De witte blik is ook gekleurd

Activiste en regisseur Sunny Bergman was vrijdag coreferent bij de Van der Leeuwlezing. Hier de ingekorte versie van van haar lezing.

Demonstratie in Athene tegen fascisme en racisme, 21 maart 2015. Beeld An-Sofie Kesteleyn / de Volkskrant
Demonstratie in Athene tegen fascisme en racisme, 21 maart 2015.Beeld An-Sofie Kesteleyn / de Volkskrant

Tot voor kort had ik er nooit over nagedacht dat ik tot een etnische groep behoor. Ik dacht: mijn smaak, mijn politieke voorkeur, mijn persoonlijke geschiedenis, mijn gender, mijn ouders vormen mijn identiteit. Mijn huidskleur kwam in dat rijtje niet voor. Mijn stiefvader zei: 'Ik ben gewoon blank.' En alles wat gewoon is, verdwijnt naar de rand van je bewustzijn.

Maar niks is uiteindelijk gewoon of neutraal. Het woord 'blank' lijkt onschuldig. Maar het heeft een koloniaal verleden. Het stond symbool voor 'geen kleur' hebben, rein en onbevlekt zijn. Het is samen met het n-woord (neger) tot stand gekomen tijdens onze koloniale geschiedenis. Het n-woord werd gebruikt om mensen te dehumaniseren tot handelswaar; Afrikanen die tot slaaf waren gemaakt werden zo genoemd. Blank versus het n-woord is dus niet neutraal. Daarom gebruik ik de termen zwart en wit.

'Ik ben toch zeker geen racist?!'

Vooralsnog worden de problemen rond 'de multiculturele samenleving' buiten de hoger opgeleide witte groep gelegd. Immigranten zijn het probleem, want die hebben moeite met integratie! En lager opgeleide PVV-stemmers zijn het probleem, want die hebben racistische denkbeelden! Maar ook in mijn kring van links georiënteerde hoogopgeleiden worden mensen boos of ontkennen van alles wanneer racisme en uitsluitingsmechanismen worden aangekaart. Ze voelen zich aangevallen: 'Ik ben toch zeker geen racist?!' Daarom wil ik de blik op mijzelf en mijn witte groep richten: hoe problematisch is wit zijn? En vanwaar de boosheid en verontwaardiging van witte mensen als het gaat over racisme?

De Amerikaanse antiracisme-trainer Robin DiAngelo noemt deze boosheid en het ongemak white fragility. Witte mensen zijn fragiel omdat ze niet gewend zijn zichzelf te zien als onderdeel van een raciale categorie. Maar in vergelijking met andere etnische groepen genieten witte mensen als groep wel degelijk systematisch voordelen. Discriminatie jegens niet-witte Nederlanders is structureel: op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en bij de politie. Je hebt dus als witte een voordeel waar je je misschien niet bewust van bent.

Waarom The Wizard of Oz nog steeds relevant is

Onder de titel 'De heks is dood; The Wizard of Oz en de twintigste eeuw' hield de Duitse schrijver Daniel Kehlmann vrijdag de 34ste Van der Leeuwlezing. Lees hier de ingekorte versie van zijn lezing.

Daniel Kehlmann. Beeld getty
Daniel Kehlmann.Beeld getty

Witheid centraal

Bovendien worden witte mensen gesocialiseerd met een idee van witte superioriteit, het wijdverspreide systeem waarin witheid centraal staat en superieur wordt geacht. Witte superioriteit is de machtshiërarchie waarin we leven, waarin wit privileges heeft, centraal staat, mooier, beter, neutraler en onschuldiger is.

Om uit te zoeken in hoeverre witte superioriteit er van jongs af aan ingebakken zit, filmde ik kinderen rond de 5 jaar terwijl ik ze vragen stelde over een witte en een zwarte babypop. Mijn experiment heeft geenszins de pretentie wetenschappelijk te zijn, er was geen controlegroep en de omvang was te klein. Maar de uitkomsten zijn wel indicatief. We nodigden dertig kinderen uit, 22 witte en 8 donkere. Ik vroeg de kinderen welke pop het slimst was. Rond de 75 procent van de kinderen (die een antwoord gaven) wezen naar de witte pop. 'Omdat ze wit is', werd er gezegd. Of 'omdat deze pop een normale kleur heeft'. Toen ik vroeg welke pop stout was of straf zou krijgen, wees bijna 80 procent van de kinderen naar de zwarte pop. 'Die kijkt een beetje bozig!' zei een kind. Toen ik vroeg welke pop de meeste mensen mooi zouden vinden, wees bijna 85 procent naar de witte pop. Er was geen significant verschil in percentages tussen de witte en de donkere kinderen.

Sunny Bergman. Beeld
Sunny Bergman.Beeld

De ouders keken naar het experiment en reageerden vaak gechoqueerd. Van hen zei 90 procent linksgeoriënteerd te zijn. Allemaal zeiden ze dat ze zich niet racistisch zouden uitlaten. Ze vroegen zich vertwijfeld af waar hun kinderen deze waardeoordelen vandaan hadden.

Philomena Essed, hoogleraar critical race, gender and leadership studies zegt: 'Dit is een weerspiegeling van wat de kinderen overal om zich heen zien. Op tv zijn de hoofdrollen in kinderfilms wit. In het onderwijs zie je hetzelfde principe; de voorbeelden van slimheid zijn wit. Dus het is heel logisch dat kinderen deze keuzes maken. Het is een weerspiegeling van waar ze aan worden blootgesteld in de samenleving.'

Slachtoffer

Omdat deze jonge kinderen nog niet geleerd hebben sociaal wenselijke antwoorden te geven, laten ze ons zien hoe de maatschappij een hiërarchie in kleur aanbrengt. Op bewust niveau leren we kinderen dat racisme fout is, en dat kleur er niet toe doet. Maar kleur doet er wel toe. Doordat onze wereldgeschiedenis altijd is beschreven vanuit een westers, wit perspectief, nemen we aan dat dit een neutrale, objectieve blik is. Terwijl deze witte blik natuurlijk ook gekleurd is. Door te denken dat je zelf neutraal bent, terwijl andere groepen dat niet kunnen zijn, plaats je je als groep boven de andere groepen.

Volgens hoogleraar antropologie Gloria Wekker is het absurd te denken dat vierhonderd jaar kolonialisme geen sporen heeft achtergelaten in de cultuur van de 'colonizer'. Zij stelt dat het zelfbeeld van wit Nederland gestoeld is op een idee van onschuld. Nederland is een klein, onschuldig land dat slachtoffer is geweest van de Duitsers. Daarentegen is Nederland als deelnemer aan slavenhandel, als kolonisator en onderdrukker van andere volken veel minder van invloed op het zelfbeeld van wit Nederland. Wit Nederland identificeert zich met een slachtoffer of een neutrale, onschuldige kracht. Dit leidt tot blinde vlekken. Zo wordt de viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli, Keti Koti, nog steeds niet gezien als onderdeel van de Nederlandse geschiedenis.

Uw eigen witte superioriteit

In het zelfbeeld van veel hoogopgeleide mensen past niet dat ze superioriteitsgevoelens hebben, genieten van witte privileges, mensen van kleur oneerlijk behandelen, op ze neerkijken. Dit is problematisch, want met iets wat niet bestaat, kun je iemand ook niet confronteren. Racisme en witte superioriteit zijn dus niet alleen het probleem van Wildersaanhangers. Ga eens na hoe u over deze groepen, die doorgaans een expliciet racisme propageren, denkt. Vindt u ze dom en kunt u zich niet met hen identificeren? Dan is er kans dat u ze gebruikt om uzelf superieur te voelen, wat het moeilijker maakt uw eigen witte superioriteit te onderzoeken.

Als ouders willen dat kinderen opgroeien met minder geïnternaliseerde witte superioriteit moet er iets gebeuren, anders nemen kinderen het algemene beeld van wit=superieur onwillekeurig over. Om dit tegen te gaan helpen boeken, films en real-life positieve rolmodellen van kleur. Ook kritische doch toegankelijke gesprekken over machtsverhoudingen kunnen kinderen inzicht bieden.

Besef

Het besef van witte superioriteit is voor veel mensen ongemakkelijk. Sinds ik me hier bewust van ben, probeer ik mijn houding kritisch tegen het licht te houden. Nu besef ik dat ik er te vaak van uit ben gegaan dat ik als een neutrale scheidsrechter kon oordelen. Als ik kijk naar mijn socialisatie: mijn ouders spraken zich uit tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika en de politiek van Janmaat, maar ze corrigeerden culturele uitingen die witte superioriteit normaliseerden niet. We draaiden thuis de plaat van Kinderen voor Kinderen grijs: 'Een kind onder de evenaaaar is meestal maar een bedelaaaar.' Afrikaanse kinderen zijn zielig en afhankelijk van onze goedheid, leerde ik via deze tekst.

De witte blik is niet neutraal, maar gekleurd. Als wij witte mensen accepteren dat we in mindere of meerdere mate gesocialiseerd zijn met witte superioriteit, kunnen we hier ook een beschaafder bewustzijn over ontwikkelen. We hoeven ons niet te laten verlammen door een collectief schuldgevoel, maar we moeten wel verantwoordelijkheid nemen voor ons discriminerende gedrag.

Ons zelfbeeld hoeft niet te imploderen als we gecorrigeerd worden. Want als we feedback krijgen, zoals 'Kun je het n-woord niet meer gebruiken?', betekent dat niet dat we een slecht mens zijn. Als we onze morele status hiervan laten afhangen, maken we het moeilijk voor mensen die racisme of discriminatie ervaren en dit willen agenderen. Maar als we naar feedback luisteren, in openheid en zonder defensieve reflexen, kunnen we ons gedrag aanpassen om uiteindelijk tot een gelijkwaardige samenleving te komen.

De volledige tekst op vpro.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden