Boeken

Fixdit schreef een manifest tegen seksisme in de letteren: ‘Die gaten in de geschiedenis zijn er niet per ongeluk’

In hun manifest Optimistische woede roepen de elf Nederlandse en Vlaamse schrijfsters van collectief Fixdit op tot actie tegen het seksisme in de letteren. Die is hard nodig, volgens Gaea Schoeters, en ook de lezer mag aan de bak.

Daphne van Paassen
Auteur en journalist Gaea Schoeters Beeld Rebecca Fertinel
Auteur en journalist Gaea SchoetersBeeld Rebecca Fertinel

Toen begin deze maand duidelijk werd dat ook de nieuwe Nederlandse literaire canon gedomineerd wordt door mannelijke, witte auteurs en dat schrijfsters wederom slechts met een lampje waren te vinden, ontplofte de appgroep van schrijverscollectief Fixdit. ‘Waren zij voor niemand schouders om op te staan?’, appte Manon Uphoff verontwaardigd over de niet genoemde schrijfsters. ‘Dat er weer zo bedroevend weinig vrouwen op staan (24 op 100) was natuurlijk te voorspellen. Als je ze niet kent, kun je ze er ook niet op zetten’, tikte Fleur Speet terug. Maar het collectief was ook hoopvol, zegt Gaea Schoeters twee weken later vanaf een picknicktafel bij een garage net buiten Antwerpen, waar ze vlak voor een optreden met de Fixdit-leden Annelies Verbeke en Manon Uphoff zit te wachten tot haar motor terug is van een onderhoudsbeurt. ‘We dachten meteen: nu zullen toch ook de ogen geopend worden van de mensen die altijd zeggen dat het wel meevalt met de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de literatuur.’ De Vlaamse journalist en schrijfster van onder andere het bejubelde Trofee (waarin een Wall Street-makelaar naar Afrika trekt om een neushoorn te schieten), is een van de elf vrouwelijke auteurs die actievoeren tegen het seksisme in de letteren. Hun laatste wapenfeit: het manifest Optimistische woede, waarmee ze de komende weken in wisselende samenstelling langs boekhandels toeren.

Dat collectief ontstond bijna toevallig, toen het CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) in 2019 ‘alweer’ geen vrouw had kunnen vinden om het boekenweekgeschenk te schrijven. En dat terwijl het boekenweekthema ‘De moeder, de vrouw’ was. Dat schoot een aantal schrijfsters in het verkeerde keelgat. Ze stuurden een openbare brandbrief die ondertekend werd door ruim 700 mensen uit het boekenvak.

null Beeld Rebecca Fertinel
Beeld Rebecca Fertinel

Niet veel later was het weer raak, toen toenmalig minister van Cultuur Ingrid van Engelshoven in een interview haar negen favoriete schrijvers onthulde: negen mannen. Ze liet zich niet leiden door sekse, maar puur door kwaliteit, verklaarde ze. De minister ontving daarop een doos boeken van vrouwelijke auteurs; in NRC schreven zij dat de uitspraak van de minister een gebrek verried ‘aan bewustzijn over de mechanismen die achter de voorkeur voor mannelijke auteurs schuilgaan’.

En dat was het begin van het collectief Fixdit, dat niet alleen bewustzijn wil creëren, maar het seksisme ook wil ‘fixen’ door oplossingen aan te dragen. Zo is er een podcastreeks waarin schrijvers Annelies Verbeke en Jannah Loontjes (vergeten) vrouwelijke schrijvers wakkerkussen; verzorgen ze historische heruitgaven en is er nu dus een heus manifest (‘Te weinig literatuur lezen van vrouwen kan leiden tot mentale armoede’; ‘De canon kan en moet DIVERSER’) omdat de schrijfsters steeds weer merkten dat mensen nauwelijks kennis hadden over dat seksisme in de letteren.

Een van de co-auteurs van de nieuwe canon vroeg zich na alle commotie op de website Neerlandistiek.nl af: ‘Als vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op de leeslijsten, welk groot onrecht is daar dan geschied?’

