ColumnLotte Jensen
De renaissance van de Nederlandse literatuur begint in Italië
De voorbije weken treurden verschillende experts over de teloorgang van ‘de grote drie’ ofwel W.F. Hermans, Harry Mulisch en Gerard Reve. Ik deel die treurzang niet. Daarmee wil ik niet zeggen dat hun werken niet meer gelezen hoeven te worden, maar het label ‘de grote drie’ mag van mij per direct in de prullenbak. Het doet geen recht aan de diversiteit en rijkdom van onze literatuur.
Deze benaming miskent de belangrijke inbreng van vrouwelijke auteurs aan de Nederlandse letteren, zoals de middelbareschooldocent Marijke Vos terecht opmerkte in NRC Handelsblad. Ik kan met gemak een alternatieve ‘grote drie’ noemen: Anna Bijns, Betje Wolff en A.L.G. Bosboom-Toussaint. En dan ben ik pas halverwege de 19de eeuw. Dankzij wetenschappelijk onderzoek zijn bovendien nog vele andere canonwaardige schrijfsters herontdekt. Benut die kennis. Vernieuw en verrijk de canon met hun sprankelende teksten.
De Italianen wijzen ons de weg. Deze zomer publiceerden twee Italiaanse neerlandici, Roberto Dagnino en Marco Prandoni, een nieuwe literatuurgeschiedenis van Nederland. In het Italiaans. Een kloek werk van vijfhonderd pagina’s, dat een indrukwekkend overzicht biedt van de Middeleeuwen tot nu: Dal Medioevo a oggi. Van Henric van Veldeke tot Annie M.G. Schmidt (Pluk e il Grangrattacielo).
Het werk ligt op mijn bureau en ik kan niet stoppen met bladeren. Wat een genot om al die bekende citaten in het Italiaans te lezen. Neem de beroemde verzen van de Tachtiger Willem Kloos: ‘Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten / En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon’. In het Italiaans klinkt het nog verhevener: ‘Sono un Dio nel più profondo dei miei pensieri / E sto sul trono nel centro della mia anima.’
In een mooi radio-interview bij De Taalstaat sprak Dagnino zijn verbazing uit over de slordige omgang van Nederlanders met hun literaire erfgoed. Waarom is men niet wat trotser op Vondel en al die andere grootheden uit het verleden? En waarom is het niet langer vanzelfsprekend dat iedere middelbare scholier Reynaert de Vos, Gijsbreght van Aemstel en Max Havelaar leest?
Maar volgens Dagnino gloort er hoop voor de Nederlanders. Ze staan zelfs aan het begin van iets veel groters. Op dit moment bestormt Marieke Lucas Rijneveld, winnaar van de Internationale Booker Prize, immers de Europese markt. De avond is ongemak is in het Italiaans vertaald als il disagio della sera. Dagnino deed zijn eigen moeder de Italiaanse vertaling van Ilja Leonard Pfeijffers Superba kado. De renaissance van de Nederlandse literatuur begint in Italië.