OpinieSolidariteit

Een Nederlands misverstand: solidariteit is geen liefdadigheid

Hoog tijd dat Mark Rutte inziet dat solidariteit ook kan betekenen dat beide partijen erbij winnen, betoogt Frank Vandenbroucke.

Frank Vandenbroucke
Minister-president Mark Rutte vertrekt maandag bij zijn hotel voor de hervatting van de EU-top over het Europees herstelfonds.  Beeld ANP
Minister-president Mark Rutte vertrekt maandag bij zijn hotel voor de hervatting van de EU-top over het Europees herstelfonds.Beeld ANP

In de moeizame onderhandelingen over een Europees herstelfonds leidt Nederland het gevecht tegen een stevig ­verankerde Duits-Franse overtuiging. De uitkomst is op dit moment van schrijven nog onzeker, maar het gevecht gaat over het belang van solidariteit. De Nederlandse opstelling berust op een diep, maar helaas breed verspreid misverstand over solidariteit.

Toen de discussie over de aanpak van de coronacrisis losbarstte, dacht premier Rutte de rest van Europa te kunnen paaien met de belofte dat Nederland zou helpen om wat geld in te zamelen voor landen die zwaar getroffen waren. Europese liefdadigheid dus. Daar zat niemand op te wachten. Velen hebben intussen uitgelegd dat Europese solidariteit ook in het belang van Nederland is. Het gaat niet om liefdadigheid: een handelsnatie heeft welvarende buren nodig. Maar toch dringt dat moeilijk door. Blijkbaar roept het woord ‘solidariteit’ steevast het beeld op van winnaars en verliezers. Wanneer Henk en Ingrid solidair moeten zijn met elkaar, dan zijn er maar twee mogelijkheden: Henk verliest en Ingrid wint, of Henk wint en Ingrid verliest.

Een oproep tot solidariteit is dus een onsympathieke oproep om iets in te leveren. Dat Henk en Ingrid allebei kunnen winnen bij onderlinge solidariteit, blijft buiten beeld.

Vorige week publiceerden we met een aantal wetenschappers de resultaten van een onderzoek naar de houding van Europeanen tegenover een gezamenlijke aanpak van de crisis. We lieten 10 duizend mensen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje allerlei varianten van een Europees herstelprogramma te zien. Moet de Europese Commissie opvolgen wat er gebeurt met het geld en daarover aanbevelingen geven aan de lidstaten of is dat niet nodig? Worden voorwaarden opgelegd aan het begrotingsbeleid van landen die steun krijgen, of niet? Mag er een herverdeling optreden tussen de landen of moet wat landen ‘geven’ en ‘krijgen’ perfect in evenwicht zijn?

De resultaten zijn interessant. Overal is men gewonnen voor een ­actieve opvolging door de Europese Commissie. Budgettaire eisen stellen vindt men ook goed. Meteen dreigen met boetes en stopzetten van de steun wanneer het programma niet loopt zoals verwacht, krijgt weinig bijval, behalve in Nederland. Dat solidariteit niet zonder voorwaarden kan, zoals Rutte beklemtoont, is logisch. Maar wie eist dat elke individuele ‘gever’ een veto mag stellen over wat er gebeurt met de opbrengst van solidariteit, keert terug naar een 19de-eeuwse opvatting van liefdadigheid, waarbij de ‘ontvangers’ hun goed gedrag moeten bewijzen aan de ‘schenker’.

Nederland blijkt in ons onderzoek ook een buitenbeentje wat herverdeling betreft: niet alleen Italianen en Spanjaarden, ook Duitsers en Fransen staan positiever tegenover herverdeling tussen landen. Als je weet hoe het debat in Nederland wordt gevoerd, dan verrast dit niet. Uit ons onderzoek blijkt echter dat je ook in Nederland een meerderheid kan vinden voor een solidaire Europese aanpak, op basis van hoe Duitsers en Fransen daarover denken. Wie ‘neen’ blijft zeggen, riskeert isolement. Terwijl de Nederlanders best zouden toestaan om ‘ja’ te zeggen tegen de Frans-Duitse aanpak.

De Tweede Kamer debatteerde op 14 juli over de Europese top en het pensioenakkoord. Toeval, maar deze discussies hebben iets gemeen. Het pensioendebat lijdt onder dezelfde smalle invulling van solidariteit. Een goed pensioenstelsel zorgt voor maximale zekerheid in een onzekere wereld. Financiële en economische risico’s zijn onvoorspelbaar. Als mensen risico’s met elkaar delen, ook over generaties, dan beoefen je ‘solidariteit’. Dat is slim: risicodeling in het pensioenstelsel vergroot niet alleen de zekerheid over het pensioenresultaat maar verbetert dat resultaat voor iedereen. Risicodeling betekent dat pensioenresultaten ‘herverdeeld’ worden, maar het eindresultaat is dat iedereen wint.

En toch wordt herverdeling veelal achterdochtig bekeken, als een verhaal waarbij de een verliest en de anderen wint. Dus mag er vooral ‘niet te veel herverdeling’ zijn en moeten er vooral duidelijke grenzen zijn aan de solidariteit in het pensioenstelsel.

In een rapport over het pensioenakkoord dat ik op verzoek van minister Koolmees (Sociale Zaken) schreef voor de Tweede Kamer, leg ik uit waarom solidariteit belangrijk is. Het is goed dat er een pensioenakkoord tot stand is gekomen. Maar de solidariteit in het stelsel kan breder en sterker. Dat levert meer zekerheid op, iets wat alle Nederlanders wensen. Het misverstand dat er bij solidariteit altijd verliezers zijn, moet dus de wereld uit.

Frank Vandenbroucke is universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden