volle trein naar Utrecht was zojuist vertrokken, en ik zat er in, met een broodje. Een broodje mozzarella en tomaat. Ik had het gekocht op het station, omdat ik honger had. Schuin tegenover me zat een man hardop te bellen. ‘Ja, ze willen zogenaamd van het zwarte geld af’, riep hij smalend in zijn telefoon. ‘Nou weet jij net zo goed als ik, Freek...’

Ik nam een hap van het broodje. ‘Ja, nee, precies’, vervolgde de man. ‘Zonder zwart geld gaat de hele economie naar de klote. Dat weet jij, dat weet ik, en dat weten zij ook. Maar intussen...getverderrie! Ja sorry hoor, er zit hier iemand uitgebreid te éten!’

Walgend keek hij me aan. Verbaasd keek ik terug. Wat voor aanstoot kan iemand nemen aan een broodje mozzarella met tomaat? Het eten maakt geen lawaai, zoals een appel, en het stinkt ook niet, zoals een patatje oorlog, een broodje eiersalade of een dampende döner kebab, allemaal dingen die ik bij nader inzien trouwens veel liever gegeten zou hebben dan dit broodje: rubberige kaas, waterige tomaat, en zure fabriekspesto. Maar ja, ik had honger, dus ik nam nog een hap.

De man lulde voort over de heilzame werking van zwart geld op de economie, maar bleef mij walgend aankijken alsof ik met de wc-deur open zat te kakken. Besmuikt zocht ik op mijn telefoon de site van Beatrijs Ritsema op, de koningin van de Nederlandse etiquette. Wat vond zij van eten in de trein?

‘In het openbaar vervoer is eten tegenwoordig toegestaan’ sprak Hare Eminentie genadiglijk, maar ook, voor de goede verstaander, een tikje zuinig. Zelf zou ze het nóóit doen, dat las ik wel tussen de regels door. Met berouwvol gebogen hoofd nam ik nog een hapje, en dwaalde wat door Ritsema’s etiquette-blog: een fascinerend geval van een man die de parkieten van zijn vriendin per ongeluk heeft laten ontsnappen, waarna die vriendin nog weken ontroostbaar blijft.

‘U zult moeten accepteren dat de emotionele prioriteiten van uw vriendin bij haar gevederde vrienden liggen, en niet bij u’, las ik, terwijl ik nog een hap nam. De bellende man keek me nog steeds vies aan, en het onheus belegde broodje smaakte me tóch al niet. Ik had het inmiddels voor tweederde op en mijn honger was verdwenen.

Ik stopte de rest terug in het zakje en deponeerde dat in de vuilnisbak naast mijn stoel. De man maakte een sissend geluid en riep; ‘Jézus, Freek. Er gooit hier iemand een broodje in de vuilnisbak. Een vérs broodje. In deze tijden!’

Het is ook nooit goed.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden