OpinieHarry en Meghan
En ze leefden nog lang en ongelukkig (leert een blik op hun koninklijke voorgangers)
Het risico dat prins Harry en Meghan Markle een huwelijk vol hindernissen tegemoetgaan is welbeschouwd heel groot, leert een blik op hun koninklijke voorgangers.
Ze zullen er ongetwijfeld zijn: royals die het heerlijk vinden om royal te zijn. Anders zijn er wel de onderdanen die dénken dat royals het heerlijk vinden om royal te zijn. Zo ook vandaag in de straten naar Windsor Castle. Prins Harry en zijn eega Meghan Markle zullen, op wat de mooiste dag van hun leven heet te zijn, hartstochtelijk worden toegejuicht door mensen die deelgenoot willen zijn van het veronderstelde geluk. En het paar zal, conform de verwachtingen, stralen. Dat is nu eenmaal het arrangement.
Maar de vorsten, dood of levend, die getuigen van de droefenis van hun bestaan zijn veel talrijker dan de lachebekjes onder hen. Aan hun ontboezemingen, meestal in dagboeken of brieven aan dierbare vrienden, kunnen tegenstanders van het erfelijk koningschap hun krachtigste argumenten ontlenen.
Onze koning Willem I, een workaholic die tijdens de 27 jaar van zijn regering bijna een kilometer aan archiefstukken produceerde, wist zich omringd door ondankbare onderdanen. De Belgen onder hen stichtten, in hun afkeer van Willems autocratische bestuursstijl, zelfs een eigen staat. Willem II verfoeide het lot waartoe zijn geboorte hem had veroordeeld. ‘Het komt mij voor dat een galeislaaf gelukkiger moet zijn dan een koning’, schreef hij aan het begin van zijn lijdensweg. Koning Willem III voelde zich niet zozeer gekluisterd door het koningschap, maar door de constitutionele regels die Thorbecke hem had opgelegd.
Ook zijn dochter Wilhelmina, naar eigen zeggen behept met het temperament van de Romanovs, kon het geneuzel van ministers en gekozen volksvertegenwoordigers maar slecht verdragen. Juliana was haar hele leven verwikkeld in een uitputtende rebellie tegen de conventies van het koningschap. Daarvan had koningin Beatrix voor zover bekend geen last. Als zij al problemen had met haar hoedanigheid, was ze te professioneel om daar uiting aan te geven. Willem-Alexander leek zich als kroonprins ongemakkelijker te voelen dan als koning. Maar zijn oudste dochter staat bloot aan hatelijkheden die haar als anoniem meisje wellicht bespaard zouden blijven.
Exponenten
De Oranjes zijn niet eens de exponenten van vorsten die onder het koningschap hebben geleden. Victoria van Zweden worstelt met anorexia – zoals veel vrouwen van haar leeftijd, zei ze in een openhartig interview. De vraag of haar positie als kroonprinses hieraan heeft bijgedragen, is uiteraard niet te beantwoorden. Die positie heeft haar er in elk geval niet voor behoed. Hetzelfde is te zeggen van Mette-Marit, de echtgenote van de Noorse kroonprins Haakon met een drugsverleden. Volgens door Story geciteerde ‘insiders’ is zij ten prooi gevallen ‘aan de ene kwaal na de andere’.
Alleen al het feit dat sommige media belangstellen in dit soort nieuwsfeiten doet veel af aan de benijdenswaardigheid van koningen en koningskinderen. Zo smullen de Spaanse bladen deze dagen van filmopnamen waaruit zou blijken dat het knettert tussen koningin Letizia en haar schoonmoeder koningin Sofia. Op internet discussieerden moeders en verloskundigen na de laatste bevalling van Kate Middleton geanimeerd over de vraag of de hertogin van Cambridge er verstandig aan had gedaan om krap zeven uur na de bevalling met baby op de trappen van het ziekenhuis te verschijnen.
