LezersbrievenWoensdag 17 juni
‘De wereld mag zijn stevig vergrendelde deur dan van het slot halen’
De lezersbrieven van woensdag 17 juni.
Brief van de dag
Op 2 maart vertrok mijn zeeman voor vijf weken naar zijn schip nabij Maleisië. Niet veel later ging de wereld op slot. De brandhaard in Brabant trok als een lopend vuurtje door Nederland. Ic’s raakten vol. Er werd een Outbreak Management Team in het leven geroepen. De kinderen mochten niet meer naar school. Sportlocaties werden gesloten.
Er ontstond een levendige ‘mondkapjes-discussie’. Persconferenties, applaus voor de zorg, eindeloze stilte voor de kunst en cultuur. Nederland ging gebukt onder het juk van sociale isolatie. De winter maakte plaats voor de lente en het oude normaal maakte plaats voor het nieuwe normaal. Op 1,5 meter massaal wandelen in de voorjaarszon. Looproutes en éénrichtingsverkeer in winkelcentra en binnensteden. Wie had ooit eerder van de ‘drive through’ verjaardag gehoord? Met de zomer voor de deur werd het wel welletjes. We eisten onze plekken op in parken, op stranden en terrassen. Kinderen werden verlost van het keukentafel-onderwijs en kunnen weer volledig naar school. Concertbezoekjes worden voorzichtig aan weer mogelijk. Al weken brengt het recht om voor het leven te demonstreren duizenden mensen bijeen. De 1,5-metermaatschappij verliest ongemerkt aan centimeters. We zijn ruim drie maanden onderweg. Mijn man zit in plaats van vijf weken al maanden aan boord. Gevangen door de covid19-crisis. Uitzichtloos. Op de vraag van mijn kinderen wanneer papa thuis komt, heb ik al maanden geen antwoord.
De wereld mag zijn stevig vergrendelde deur dan van het slot halen, onze wereld is kleiner dan ooit te voren. Wie heeft voor ons de sleutel?
Margret Suelmann, Twello
Wederhoor
Leuk dat Martin Sommer mij aanhaalt in zijn beschouwing over hoor en wederhoor in tijden van anti-racisme (O&D, 16 juni). Ik ben alleen bang dat hij mij destijds niet helemaal goed heeft begrepen. Ik haalde de Amerikaanse reporter David Halberstam aan, die zich achteraf diep schaamde voor het verplichte ‘insert denial’ (ontkenning invoegen) in de reguliere verslaggeving van de Vietnam-oorlog: ‘The second paragraph is always a lie’ (de tweede alinea is altijd een leugen).
Halberstam zag het klakkeloos doorgeven van onwaarheden uit de mond van politieke en militaire leiders in het kader van wederhoor dus allerminst als ‘iets van een ritueel’ dat toch ‘van het grootste belang (was) om het zo te houden’. Hij pleitte daarentegen voor onverschrokken waarheidsvinding op basis van eigen onderzoek.
Dit lijkt mij ook in 2020 het enig juiste journalistieke uitgangspunt bij de verslaggeving van incidenten tussen politie en zwarte betogers: niet het automatische ‘insert denial’ van de politieautoriteiten, maar eigen observaties ter plaatse. Wanneer je als journalist wilt melden of het regent, bel je niet het KNMI maar ga je zelf de deur uit.
Bert Vuijsje, Amsterdam
Beeldenstorm
Een beeldenstorm? We kunnen in het licht van de huidige tijd iets beters doen met al die kostbare beelden van ‘helden’ die bij nader inzien geen standbeeld of straatnaam verdienen. Laat ze vooral staan, stel ze juíst nu tentoon, hoog op hun sokkels, om de nieuwe voorwaarden voor heldendom en kenmerken van het tegenovergestelde met kracht uit te dragen. Niet zó, maar zó, zou Joost Swarte − what’s in a name? − zeggen.
Naming and shaming als reminder, zoals dat in de tijd van deze ‘helden’ zelf gebruikelijk was, door misdadigers over te leveren aan een publiek dat met rotte eieren en tomaten zijn afkeuring en minachting duidelijk mocht maken. Niet alleen maatschappelijk, maar ook cultuurhistorisch gezien de beste oplossing.
Pieter Roth, Eijsden
Beeldenstorm (2)
Op het Kleinpolderplein in Rotterdam bevindt zich sinds 2012 een Museum voor verweesde beelden, met beelden die ‘over zijn’ of ‘weg moeten’. Zou een ‘Museum voor omstreden beelden’ ook iets zijn? Inclusief verklarende teksten.
Jan Koning, Amsterdam
Woordkunstenaar
Akwasi wil niet meer praten, maar blijkbaar wel vechten (Zaterdag, 13 juni) Dat is jammer. Als woordkunstenaar zou hij toch moeten weten dat de pen machtiger is dan het zwaard.
Luuk Spruit, Voorhout
Subjectief
Als oud-docent geschiedenis kan ik me goed vinden in het stuk van Arie Wilschut (O&D, 16 juni). In mijn lessen heb ik twee zaken altijd benadrukt. In de eerste plaats wees ik naar de spreuk in de schepenzaal van het stadhuis in Zwolle: Audi et alteram partem, luister ook naar de andere kant. De historie moet vanuit verschillende perspectieven belicht worden.
Feiten zijn waarheden, verklaringen en oordelen over gebeurtenissen zijn altijd subjectief. Zo maakte ik laatst bij een lezing aan mijn oud-leerlingen duidelijk dat ik als leraar al subjectief was in de manier waarop ik les gaf, en de hoeveelheid aandacht die ik per onderwerp besteedde. Het tweede uitgangspunt was dat je in de geschiedenis het principe van standplaatsgebondenheid moet toepassen. Dat kaart Wilschut terecht aan. In de huidige discussie over het verleden en de standbeelden, wordt het boven gestelde genegeerd.
Paul Berends, Zwolle