Column
De kribbe van Jezus in een Fata Morgana-achtige setting
Twee belangrijke vragen die mensen zich rond deze tijd stellen zijn: tot wanneer mag je iemand gelukkig nieuwjaar wensen, en: tot wanneer mag je de kerstboom laten staan?
Zelf ben ik van de - overigens niet wijdverbreide - mening dat je mensen het gehele jaar een gelukkig nieuwjaar mag toewensen. Het zou mij fantastisch lijken als iemand op 13 juli op straat heel hard 'gelukkig nieuwjaar!' tegen mij roept. In plaats daarvan stelden mensen mij rond 9 januari al de vraag: 'Mag ik nog wel gelukkig nieuwjaar tegen je zeggen?' Tuurlijk, gekkie. Leef je uit!
De vraag van de kerstboom is simpel te beantwoorden: ogenblikkelijk eruitgooien en dagenlang genieten van het opgeluchte gevoel.
Dan een subvraag: tot hoe lang mag een kerk een kerststal laten staan? Welnu, zeer lang, blijkt uit de openingstijden van de beroemde kerststal van de Sint Jan in Den Bosch. Die kun je nog tot 29 januari, dus toen Jezus waarschijnlijk al hele nachten doorsliep, bekijken.
Wij bekeken hem rond Kerst. Ik had zo veel over die kerststal gelezen dat ik hem móést zien. Vooral de in veel nieuwsreportages opgetekende mededeling dat er dit jaar 'adviseurs van de Efteling' aan de inrichting van de stal te pas waren gekomen, oefende een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij uit. De kribbe van Jezus in een Fata Morgana-achtige setting, wellicht met houterig bewegende kamelen en een van de drie Wijzen die heel hard 'baksjiesj!' riep, stelde ik me zo voor. Misschien kwamen er ook wel rookmachines en/of laserstralen aan deze 3D-Efteling-Kerst-experience te pas.
In elk geval kon je in de Bossche kerststal nieuwe stijl whatsappen met Melchior en bellen met Balthasar, las ik in de krant. En de kerststal bevatte 160 opgezette dieren.
Van de 160 opgezette dieren waren er, daar kwam ik tijdens ons bezoek al gauw achter, ongeveer 120 fretjes. Een tikkeltje mottig van aard. Jezus moet in zijn vroege jeugd omgeven zijn door vele, vele fretten. Je kwam om in de fretten, daar in het oude Bethlehem. Ook een opgezette lynx was van de partij.
'Wat is dit voor dier?', vroegen de kinderen. 'Eh, een lynx,' zei ik. Ik wist er even geen bijbels verhaal bij te improviseren.
Aangekomen bij de stal, het eindpunt van de van fretten vergeven route, bleek dat Maria een klein beetje kon bewegen. Dit moest die Eftelingtouch zijn. Eens in de pakweg tien seconden ging er een soort schok door de Mariapop heen, zodat ze een kleine stuiptrekking vertoonde.
Jezus, het hoogtepunt van de kerststal, lag verborgen onder een lakentje.
Met andere kerststalbezoekers overlegden we of dit de bedoeling was. Het leek ons allemaal van niet. Een moedige man uit Den Bosch trok het lakentje van Jezus' gezichtje weg.
We ademden ontroerd uit.
En zo was het toch nog een beetje heilig.