De zojuist overleden prins Henrik van Denemarken heeft zich nooit kunnen verzoenen met zijn bescheiden positie aan het Deense hof. De Japanse kroonprinses Masako lijdt aan depressieve klachten – in verband waarmee zij sinds 2002 de openbaarheid mijdt. De tragische lotgevallen van de Grimaldi’s, de vorsten van Monaco, mogen zich al decennia verheugen in de belangstelling van paparazzi en schrijvende voyeuristen – van wier bevindingen we ‘bij de kapper’ toch best graag kennisnemen.
‘Oude orde’
En dan zijn er nog de vorsten die het feit dat zij de ‘oude orde’ belichaamden met verbanning of met de dood hebben moeten bekopen. Van de onthoofding van Lodewijk XVI in 1793 hebben de Fransen zich, volgens sommige kenners van dat volk, nog altijd niet hersteld – getuige onder andere het monarchale karakter van hun Vijfde Republiek. Van de brute moord op de Russische tsaar Nicolaas II en zijn gezin, bijna honderd jaar geleden in Jekaterinenburg, ging een vermaning uit voor de constitutionele vorsten in Europa – veelal familieleden van de tsaar – om zich vooral niet te veel van het volk te vervreemden. De laatste keizer van Oostenrijk en de koning van Hongarije, Karl von Habsburg, stierf in 1922 onder kommervolle omstandigheden op Madeira. Zijn Duitse ambtsgenoot Wilhelm II zag gedurende zijn bijna 23-jarige ballingschap in Amerongen en Doorn met wrok terug op een keizerschap waaraan hij weinig vreugde had beleefd, maar dat hij toch graag hersteld wilde zien.
De Britse monarchie, die als de succesvolste wordt beschouwd, is evenmin schokbestendig gebleken. Getuige alleen al de naamsverandering die de koninklijke familie in 1917 onderging: van Saksen-Coburg en Gotha naar het onmiskenbaar Brits klinkende Windsor. Daarmee kwam de familie tegemoet aan de anti-Duitse stemming die zich tijdens de Eerste Wereldoorlog van de Britten had meester gemaakt. Met deze cosmetische ingreep kon ze overigens niet volstaan. Koning George V begreep dat hij zich nederiger moest opstellen om de gunst van het volk te behouden. Het aanbod aan zijn neef tsaar Nicolaas II om zich in Engeland te vestigen trok hij in, om geen voedsel te geven aan de revolutionaire sentimenten onder zijn onderdanen. Het gaat te ver om te suggereren dat George daarmee de tsarenfamilie een gewisse dood heeft ingedreven, maar hij heeft het belang van de eigen dynastie wel laten prevaleren boven dat van zijn (autocratische) neef.
Affaires en crises
Vervolgens is het huis Windsor vrijwel geen decennium verschoond gebleven van affaires en crises die het leed van vorsten hebben blootgelegd. Liefhebbers van de film The King’s Speech en de onvolprezen Netflix-serie The Crown hebben de meeste voorbij zien komen. Koning Edward VIII moest terugtreden omdat hij niet mocht trouwen met de gescheiden Amerikaanse van wie hij hield – waarmee hij Groot-Brittannië wel behoedde voor een Duitsgezinde koning, maar dit terzijde. Zijn stotterende broer, George VI, heeft zwaar geleden onder het koningschap dat hij niet begeerde.
Het voorgenomen huwelijk van prinses Margaret met de gescheiden Peter Townsend kreeg niet de vereiste goedkeuring van haar zus koningin Elizabeth II, tevens hoofd van de anglicaanse kerk. Prins Charles kon pas in 2005, acht jaar na de dood van prinses Diana, trouwen met zijn jeugdliefde Camilla Parker Bowles. Charles’ tweede huwelijk houdt inmiddels al langer stand dan zijn eerste (al scheidde hij officieel pas na vijftien jaar). En dan zijn de verwikkelingen in de huwelijken van prins Andrew en prinses Anne, en de rebellie van prins Philip tegen zijn ceremoniële rol nog onvermeld gebleven.
Toch zal het huwelijk van prins Harry en Meghan Markle vandaag als een sprookje worden gevierd, hoewel het risico op ongelukken vanwege de bijzondere positie van het stel welbeschouwd heel groot is. Het eerste ongeluk vond feitelijk al plaats toen de vader van de bruid zich door paparazzi voor een fotosessie in een internetcafé liet strikken, en als gevolg van deze faux pas mogelijk verstek laat gaan bij de huwelijksplechtigheid.
