Een leven lang 'worden wie je bent', da's pas hip
Ouder worden 'Trotseerverhalen' zijn in de mode: we kunnen iets doen tegen de achteruitgang! Maar ouderdom is echt iets anders dan zo lang mogelijk jong blijven.
Oud worden is hip, stelt het kerstnummer van Sir Edmund. De oude dag wordt geschetst als een vitale levensfase waarvan men het succes zelf in de hand heeft. Wetenschappers geven daarvoor tal van tips, van bewegen en gezond eten tot een hond nemen. Het opgeroepen beeld van ouderdom lijkt een uiterst welkom tegengeluid bij de culturele en maatschappelijke 'vervalverhalen' die ouder worden gelijkstellen aan een gestaag en onafwendbaar proces van achteruitgang.
De stroom aan populairwetenschappelijke boeken die recent over ouder worden is gepubliceerd stelt deze vervalverhalen terecht ter discussie. De teneur is dat ouder worden niet gelijk hoeft te staan aan fysieke, mentale en sociale achteruitgang: we kunnen van alles doen om dat te voorkomen!
Goed nieuws, zou je zeggen. Toch zijn er twee fundamentele problemen met het beeld dat hier van oud worden geschetst wordt. Ten eerste wordt goed oud worden al dan niet expliciet gelijkgesteld met zo lang mogelijk jong blijven. Goed ouder worden is kennelijk: de ouderdom zo lang mogelijk trotseren. Tegenover de vervalverhalen komt hier een nieuwe culturele blauwdruk van ouderdom te staan die ik aanduid als 'trotseerverhalen'.
Is kwestbaarheid maakbaar?
Het probleem met deze trotseerverhalen is dat op geen enkele wijze de mogelijkheid wordt erkend dat ouder worden ook een fase met een eigen betekenis zou kunnen zijn, een betekenis onafhankelijk van het waardekader van jeugdigheid dat onze cultuur domineert.
Ten tweede lijken de 'trotseerverhalen' te beloven dat we de kwetsbaarheid van het leven, die zich in het ouder worden in toenemende mate toont, op afstand zouden kunnen houden. Zolang het daarbij gaat om bepaalde vormen van kwetsbaarheid - samenhangend met onze fysieke conditie bijvoorbeeld - kunnen we ongetwijfeld een eind komen met de voorgestelde tips.
Maar er zijn ook vormen van kwetsbaarheid die zich niet laten beheersen. Wanneer we zelf niet ziek worden, vallen misschien dierbare vrienden weg, zien we onze partner langzaam wegglijden in dementie of moeten we toezien hoe onze volwassen kinderen worstelen met echtscheiding of werkperikelen. Allemaal vormen van 'existentiële kwetsbaarheid' die we - om onze ouderdom als goed te kunnen blijven ervaren - op een of andere wijze in ons leven zullen moeten integreren. Voor een dergelijke integratie bieden trotseerverhalen echter nauwelijks handvatten.
De culturele dominantie van trotseerverhalen resulteert in een gebrek aan positieve identificatiemogelijkheden, waarop men zijn identiteit als oudere zou kunnen baseren wanneer men zich geconfronteerd ziet met existentiële kwetsbaarheid. Aangezien onze identiteit tot stand komt in wisselwerking met onze sociale en culturele omgeving, zijn aansprekende culturele bronnen waarmee we ons kunnen identificeren van cruciaal belang voor goed ouder worden. Hoe 'hip' ze ouder worden ook laten schijnen, uiteindelijk hebben de trotseerverhalen ons hierin onvoldoende te bieden.
Een nieuw wordingsverhaal
We hebben dus behoefte aan een alternatieve categorie culturele verhalen. In mijn visie zouden deze ouderdom moeten tonen als een eigenstandig stadium in een levenslang proces van 'worden wie je bent'. Dit suggereert dat goed ouder worden een kwestie is van je leren verhouden tot jezelf en tot anderen, idealiter resulterend in groeiend zelfinzicht en praktische levenswijsheid.
Essentieel is dat in dit leerproces existentiële kwetsbaarheid niet hoeft te worden ontkend, maar dat onze ervaringen hiermee onderdeel gaan uitmaken van wie we zijn. Recepten voor zo'n leerproces zijn allicht minder makkelijk te formuleren dan 'blijf bewegen' of 'neem een hond'. Maar filosofische en levensbeschouwelijke tradities bieden hiervoor wel degelijk aanknopingspunten.
De voorgestelde 'wordingsverhalen' overstijgen stereotype jeugdgerelateerde waardekaders en maken daarmee een positievere sociale en maatschappelijke waardering van ouderen mogelijk. Dat is belangrijke winst voor al die ouderen die buitenspel staan omdat ze niet aan het door de trotseerverhalen opgeroepen ideaalbeeld van succesvol ouder worden voldoen.
Hanne Laceulle is promovenda aan de Universiteit voor Humanistiek, Utrecht.