‘Ik moet dan altijd denken aan een poster van de actiegroep Guerrilla Girls die posters drukten met: ‘You’re seeing less than half the picture without the vision of women artists and artists of color.’ Zo is het ook met literatuur. We maken meer dan de helft uit van de wereldbevolking. Als je de wereld dan nooit door de ogen van vrouwen ziet, ontbreekt een belangrijk perspectief. Daarbij komt dat als er nauwelijks vrouwen in de canon zijn opgenomen of in musea hangen, je eigenlijk zegt tegen het publiek: vrouwen hebben nooit dingen gedaan die belangrijk genoeg zijn om te worden gecanoniseerd of aangekocht door musea.’

Je zou daar tegenin kunnen brengen dat de canon grotendeels de literaire historie weerspiegelt, toen er eenvoudigweg veel meer mannelijke schrijvers waren.

‘Maar dat is juist een van de dingen die helemaal niet waar blijken te zijn. Ook tot mijn eigen stomme verbazing trouwens. We denken altijd dat die vrouwelijke kunstenaars en denkers er niet waren, maar dat is historisch helemaal niet juist. Ze zijn alleen vaak in de vergetelheid geraakt, ondergesneeuwd. Neem bijvoorbeeld de verzetsvrouwen uit de recent uitgekomen documentaire ‘Nelly en Nadine’, het liefdesverhaal van twee vrouwen in concentratiekamp Ravensbrück. Na de oorlog hebben ze geprobeerd hun gezamenlijk oorlogsdagboek gepubliceerd te krijgen, maar geen uitgever was geïnteresseerd. Het is gewoon níét zo dat die vrouwen er niet waren. Die gaten in de geschiedenis zijn niet per ongeluk ontstaan.’

Moeten er nu witte mannen worden gecanceld?

‘Beslist niet. Wij willen helemaal geen dingen afschaffen, we willen om met Annelies Verbeke te spreken niet aanvallen maar aanvullen. Maar een canon reflecteert natuurlijk per definitie een bepaalde tijd. Daarom moet ie ook steeds aangepast worden.’

Toch maken recensenten als Onno Blom zich zorgen. Van de mannelijke oud-winnaars van de Librisprijs staat er nu geen enkele op de longlist. Hij heeft het over bijltjesdag.

‘Ik vind dat een hele wonderlijke reactie. Jarenlang hebben vrouwen niet of nauwelijks op die lijsten gestaan en nu er iets van een precair evenwicht lijkt te ontstaan, schreeuwt men moord en brand. Die plaats is geen verworven recht.’

Tegenwoordig is ongeveer de helft van de schrijvers vrouw. Waar zit de ongelijkheid?

‘Driekwart van de grote literaire prijzen gaat naar mannelijke schrijvers. Van de 165 bestverkochte literaire werken werden er 25 geschreven door een vrouw. Scholieren lezen voor de lijst in bijna 75 procent van de gevallen een boek van een man. Mannen worden vaker vertaald, vaker gerecenseerd, vaker genomineerd voor prijzen die ze ook vaker winnen. De werkbeurzen die mannen ontvangen zijn hoger en ze krijgen vaker prestigieuze opdrachten. Het is echt geen buikgevoel van een stel hysterische, feministische auteurs die zich achtergesteld voelen.’

null Beeld Rebecca Fertinel
Beeld Rebecca Fertinel

Helpen die cijfers om mensen te overtuigen?

‘Vaak zeggen ze net als Van Engelshoven: maar het gaat bij literatuur toch puur om de kwaliteit? Wat eigenlijk een verbloemde manier is om te zeggen dat vrouwen het niet kunnen. Terwijl er nogal wat randvoorwaarden zijn waardoor het misschien lijkt alsof vrouwen het niet kunnen.’

Zoals?

‘Mannen aan de top bepalen nog steeds onbewust de literaire norm. Maar ook: boeken van vrouwen worden anders gelezen dan die van mannen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke auteurs in andere bewoordingen beoordeeld worden en dat de criteria op basis waarvan dat gebeurt ook verschillen. Bij mannen gaat het bijvoorbeeld vaker over vorm, stijl en thematiek, bij vrouwen over de vraag in hoeverre het werk autobiografisch is. Daarmee versmal je de beoordeling tot het persoonlijke en laat je het literaire aspect buiten beeld. Dan krijg je uitspraken zoals die van de jury van de Libris Literatuurprijs in 2007: vrouwen worden zo zelden bekroond omdat ze het nu eenmaal ‘alleen over onbetekenende onderwerpen, persoonlijke wissewasjes en relatieproblemen hebben’. Maar schrijft een man over zo’n dagelijks onderwerp, wint-ie prompt.

‘Schrijfsters worden ook lager gewaardeerd omdat ze vrouw zijn. Wetenschapper Corina Koolen heeft een soort van blind test gedaan waarbij ze dezelfde teksten aan proefpersonen voorlegde. Dachten die dat de tekst van een man was dan werd die hoger gewaardeerd. Het Matilda-effect wordt dat wel genoemd, een fenomeen dat zich overal voordoet: ideeën met een mannennaam erboven worden anders gewaardeerd dan precies dezelfde ideeën onder een vrouwennaam.

‘Niet voor niets wordt in recensies vaak gesproken van ‘de nieuwe Brouwers’ of ‘de nieuwe Mulisch’. Niemand heeft het ooit over ‘de nieuwe Woolf of Yourcenar’. Als je als vrouw serieus genomen wil worden vraag je dus een blurb van een man op je boek of noem je in interviews mannelijke inspirators.’

Welke inspirators zou je zelf noemen?

‘Ook ik noem dan automatisch mannelijke voorbeelden – Kundera en Mulisch omdat ik graag ideeënromans schrijf. Maar ik denk tegenwoordig wel: er moet ook een vrouw bij. En dan zou ik kiezen voor Jeanette Winterson omwille van haar hervertellingen van bestaande verhalen en mythen. Ook voor mij geldt dat ik ben opgegroeid met een literatuur die gedomineerd wordt door grote mannen, dus herhaal je die namen. We zijn deel van het systeem en dat is gewoon heel lastig te bestrijden. En dan heb ik nog het grote geluk gehad dat ik niet heteroseksueel ben waardoor je makkelijker kennismaakt met queerliteratuur en je automatisch meer vrouwen leest.’

Wat zegt zo’n term ‘queerliteratuur’ over de plek die het in het literaire landschap inneemt?

‘Je benadrukt natuurlijk dat het geen mainstream is en dus dat het niet echt onderdeel uitmaakt van de Ernstige Literatuur. Zoals dat ook geldt voor migrantenliteratuur of vrouwenliteratuur. Dat zijn getolereerde nichegenres die niet zozeer op hun literaire merites beoordeeld worden, alswel bekeken worden als een soort van sociologisch randfenomeen dat in het beste geval emancipatorische waarde heeft. Maar op die manier blijf je het maar wegduwen uit de serieuze mainstream literatuur. Het toont heel duidelijk waar de macht ligt.’

Wie heeft dan die macht?

‘Wij geloven natuurlijk niet in een complot, een evil masterplan of iets dergelijks waarbij er machtige mannen aan de touwtjes trekken. De machtsongelijkheid is het gevolg van een culturele erfenis van eeuwen.’

Wat betekent dat voor lezers?

‘Niet alleen vrouwelijke auteurs zijn minder zichtbaar; dat geldt ook voor het vrouwelijke personages. Ook als personage zijn mannen oververtegenwoordigd. Dat lijkt niet erg. Meisjes vinden het helemaal niet problematisch om boeken te lezen die door mannen zijn geschreven of die de wereld tonen door de ogen van een man. Maar omgekeerd is dat niet het geval. Jongens en mannen zetten een boek van een vrouw of met een vrouwelijk hoofdpersonage weg als ‘vrouwenboek’, dat niet voor hen is. Dat is eigenlijk betreurenswaardig want we weten uit onderzoek dat lezen empathie aanwakkert. Maar veel mannelijke lezers leren niet om zich in te leven in het vrouwelijk perspectief. Dat romans met een mannelijk hoofdpersonage meer kans maken op bekroningen, helpt natuurlijk niet.’

Terwijl vrouwen inmiddels zowel in België als Nederland de grootste groep lezers zijn.

‘Het laat zien hoe triest we ervoor staan. Vrouwen worden nog altijd bediend met een product dat gemaakt is op maat van iemand anders. Maar dat is niets nieuws, hè? De Britse activist en journalist Caroline Criado Perez laat dat zien in haar boek Onzichtbare vrouwen. De wereld is grotendeels op mannen ingericht – van auto’s, werkplekken, medicijnen tot gereedschap, allemaal ontworpen op de man. In de literatuur is het niet anders. Dat de vrouw dan de hoofdgebruiker is, doet niet ter zake. Al is er door de ‘woke’- en MeToo-beweging inmiddels wel wat aan het veranderen.’

Er zijn ook mannen die zich inleven in een vrouwelijk personage. Dan klinkt vaak weer de kritiek dat ze zich aan toe-eigening bezondigen.

‘Het hele toe-eigeningsdebat vind ik een beetje moeilijk, omdat het schrijven vanuit iemand anders, vanuit een personage nu eenmaal is wat een schrijver doet. Ik kies zelf vaak personages die heel ver van mij afstaan omdat ik wil begrijpen wat hen drijft. Waarmee ik empathie hoop te vinden. Een soort gemeenschappelijke grond ook, van waaruit het gesprek tussen mensen die totaal verschillend zijn mogelijk is. Ik denk juist dat het wat kan opleveren als mannen zich ten diepste willen inleven in een vrouwelijk personage. Zelfs als ze dat niet goed doen en vrouwen roepen dat ze zo niet in elkaar zitten, want dan begint het debat.’

Van welke vorm van seksisme heb je persoonlijk het meest last gehad?

‘In mijn eerste roman was er sprake van een liefdesgeschiedenis waarvan je zou kunnen vermoeden dat die zich afspeelt tussen twee vrouwen. Toen kreeg ik van iemand met een hoge beleidspositie in het literaire veld de opmerking: ‘Als je ooit wil doorbreken in de letteren en je ernstig genomen wil worden, dan moet je ophouden met die lesbische seks want daar zitten mannen echt niet op te wachten.’ Dat vond ik ronduit schokkend.’

Wat moet er gebeuren om de kloof in de letteren te dichten?

‘Tijdens de tour gaan we met lezers in gesprek en lezen we voor uit ons manifest: dat is een bijna een teasende performancetekst geworden, waarin we toch een aantal dingen naar voor brengen waar mensen dan over kunnen nadenken. Want het begint toch vaak met het prikkelen en mensen bewust maken van hun blinde vlekken. Maar we proberen met de podcast en de historische heruitgaven ook heel praktisch iets te veranderen.

‘Wat ik daarnaast belangrijk vind, is de vraag hoe we dit onder de aandacht van jongeren kunnen brengen. Zeker in deze tijden van ontlezing, is herkennend lezen heel belangrijk voor jonge lezers. Je leest dan eerst vanuit een perspectief dat je herkent. Dat is een beproefde manier om in te stappen in literatuur. Vervolgens ga je lezen vanuit een ander perspectief dan dat van jou. In beide fases is diversiteit dus belangrijk. Dat bepaalt in belangrijke mate je wereldbeeld.

‘Maar er is vooral ook onze hashtag, waar iedereen mee aan de slag kan: #leeseenvrouw. Lees vrouwen, leg op ze een mooie plek in de winkel, programmeer ze. Noem hun namen en blijf ze noemen.’

Fixdit: Optimistische woede.

De Geus; 80 pagina’s; € 12,99

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden