ColumnLoes Reijmer
Door het gedrag van de recensent is nu een generatie vrouwelijke auteurs verdacht
Na de val van de oude zouden er al tal van nieuwe Weinsteins zijn opgestaan. De naam werkt dan als blauwdruk, een sensationeel verhaal dat wel over macht, seks en trauma móét gaan. Iemand doet iets fouts, een klein beetje of heel erg, en direct is daar de associatie met de gevallen man uit Hollywood. Is dit er weer een?
Maar nee, deze column gaat niet over een nieuwe Weinstein.
Wel over een collega. Een aardige collega, ik zeg het er maar bij, voor de volledigheid, of om het schrijven wat makkelijker te maken. Potsierlijk wel, want natuurlijk kunnen ook aardige collega’s ongelooflijk de fout in gaan.
Deze week werd bekend dat de Volkskrant literair recensent Arjan Peters op non-actief heeft gesteld na een onderzoek. De hoofdredactie kan er nu nog niet meer over zeggen vanwege een arbeidsrechtelijk conflict, ook intern niet, wel is duidelijk dat het gaat om ‘zijn benadering van vrouwelijke schrijvers’.
De collectieve verbeelding wist er wel raad mee. Op sociale media werd de noodzakelijke maar ongemakkelijke stilte van de krant volgekletst met de wildste geruchten, over hotelkamers, over seks in ruil voor sterren, over ‘de Weinstein van de Nederlandse literatuur’. Voor de duidelijkheid: allemaal ongeverifieerd. Ik vrees dat de teleurstelling groot is als later wellicht blijkt dat de misdragingen zich beperken tot wat nu al bekend is, namelijk dat Peters ongepaste berichten stuurde aan de vrouwen die hij recenseerde. Ging dit allemaal om een paar berichtjes, klinkt het dan. Mag dat óók al niet meer?
‘Nog net geen #MeToo’, zei schrijver Maartje Wortel toen zij vertelde over een vriendin die door Peters met een nachtelijk sms’je was benaderd om eens over een recensie te praten. Ook Trouw schreef dat er geen bewijzen zijn ‘voor #MeToo-achtige taferelen’.
Beide bedoelen dan waarschijnlijk dat er geen sprake was van een uitnodiging tot seks (of erger). Niet zo gek, want #MeToo associëren we vooral met seksuele intimidatie en seksueel geweld. In de kern ging de hashtag over misbruik van ongelijke machtsverhoudingen, vooral in werksituaties. Niet zozeer over de tik op je billen door de baas, of nou ja, daarover óók, maar vooral over wat erna komt. Het dilemma of je er iets van moet zeggen, met mogelijk negatieve gevolgen voor je carrière. Blijven lachen dan maar, in de wetenschap dat iemand je grenzen overschrijdt? De twijfel is voor haar, de consequenties vaak ook.
Zo werkte het ook met die berichtjes. ‘Het grofweg niet antwoorden op een licht ongepast bericht – wil je daarmee het boek waar je maanden of jaren aan werkt, in gevaar brengen?’, schreef Lize Spit op Facebook. ‘Je wordt verplicht om over je kleinste beweging na te denken.’
Het is niet ‘maar’ een berichtje. Niet voor de ontvanger en zeker niet als die ontvanger altijd een vrouw is. En al helemaal niet als de machtsverhouding zo ongelijk is als die tussen een beginnend schrijver en een gezaghebbend criticus.
‘Wie wordt benaderd kan alleen nog maar iets verliezen, al is het maar het verlies van het idee dat het werk ‘op zich kan staan’, en de waardigheid van dat werk’, aldus Spit in haar analyse van de kwestie, een stuk dat an sich al vijf sterren waard is, minimaal.
— Lize Spit (@Lizespit) 26 mei 2020
Door het vrijpostige gedrag van de recensent is nu een talentvolle generatie vrouwelijke auteurs verdacht. Schrijvers van Uitgeverij Het Miskende Prinsje zeiden eindelijk te begrijpen waarom hun boeken nooit positief besproken waren in de Volkskrant. Het kostte hun en anderen ook niet al te veel moeite te geloven dat er daadwerkelijk seks voor sterren zou zijn geruild.
Kennelijk is het nog altijd aannemelijker dat vrouwen zich in bed omhoogwerken dan dat ze talent hebben.