Maar daarover zullen de mensen die vandaag de weg naar Windsor Castle rijen dik omzomen het niet hebben. Zij zullen huwelijksgeluk zien in een door relatieleed geteisterde familie. En de familie zal het volk daarin zo lang mogelijk ter wille zijn. Want dat is, in het Verenigd Koninkrijk en elders, het stilzwijgende contract tussen het koningshuis en de onderdanen: de ene partij bewaart het precaire evenwicht tussen koninklijk en benaderbaar zijn, de andere partij is bereid daarvoor te juichen, met vlaggen te zwaaien en desnoods een reverence te maken – ook voor een burgermeisje dat met de telg van een koninklijke familie is getrouwd. Een zekere goedgemutstheid over en weer hoort erbij. Of, zoals de zojuist afgetreden koningin Beatrix tijdens de bordesscène op 30 april 2013 tegen koning Willem-Alexander en koningin Máxima zei: ‘Even wuiven misschien?’ De toegestroomde menigte verwacht dat nu eenmaal.
Contract
De onderdanen verwachten dat de leden van de koninklijke familie de hun toebedachte rol opgewekt vervullen. Ze hebben geen zin in royals die zich beklagen over de zwaarte van hun positie. Wel worden zij geacht zich open te stellen voor het leed van onderdanen die het slachtoffer zijn geworden van natuurrampen of andere calamiteiten. Ook dat is onderdeel van het contract tussen koning en volk. Niettemin was er veel sympathie en begrip voor prins Claus toen hij met ‘klachten van depressieve aard’ kampte. Dit hing, nog afgezien van zijn grote populariteit, wellicht samen met het feit dat zijn ziekte voor koningin Beatrix geen beletsel was om haar werk te doen. Zij bleef haar contractuele verplichtingen met andere woorden stipt vervullen.
Ook Victoria van Zweden kreeg veel mededogen nadat zij openheid van zaken had gegeven over haar ‘gevecht met anorexia’. En prins Harry oogstte overwegend begrip met zijn uitspraken over de psychische problemen waarmee hij kampte na de dood van zijn moeder, prinses Diana. Maar uiteindelijk worden vorsten geacht zich te herpakken en de publieke rol te vervullen waarop de belasting betalende onderdaan recht meent te hebben.
De vraag is hoe – behalve door onthoofding of verbanning – het contract tussen vorst en volk kan worden ontbonden. Met de vreedzame afschaffing van een monarchie, zoals in Italië in 1946, hebben we betrekkelijk weinig ervaring. Wel is duidelijk dat de monarchie, die ooit tot de door God geschapen ordening behoorde, sterker dan voorheen afhankelijk is van wisselende humeuren bij de contractpartners. Onder de huidige omstandigheden zou het ondenkbaar zijn dat een koning als Willem III, die zijn representatieve taken niet of met onverholen tegenzin verrichtte, nog 41 jaar op de troon zou worden gedoogd. Zoals bleek in de nazomer van 1997, toen koningin Elizabeth zich minder begaan toonde met de dood van prinses Diana dan haar onderdanen verlangden, kan een gevestigd en geliefd koningshuis in een mum van tijd zijn krediet verliezen.
Maar de wederkerigheid van het contract brengt met zich mee dat ook een koninklijke familie het kan opzeggen. In individuele gevallen is het al voorgekomen dat vorsten afstand hebben gedaan van hun recht op troonopvolging. Maar het is niet uit te sluiten dat een regerend vorst ooit namens de hele familie bedankt voor de eer om de veeleisende onderdanen nog langer te behagen. In het verleden is dat zelfs al gebeurd. Op 13 november 1918 deed Friedrich August III, de geliefde koning van het Duitse vorstendom Saksen, afstand van de troon met de woorden ‘Macht doch eiern Dreck alleene’, wat zoveel betekent als: jullie zoeken het zelf maar uit. Menig koning zal het hem eens willen nazeggen.