Columnmax pam

De klopjacht op Pim Lammers: er wordt beweerd dat de moderne mens het verschil niet meer ziet tussen fictie en non-fictie

null Beeld
Max Pam

In de begintijd van het Amsterdamse volkstoneel, zo’n dikke honderd jaar geleden, kwam het weleens voor dat de acteur die in het stuk de boef had gespeeld buiten werd opgewacht door een scheldend en tierend publiek. Om niet in elkaar te worden geslagen, moest de acteur zich snel uit de voeten maken. Voor de acteur was zoiets een onaangename ervaring, maar anders bezien zou hij de woede van het publiek ook kunnen opvatten als een groot compliment. Kennelijk was zijn spel zo overtuigend dat theaterbezoekers geloofden dat het allemaal echt was wat daar op het toneel gebeurde.

Dat is een schrale troost voor de schrijver Pim Lammers, naar wie een klopjacht is ingezet omdat hij acht jaar geleden een verhaal heeft geschreven over een volwassen man die het vertrouwen van een kind probeert te winnen. Het gewraakte verhaal Trainer is nog gewoon te vinden op internet, maar vanwege de beschuldiging dat hij heeft aangezet tot pedofilie, en de daarop volgende (doods)bedreigingen, heeft Lammers besloten niet langer beschikbaar te willen zijn als de auteur van het Kinderboekenweekgedicht.

Daarop herdrukte zijn uitgever Querido een oude poëziebundel meteen in een oplage van vijfduizend exemplaren, want daar zijn ze ook niet gek. Je weet dat wanneer een Kamerlid als Wybren van Haga, in navolging van andere lichten, zich ermee gaat bemoeien in termen van fatsoen en moraal, de verkopen raketgewijs omhoog schieten.

Overigens zou Van Haga zelf een uitgelezen personage zijn in zo’n stuk van Beppie Nooijs volkstoneel, want ga maar na: een huisjesmelker, die met een slok op achter het stuur door de plaatselijke koddebeier wordt aangehouden – voor het schrijven van zo’n klucht zou John Lanting (1930-2018), vader van het Theater van de Lach, zijn hand niet hebben omgedraaid. Ook stoer dat Wybren bij zijn uitspraken is gebleven, toen de doodsbedreigingen tegen Lammers zich opstapelden. Een politicus met een ruggegraat is iemand die na een stomme opmerking ook gewoon achter zijn stomme opmerking blijft staan.

Er wordt beweerd dat de moderne mens het verschil niet meer ziet tussen fictie en non-fictie, tussen de verbeelding en de werkelijkheid. Wat ironie is – het omgekeerde zeggen van wat je bedoelt – schijnen velen ook niet meer te begrijpen, hoewel het hier om stijlfiguren gaat die al duizenden jaren oud zijn.

Het gebeurt ook in de popmuziek. Zo las ik dat het nummer Delilah van Tom Jones in Wales niet meer bij rugbywedstrijden mag worden gezongen. Dat was daar kennelijk het gebruik, maar het lied is ‘problematisch’ geworden, omdat het gaat over een man die in een vlaag van krankzinnige jaloezie een vrouw vermoordt: ‘I felt the knife in my hand and she laughed no more’.

Misdadig, maar nu denken rugbyfans dat Tom Jones een moordenaar is.

Soms lijkt het erop dat wij teruggaan naar 1951. In dat jaar vond het proces plaats tegen de schrijver Willem Frederik Hermans, die in zijn roman Ik heb altijd gelijk zijn hoofdpersoon Lodewijk Stegman allerlei beledigingen laat uiten, zoals: ‘Ik spuw op de heleboel, op jullie, op Soekarno, op de Koningin, op alles. Ik schijt erop.’ En het beroemd geworden: ‘De katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk! Maar die naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen, ratten, vlooien, luizen.’ Enzovoort.

Hermans kreeg vrijspraak, aangezien de rechter oordeelde dat een schrijver niet verantwoordelijk kan zijn voor de daden en de uitspraken van zijn personages. Dat is logisch, want als zoiets strafbaar wordt, zou een schrijver nooit meer een moordenaar kunnen verzinnen, een verkrachter, een dronken klootzak of een huisjesmelker. Heel wat toneelstukken en romans zou je in één klap moeten verbieden. Weg met Macbeth van Shakespeare, met Lolita van Nabokov en met Het vuil, de stad en de dood van Fassbinder (over een huisjesmelker), om er slechts een paar te noemen.

Zelfs de romans van Thierry Baudet moeten naar de vuilnisbelt. Lees hoe zijn roman Voorwaardelijke liefde wordt aangeprezen: ‘Zelden heeft ons land een romandebuut gezien waarin de moderne moraal zo genadeloos op de pijnbank wordt gelegd; waarin liefde en haat, goed en kwaad, op zo’n schokkende wijze met elkaar worden verbonden.’ Ik bedoel maar, ook in de boeken van Baudet komt geen personage voor dat als een normaal mens door Volendam zou kunnen lopen.

Bijna alles zou je moeten opdoeken, want veel literatuur draait om leugens, machtsmisbruik en misdaad, fenomenen die in het dagelijks leven maar al te vaak voorkomen. Misschien is fictie de manier om duister menselijk gedrag te verwerken en het lijden leefbaar te maken. Maar dat alles zegt je niets als je alleen maar met een morele hark en zak vol achterlijkheid in het leven kunt staan.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden