OpinieInterne machtsstrijd
Denk en 50Plus: kiezersbedrog, zetelroof of zelfreinigend vermogen?
50Plus en Denk kampen met interne schermutselingen. Wat zegt dit over jonge politieke partijen? Politicoloog Gerrit Voerman (Rijksuniversiteit Groningen): ‘De roep om de kiesdrempel te verhogen, is een wassen neus.’
In korte tijd zijn zowel 50Plus als Denk geïmplodeerd. Het zijn niet de eerste relatief jonge partijen die verwikkeld raken in een interne machtsstrijd en vooral druk lijken met zichzelf. Zijn afsplitsingen van alle tijden of een nieuw fenomeen?
‘De conflicten binnen Denk en 50Plus zijn vergelijkbaar in die zin dat ze zich voordoen in partijen die beide bestuurlijk jong zijn. Wel moeten we onderscheid maken tussen een vrijwillige en een gedwongen afsplitsing (door een royement). Henk Krol stapt uit zichzelf op, blijft in de Kamer en richt een nieuwe partij op. Dat is een zuivere afsplitsing. Partijvoorzitter Selçuk Öztürk wilde fractievoorzitter Farid Azarkan uit de fractie zetten, onvrijwillig dus - maar je kunt het er natuurlijk naar maken.
‘Afsplitsingen zijn allerminst nieuw. Vorig jaar leidde een twist tussen de twee oprichters van Forum voor Democratie, Thierry Baudet en Henk Otten, tot de afsplitsing van de Groep Otten. De PVV kampte sinds 2006 met zeven afsplitsers. Hero Brinkman was de eerste in 2012, na de ‘minder minder-uitspraak’ van Geert Wilders volgden er meer. Ook in een verder verleden zijn er afsplitsingen geweest. De Lijst Pim Fortuyn kampte na de oprichting in 2002 met zeven Kamerleden die opstapten. Het Algemeen Ouderen Verbond moest afsplitsingen slikken in de jaren 1990, de Boerenpartij in de jaren zestig.
‘Gevestigde partijen krijgen er minder mee te stellen; de VVD had sinds de oprichting in 1948 tot het vertrek van Wilders in 2004 nooit een afsplitsing gehad. Ook de ChristenUnie en de SGP hebben geen afsplitsende Kamerleden gehad, het CDA evenmin. Binnen christelijke partijen versterkte de religie kennelijk de cohesie.’
De kiezer is veranderd of zijn partijen veranderd?
‘De volatiliteit - de beweeglijkheid van de kiezer – is sinds de jaren negentig sterk toegenomen. De kiezer is dus minder loyaal aan een partij en daardoor ontstaat ruimte voor nieuwe partijen. Een VVD-stemmer zal niet snel op de SP stemmen, maar zich bewegen binnen het rechtse blok. Daarmee ontstond aan de rechterkant van het politieke spectrum ruimte voor LPF, PVV en FvD. Die zetten zich af tegen de gevestigde partijen.’
Afsplitsingen: cultus rond een leider of een echte partij?
‘In nieuwe partijen is vaak een grote rol weggelegd voor de partij-oprichter, de leider. Dat geldt niet alleen voor Baudet of Wilders, maar ook voor bijvoorbeeld Jan Marijnissen binnen de SP. Kamerlid Sharon Gesthuizen schreef in haar autobiografie over de dominantie van Marijnissen binnen de SP. Deze leiders hebben groot gezag binnen de partij, ook door hun electorale succes. Wie het met hen oneens is, heeft al gauw een persoonlijk conflict.
‘Grote gevestigde partijen hebben vaker mechanismen om conflicten op te lossen. Bij nieuwe partijen zijn die meestal nog in ontwikkeling, terwijl ze te maken hebben met een overheersende partijleider. Bij jonge partijen ontbreekt het nogal eens aan checks and balances: de partijleider vervult verschillende functies, wat zijn positie verder versterkt. Zo is Baudet fractievoorzitter en partijvoorzitter. Jan Nagel was bij 50Plus vrijwel voortdurend partijvoorzitter en daarnaast fractievoorzitter in de Eerste Kamer, en nu is hij ook erevoorzitter. Marijnissen was ook veertien jaar zowel partijvoorzitter als fractievoorzitter. Bij gevestigde partijen is zo’n combinatie van functies formeel uitgesloten. Dat lijkt mij heel gezond.’
Afsplitsingen: kansloos of belofte voor de toekomst?
‘Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben slechts vier afsplitsingen van gevestigde partijen de verkiezingen overleefd: de PPR, afgesplitst van de KVP in 1968; DS’70 van de PvdA in 1970; het vertrek van Wilders uit de VVD in 2004; en Denk van de PvdA in 2014. Tientallen haalden het niet. Verreweg de meesten stranden bij de Tweede Kamerverkiezingen. De roep om de kiesdrempel voor partijen te verhogen, is daarom een wassen neus. Er zijn amper afgesplitste partijen die de kiesdrempel halen – vier in zeventig jaar.’
Schadelijk voor de democratie of probleem dat zichzelf oplost?
‘Ik denk dat dit het zelfreinigend vermogen van de democratie is. Bij afsplitsingen wordt er vaak gesproken van kiezersbedrog of zetelroof. Maar in Nederland behoren Kamerzetels volgens de grondwet toe aan Kamerleden. Volgens mij is dat een goede zaak en moeten we afsplitsingen voor lief nemen.
‘Partijen zouden een te grote macht krijgen als de zetels aan hen toebehoren. Dan wordt de fractiediscipline, die toch al niet gering is, nog belangrijker en reduceer je Kamerleden tot stemvee. De leden hebben nu in ieder geval formeel meer ruimte om dwars te liggen. Als de partij een te grote druk uitoefent, heeft een Kamerlid altijd de mogelijkheid op te stappen.
‘Sommigen betichten Krol sinds zijn vertrek van zetelroof. Maar het is goed om de almacht van een partij te beperken. Uit het Nationaal Kiezersonderzoek van 2017 bleek dat 80 procent van de kiezers in algemene zin tegen een afsplitsing is. Tegelijkertijd is tweederde tegen een al te stringente fractiediscipline. Dat is een van de vele paradoxen van onze democratie.’
Lees ook
Denk-voorzitter Selçuk Öztürk: ‘Dit moet waardig worden opgelost’
Kamerlid en Denk-voorzitter Selçuk Öztürk verbreekt zijn zwijgen na de reeks conflicten binnen zijn partij. Hoe verwacht hij de idealen van Denk nog te kunnen uitstralen?
Een snel vertrek als voorzitter van 50Plus? Geert Dales piekert er niet over: ‘Het is bespottelijk’
Na het vertrek van Henk Krol hoopt 50Plus zo snel mogelijk de rust te hervinden. Daarvoor moet voorzitter Geert Dales onmiddellijk weg, vinden de resterende prominenten, maar hij wil pas over twee maanden opstappen. Intussen betaalde hij wel het logo van Krols nieuwe partij. ‘Dat deed ik als de privépersoon Geert Dales.’
Commentaar: Voordat de machtsstrijd in Denk wordt beslecht, moeten er nog wat dingen goed worden uitgezocht
Is de beschuldiging van seksueel grensoverschrijdend gedrag van Kuzu slechts gebruikt als breekijzer? Of is Öztürk de enige die adequaat reageerde toen hij van die zaak hoorde?