tv-recensiearno haijtema

De cameravoering van Blue Monday is ijzersterk

Arno Haijtema
null Beeld

Het duurde even voor ik het doorhad, maar toen het kwartje was gevallen, ging ik maandagavond de 2Doc-film Blue Monday met andere ogen, en met nog meer bewondering, kijken. De documentaire van Ingrid Kamerling volgt Jerry, Chester en Joyce, alle drie vatbaar voor psychosen. Zij onderzoekt of er positieve kanten zitten aan hun ernstige psychische aandoening. Een interessante benadering, die nieuwsgierig maakt naar de persoonlijkheid van de drie jonge volwassenen, die uiteraard méér omvat dan hun nare ziekte alleen.

Helemaal overtuigend positief kan Kamerlings vraag niet worden beantwoord. Jerry vergelijkt zijn psychose, volgen hem voortgekomen uit de wetenschap dat zijn veronderstelde vader niet zijn verwekker is, met een ontstoken wond. Het ziet er niet mooi uit, maar de ontsteking wordt gereinigd en heelt wel. Chester klampt zich vast aan zijn voornemen advocaat te worden en kan niet accepteren dat dit, ondanks zijn prima opleiding, door zijn ziekte te hoog gegrepen is. Joyce, opgenomen in een kliniek, neemt stemmen waar die door de behandelaren ‘als onecht worden bestempeld’. Daarbij is ze suïcidaal, een toestand die zij een ‘spirituele crisis’ noemt.

Joyce in Blue Monday van Ingrid Kamerling. Beeld KRONCRV
Joyce in Blue Monday van Ingrid Kamerling.Beeld KRONCRV

Drie gevoelige, in hun vechtlust voor het leven bewonderenswaardige mensen, wier moed om hun troebelen voor Kamerlings camera te openbaren moet worden geprezen. Maar over het voor psychisch kwetsbare mensen emancipatoire, misschien zelfs bevrijdende belang van Blue Monday wil ik het nu niet hebben.

Terug naar het gevallen kwartje.

De vorm – geluidsdecor en vooral cameravoering – van de film is namelijk zo ijzersterk. De camera heeft vrijwel alleen oog voor de drie individuen, zodat de kijker zich maximaal met hen identificeert. Daarbij wordt de onmiskenbaar eenzame ervaring die een psychose vaak is zo extra benadrukt.

Het camerawerk (Jefrim Rothuizen en Willem Sluyterman van Loo) is subtiel aangepast aan de persoonlijkheid van de drie. Strak, ijzerenheinig bijna bij Jerry, die in alles uitstraalt het leven volkomen te beheersen: keurig huis, lege tafels, strak kapsel, schoenen gepoetst, in volzinnen formulerend. Zenuwachtig en onrustig zwenkend bij Chester, die door de medicatie eindeloos door de kamer ijsbeert en een spraakwaterval is. Steeds gericht op Joyce, wier gezichtsuitdrukking de aanwezigheid van stemmen in haar hoofd verraadt door de rapid eye movement achter haar gesloten oogleden. In het bos ervaart Joyce ‘wijsheid die heel oud is’. Terwijl een specht hamerend op de achtergrond commentaar levert, beschrijft ze de energie die ze voelt langskomen: ‘Het woud fluistert.’ Poëzie die wordt gevisualiseerd in het ritselende, door de zon beschenen bladerdak.

Tegen het einde van de film meldt Chester zich in een kliniek. Terwijl hij in het donker over het terrein loopt, volgt de camera hem van achteren. Een huilende vrouw, een schim, passeert en verdwijnt in de nacht – en de cameraman weerstaat de impuls om haar te volgen. Zo wordt Chesters verdriet ons verdriet. Waanzinnig knap.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden