ColumnAriejan Korteweg
De wonderlijke terugkeer van Julius Vischjager
De pianoklanken zijn buiten al te horen. Vischjager is thuis! Nu hopen dat hij, anders dan gisteren, de deur opendoet.
Over Julius Vischjager had ik gehoord voordat ik zelf aan het Binnenhof kwam te werken. Oudere schuifelheer die zich presenteert als hoofdredacteur van een handgeschreven krantje – The Daily Invisible – wat hem een status aparte bezorgde bij achtereenvolgende premiers; van Den Uyl tot Rutte ontwikkelden ze een zwak voor dit ongrijpbare fenomeen.
Vischjager lijkt te komen en te gaan zoals het hem goeddunkt. Vertoonde zich misschien wel anderhalf jaar niet op zijn wekelijkse moment suprème: de vrijdagse persconferentie van de minister-president. Sinds kort schuift hij weer aan op zijn vaste plekje: eerste rij, rechts op de hoek – plastic tassen met partituren onder handbereik. Nog steeds met recht op de laatste vraag: ‘Iemand nog’, informeert dan de man van de Rijksvoorlichtingsdienst: ‘Julius?’ Waarop Vischjager bijvoorbeeld informeert of de premier nog tijd heeft om piano te spelen en grijnzend naar voren komt om Rutte zijn antwoord op een blaadje te laten schrijven. Ook de premier lacht.
Een vleugje absurdisme in de doorgaans nogal doelgerichte politieke arena. Wat nog een andere dimensie krijgt als Vischjager achter de vleugel in perscentrum Nieuwspoort kruipt en Scarlatti, Schubert, Schumann of Liszt vertolkt, desnoods uren aan een stuk en zonder zich verder om zijn omgeving te bekommeren.
Als Vischjager een tijdje niet gesignaleerd is, informeert Rutte weleens naar hem: ‘Iemand nog nieuws van Julius?’ Nou, eigenlijk niet. Het lijkt alsof niemand hem echt kent. Uit de verhalen die door de jaren heen over hem werden geschreven, kun je zijn achtergrond destilleren: dat hij als Joods jongetje in de oorlog zijn moeder verloor, bij pleeggezinnen opgroeide, opgeleid werd tot concertpianist maar ook eindeloos lang als rechtenstudent stond ingeschreven, en in 1978 zijn eerste Daily Invisible uitbracht.
Enfin, nu sta ik dus in een vriendelijk straatje in Amsterdam-Oost en de deur gaat open. Wat komt u doen, informeert Vischjager. De afspraak blijkt vergeten. Zoals er wel meer vergeten is. Hij zet zich, bretels en overhemd met korte mouwen, voor de tv die op stadszender AT5 staat. Over de leuning van de stoel hangt z’n colbert. Om hem heen boeken, pluchen dieren en muurschilderingen van bloemen, vlinders, slangen – gemaakt door een oude vriendin.
Dat hij er een tijdje niet was, kwam niet door ziekte, vertelt hij. Een ambtenaar had hem verboden naar de persconferentie te komen. Niet iemand van de Rijksvoorlichtingsdienst, maar gewoon een ambtenaar; Kloeth met th is zijn naam, hij moet ergens zijn kaartje hebben. Wat een flauwekul, had Rutte tegen Vischjager gezegd toen hij er van hoorde: ‘Jij bent toch journalist, en pianist.’ Zodoende komt hij nu weer. Vischjager had de premier wel gevraagd de ambtenaar niet te ontslaan, zoiets wil hij niet op z’n geweten hebben. ‘Ik heb me er allemaal niet zoveel van aangetrokken’, zegt hij. Een zinnetje dat vaker langskomt.
De grillige Vischjager heeft tegenwoordig vaste patronen. Om twaalf uur eten bij woonzorgcentrum de Kastanjehof. Op vrijdag voor Rutte naar Den Haag vanaf station Muiderpoort. Duur is zo’n treinreis, vindt hij. Daar zou hij een vergoeding voor moeten krijgen.
De laatste Daily Invisible dateert van 12 januari 2016, al kwam er op 27 januari 2017 vanwege zijn 80ste verjaardag nog een jubileumeditie. Als ik vraag de oude jaargangen te mogen zien, zegt Vischjager dat die misschien in een kastje liggen: ‘Kijk maar eens.’
Cassettebandjes, woordenboeken, prullaria… bij het vierde kastje is het raak: mappen waarin krantjes met handgeplakte foto’s van politici, stukjes partituur, laatste vragen, kriebelige tekeningen van Danila ter Steege en parlando geschreven teksten. De collectie van de hoofdredacteur blijkt verre van volledig.
In de voorkamer zijn meer archiefmappen: ‘Brieven aan Julius’, ‘Vragen aan minister-president’, ‘Stukjes geschreven over Julius’… Daar staat ook zijn zwarte vleugel. Vischjager krijgt nog elke week les, hij speelt dagelijks uren. Op vrijdag en zaterdag niet voor elf uur, dan wil de buurman uitslapen. Nu studeert hij op pianosonate nr. 4 van Beethoven: ‘Niet gemakkelijk.’
Als hij begint te spelen, gebeurt er wat. Een jongere, scherpere Vischjager komt tevoorschijn: de mond trekt samen, de ogen glijden over de partituur; er is doelgerichtheid, concentratie.
Als u speelt, wordt alles anders, zeg ik.
Hij lacht. ‘Dat zou kunnen. Ik weet dat niet zo.’
Later bel ik met de Rijksvoorlichtingsdienst. Van meneer Kloeth weten ze niks: ‘Maar we waren aangenaam verrast toen Julius weer verscheen.’ Ze kennen ook de datum: 23 maart 2018, de dag van de terugkeer van Julius.