Columnbert wagendorp
Er is veel ellende op de wereld en uiteindelijk wordt die concreet op je kassabon
Het gaat slecht met de boodschappen, meldde de Volkskrant donderdag. Verslaggever Anna de Haas was met het vaste boodschappenlijstje van de krant (onder meer eieren, bananen, koffiecups, keukenpapier, pils, mandarijnen, yoghurt) naar de supermarkt gegaan. En wat bleek? De prijzen waren weer eens gestegen. Ze moest 43,32 euro aftikken, 20 procent meer dan de 36,11 euro van een jaar geleden.
De inflatie daalt, maar op de prijs van boodschappen heeft dat voorlopig weinig effect. Er gebeurt van alles in de wereld wat niet zo leuk is, maar pas als je de spullen uit het winkelkarretje op de lopende band legt, de kassamedewerker deze scant en de rekening presenteert, besef je waar die ontwikkelingen uiteindelijk concreet worden: op jouw kassabon.
Of je nou je bonuskaart trekt, naar voordeelaanbiedingen speurt of je pilsconsumptie halveert, die klap in je gezicht komt. Ik vroeg aanvankelijk nog vol ongeloof om de kassabon, maar daar ben ik inmiddels mee opgehouden.
Het AD had een paar dagen geleden zijn buitenlandcorrespondenten op pad gestuurd met het AD-boodschappenlijstje, om te zien of het overal zo de spuigaten uitliep. Dat was zo, maar de resultaten van het mini-onderzoek brachten toch een paar opmerkelijke zaken aan het licht. Zo bleek een pot Nutella in België 1,41 euro goedkoper dan bij ons, kostte de zonnebloemolie in Spanje de helft en betaalde je voor een fles Coca-Cola in Duitsland geen 1,99 maar 1,29 euro. Het betrof hier geen goedkope namaakproducten of aangelengde zonnebloemolie, maar dezelfde A-merken. Nederland hoorde bij de duurste landen.
De krant rook onraad en ging verhaal halen bij Wouter Kolk, chef Europa en Indonesië van Albert Heijn Delhaize. Kolk wist alleen dat AH in Nederland bij de fabrikant meer voor de cola en chocoladepasta betaalt dan in andere landen. ‘Dat kunnen wij niet verklaren’, zei hij. Ik weet niets van retail, maar ik heb wel zo’n vermoeden: de fabrikanten halen het onderste uit de kan, en dat is in Nederland gemakkelijker dan in bijvoorbeeld Duitsland, waar meer grote en machtige supermarktconcerns zijn. Er is veel ellende op de wereld, maar het kan zo erg niet zijn of er wordt misbruik van gemaakt.
De Europese Commissie rekende uit hoeveel de verzamelde Europese consumenten jaarlijks besparen als de supermarkten in de EU overal de laagste prijzen zouden kunnen bedingen en daar hun prijzen op aan zouden passen: veertien miljard euro. Dat komt neer op 31 euro per Europeaan – voor een beetje huishouden toch een mooie meevaller.
Voorlopig is het nog niet zover. Er is wel een interne markt, maar die geldt niet voor Europese inkoopprijzen. Coca-Cola kan in Nederland meer voor zijn bocht vragen dan in Duitsland, en dat doet het bedrijf ook. Je kunt natuurlijk de grens overgaan voor je cola en chocoladepasta inslaan in België, maar dan loop je weer tegen de hoge benzineprijzen aan. We zitten klem.
Op de vraag van Anna de Haas of we nog meer prijsverhogingen kunnen verwachten, luidde het teleurstellende antwoord: ‘Ja.’ En daar bleef het niet bij. Rabobank-econoom Sebastiaan Schreijen verwacht ook niet dat we straks – als grondstoffen weer goedkoper worden, de energieprijzen zijn genormaliseerd en de lonen gestabiliseerd (en de oorlog in Oekraïne voorbij is) – lagere prijzen tegemoet kunnen zien. Verlagingen van de consumentenprijzen in de supermarkt zijn niet de gewoonte, zegt hij. Daarvoor moet er eerst een prijzenoorlog uitbreken, en dat zit er niet in.
Ze halen ons het vel over de neus en bij de kassa zwaaien we machteloos met onze pinpas.