ColumnAleid Truijens
De modale werknemer kan nergens meer wonen, en dat is krankzinnig
Iemand duwde mij het bericht onder de neus: kamer in Amsterdam aangeboden, 8 m2. Huur 800 euro. Snel reageren! Pluspuntje: de huurder mag voor dat bedrag ook een kast op de gang gebruiken.
Vorig jaar demonstreerden er in mijn stad 15 duizend mensen tegen de ellende op de woningmarkt, het tekort aan betaalbare huur- en koopwoningen. Niet alleen in de Randstad, al is de nood daar het hoogst. Intussen hebben we er een oorlog, een energiecrisis, een klimaatcrisis en een boerenopstand bij, en gleed de wooncrisis een beetje weg uit de aandacht. Maar ze werd erger.
Volgens een onderzoek van De Hypotheker waarover Het Parool vorige week berichtte zijn velen nu volslagen kansloos op de woningmarkt. Voor iemand die alleen woont en een modaal inkomen heeft (38 duizend euro) is slechts 1 procent van het huizenaanbod bereikbaar. In 2021 was dat 3,3 en in 2020 4,7 procent. Die betaalbare koopwoningen staan vooral in Limburg en Groningen. Het afgelopen jaar is de rente verdrievoudigd en de prijzen bleven stijgen. De modaalverdiener kan maximaal 171 duizend euro lenen; vorig jaar was dat 188 duizend euro. Samenwoners met tweemaal modaal kunnen 304 duizend euro lenen, 40 duizend minder dan vorig jaar. Ook voor hen nam het aanbod af.
Kijk eens op Funda. In Amsterdam staat één appartement te koop onder de 175 duizend euro, een kamer van 10 m2 voor 105 duizend euro. ‘Mét hoogslaper, zodat de woonruimte optimaal benut wordt!’ jubelt de makelaar. In Den Haag staan zes woningen te koop voor de modale inkomens, in Utrecht drie.
We hebben het niet over arme mensen, over huurders aan de onderkant van de samenleving – voor hen is er een beschamend tekort aan sociale huurwoningen. Het gaat hier om geschoolde mensen met een baan en een redelijk inkomen. Het is toch krankzinnig dat zij nergens kunnen wonen? Zo kunnen jongeren nooit aan hun volwassenen leven beginnen.
Ze kunnen geen kant op. Wie iets minder dan modaal verdient, staat jaren op de wachtlijst voor een sociale huurwoning; wie iets meer verdient is veroordeeld tot huurwoningen van minimaal duizend euro. Daarvoor eist de verhuurder een bruto maandinkomen van viermaal de huur. Zoveel verdient de modale werknemer niet.
In 2017 sprak minister Stef Blok de historisch zelfgenoegzame woorden: ‘Ik ben de eerste VVD’er die een heel ministerie heeft doen verdwijnen!’ Apetrots was hij. Nooit meer Volkshuisvesting, voortaan zouden de markt en de lagere overheden de boel perfect regelen. Hoe onwaar is dat gebleken.
We hebben weer een minister van wonen, Hugo de Jonge. Hij begon met ferme taal over ‘de regie nemen’ en ‘ingrijpen’ op de ontspoorde markt. Maar we horen de laatste tijd weinig van de volkshuisvester. ‘Bouwen, bouwen, bouwen’, was het motto. In 2030, beloofde De Jonge, staan er 900 duizend nieuwe woningen. Dat gaan we niet redden. Het overleg met de gemeenten schiet niet op. In de eerste helft van 2022 werden 15 procent minder bouwvergunningen verleend dan in 2021.
Waar blijft de kaart met aangewezen bouwlocaties, hoeveel woningen komen daar? Eén miljoen woningen in korte tijd, dat is eerder vertoond. Denk aan de nieuwbouw in de jaren vijftig, aan de Vinex-wijken van de jaren negentig. Het kan, maar het vereist grote durf, groot denken en grote investeringen van de overheid.