ColumnAaf Brandt Corstius
Een dag van dingen uitspreken: de Surinaamse traktatie van Sylvana Simons, Kaagtaal en borrelpraat over microchips
Met 150 Kamerleden is er altijd wel iemand jarig, en afgelopen dinsdag was dat Sylvana Simons (Bij1). Het best geklede Kamerlid is 52 geworden. Dat dat ging gebeuren, kondigde ze de dag ervoor al aan met een meme op Instagram: een foto van een breed lachend zwart meisje van hooguit 11 jaar, met de tekst: ‘Black women be like… I’ll be 50 next month.’
Sylvana Simons zegt op haar verjaardag door de interruptiemicrofoon dat ze een Surinaamse lekkernij heeft klaargezet in het restaurant, en die lekkernij is bojo. ‘Dat spreek je uit als bôh-jôh, en dat is heerlijk.’
De tip over het uitspreken van bojo geeft ze, wellicht, ter voorkoming van Mark Rutte die roept: ‘Zo hee, wat een lekkere boojoo!’
Over dingen uitspreken gesproken; Vera Bergkamp spreekt het woord ‘chips’ (als in de Nederlandse microchips die in wapens zitten die door de Russen in de oorlog tegen Oekraïne worden gebruikt), als volgt uit: ‘sjips’. Dat geeft het geheel iets onschuldigs, het duwt zo’n debat over enge samenwerkingen met Poetin heel even in de sfeer van ‘Hou jij meer van naturel of paprika?’.
Aaf Brandt Corstius doet voortaan eens per week op geheel eigen wijze verslag van een debat in politiek Den Haag.
Deze dinsdag blijkt ook de dag van de Kaagtaal. De minister van Financiën (D66) wordt door Evert Jan Slootweg (CDA) aan de tand gevoeld over een artikel in de Volkskrant, waaruit bleek dat één op de zes Nederlanders niet ‘mee kan’ in de digitale betaalwereld.
Als eerste heb je natuurlijk Klassiek Kaag – iemand die het woord ‘chatbot’ zo hoog-Brits uitspreekt dat ze wijlen de Queen haarzelf lijkt te channelen. Zo keurig-Engels ‘chatbot’ zeggen: dat past bij Sigrid Kaag. Dat verwacht je van haar. Ook Klassiek Kaag is de elegante micro-afservering: ‘Da’s een interessante, maar ik denk…’ Klassiek Kaag is ook een tikje archaïsch praten. ‘Dat lijkt mij de ordentelijke weg’, zegt ze op een gegeven moment – als een keurige tandarts op leeftijd die een voorstel doet voor het redden van je kies.
Maar je hebt, blijkt deze dinsdag, ook Poëtische Kaag. Een minister die, al dan niet bewust, banale zaken liever dichterlijk verwoordt. Als Kaag het er bijvoorbeeld over heeft dat banken geld willen verdienen, en daarom hun kantoren sluiten, zegt zij: ‘Een bank is een bank is een bank.’ En van het suffe punt dat veel mensen nog steeds cash gebruiken, maakt Kaag liever iets liederlijks: ‘Het belang voor contant geld voor vele mensen op vele momenten.’
Maar onder dit vernis van ordentelijkheid, poëzie en roze blazer zit Kaags derde variant: Keiharde Kaag. Tony van Dijck van de PVV verwijt Kaag dat er de afgelopen twintig jaar honderden bankkantoren zijn verdwenen: ‘Deze minister heeft gewoon zitten slapen en dat laten gebeuren.’ (‘Zitten slapen’: dat is dan weer een puur PVV-isme).
Waarop Kaag antwoordt: ‘De afgelopen twintig jaar heb ik chemische wapens opgeruimd in Syrië en oorlog voorkomen.’ Hoppa!
Iets later in het Vragenuur stommelt Wopke Hoekstra (CDA) met zo veel lawaai binnen dat iedereen opkijkt. Hij legt zijn vinger op zijn mond, zo van ‘Let maar niet op mij’. Hoekstra is bij het Vragenuur voor de kwestie van de Nederlandse microchips die door de Russen gebruikt blijken te worden. En zoals je Klassiek Kaag hebt, heb je Classic Hoekstra; een man die je, zonder enige verbeelding, zo op een borrel met andere leuke Leidse kerels voor je ziet, al borrelpratend over microchips en Russen.
Bedrijven die handelen in microchips noemt Hoekstra ‘bedrijven die in deze tak van sport actief zijn’. Microchips die in verkeerde handen belanden noemt hij ‘sprake van lekkage op een schaal die je niet wil zien’. En ja hoor, hij gooit er zelfs een ‘joh’ uit: ‘Er is contact geweest met die bedrijven: ‘Joh, hoe zit dat?’’
Je kunt je het je voorstellen: Wopke Hoekstra die een duistere, Nederlandse, met Poetin heulende microchipfabrikant opbelt met de montere vraag: ‘Joh, hoe zit dat?’
Dan zijn er felicitaties voor Sylvana Simons, en bojo, en de motie van Joost Eerdmans die niet meer wil dat de term ‘tot slaaf gemaakt’ nog wordt gebruikt. De motie wordt niet aangenomen.