ColumnTim Fransen
Fixeren op dat ene ding dat nog mankeert is de enige manier om ons van onze luie reet af te krijgen
Filosoof en cabaretier Tim Fransen buigt zich op ons verzoek over niet de minste levensvragen. En probeert er een les uit te trekken.
Ooit las ik op een tegeltje: ‘Mensen zijn niet dankbaar omdat ze gelukkig zijn; mensen zijn gelukkig omdat ze dankbaar zijn.’ Destijds had ik de neiging om dit zijige tegeltje aan gort te slaan. Achteraf ben ik dankbaar dat ik dat niet heb gedaan. Ook omdat dat niet is wat je wilt uitleggen als je nieuwe schoonouders vragen wat er allemaal op hun toilet gebeurt.
Om eerlijk te zijn heb ik me lange tijd weinig dankbaar gevoeld. Terwijl er genoeg aanleiding voor was. Wat dacht je alleen al van het feit dat ik ben geboren in een rijk, westers land met twee gelijke benen en relatief weinig lichaamshaar, maar ook weer niet zo weinig dat het raar is. Het was dan ook een grote opluchting toen ik een verklaring vond voor mijn ondankbaarheid: het menselijk brein. Dat is niet geprogrammeerd om dankbaar te zijn, integendeel. Om ons te motiveren en te helpen overleven, heeft de evolutie ons opgescheept met een brein dat gefixeerd is op dat ene ding dat nog mankeert, op dat ene verlangen dat nog bevredigd moet worden; en bovendien met een brein dat beloningen in de toekomst schromelijk overschat. Dat is blijkbaar de enige manier om ons van onze luie reet af te krijgen.
Onze geest schotelt ons dan ook regelmatig allerlei verlossingsfantasieën voor. Die kunnen over van alles gaan: de ware liefde, ons droomhuis, of een prestatie die we najagen. We denken: als ik dit of dat heb, of als ik zus of zo heb bereikt, dan zal ik echt gelukkig zijn. Het tv-programma Ik vertrek is vrijwel volledig op deze illusie gebaseerd. Want als het eenmaal zover is, valt het geluk meestal tegen, klopt binnen de kortste keren de onvrede weer aan, waarna er weer een nieuwe verlossingsfantasie opdoemt, waarvan de beloning ook weer zal tegenvallen. Ad infinitum.
Zelf heb ik hier de bittere consequenties van gevoeld na de première van mijn eerste cabaretvoorstelling. Jarenlang had ik toegewerkt naar dat ene moment. Ik werkte hard, bracht offers, was gefixeerd op die ene dag, want ik wist zeker: als mijn première slaagt, wordt alles anders. Het moment kwam, ik ontving lovende recensies, won prijzen (ik heb nog niet ieders felicitatie ontvangen). En toch... alles bleef min of meer zoals het was.
Mijn fietslamp ging nog steeds kapot, ik moest nog steeds naar de tandarts voor een wortelkanaalbehandeling, ik stond nog steeds in de supermarkt voor een leeg schap courgettes, terwijl dat in de ogen van mijn gasten toch een cruciaal ingrediënt was geweest voor wat ik had willen maken (courgettesoep). Kortom: het oneindige geluk – de grote verlossing – bleef uit.
Ik geef het niet graag toe, maar dat tegeltje had gelijk. Bewust stilstaan bij onze zegeningen is misschien wel de beste manier om ons onverzadigbare brein het zwijgen op te leggen en even simpelweg gelukkig te zijn. Dat gun ik iedereen: vaker stilstaan bij wat er wel is, in plaats van wat er ontbreekt.
En dan kijk ik ook even naar de mensen die bij mij soep komen eten.