ColumnCasper Albers
CPB-berekeningen van partijprogramma’s geven vertekend beeld
Met de verkiezingen voor de deur laten veel partijen hun programma’s doorrekenen door het CPB. Dit jaar alweer voor de tiende keer. Dankzij de doorrekening is nu bijvoorbeeld in een oogopslag te zien hoe de staatsschuld er in 2025 voorstaat volgens de verschillende partijen: het best bij de PvdA en het slechtst bij de VVD.
Nou is het natuurlijk goed om in het achterhoofd te houden dat de CPB-berekeningen gebaseerd zijn op statistische modellen en dus omgeven met onzekerheidsmarges. Desondanks geven de modellen nuttige informatie die kan helpen bij het bepalen van de stemkeuze.
De doorrekeningen zijn ook handig om te verifiëren of uitspraken van politici overeenkomen met hun programma. Zo zei Wopke Hoekstra bij NOS op 3 dat het CDA de btw op groente en fruit wil afschaffen, terwijl uit de doorrekening blijkt dat hier geen geld voor is vrijgemaakt. Bij dit soort beleidskeuzes wordt ook duidelijk dat het CBP niet alles kan doorrekenen. Het volk nu minder laten betalen voor appels en komkommers is op de korte termijn duidelijk een kostenpost. Van het beoogde effect van de maatregel – gezonder leven verlaagt in de toekomst de zorgkosten – is niet goed in te schatten wat de opbrengsten zullen zijn: het CBP heeft dat dan ook niet gedaan. Daardoor komen de groente-btw-verlagende partijen per definitie slechter uit de doorrekening dan de partijen die deze maatregel niet nemen. De kosten worden doorgerekend, de opbrengsten niet.
Nu gaat het hier om een relatief klein bedrag. Maar ook bij grote investeringen, zoals die in innovatie en wetenschap, worden wél de kosten meegerekend, maar niet de opbrengsten. Onderzoek na onderzoek laat zien dat bijvoorbeeld investeren in universiteiten tot economische groei leidt. Maar hoeveel precies is moeilijk te meten – en het CPB doet dat dan ook niet.
Door ons goede academische klimaat krijgen we binnenkort miljoenen doses van het Leidse Janssen-vaccin. Hierdoor kunnen we eerder stoppen met die peperdure coronamaatregelen. Het is het CPB natuurlijk niet kwalijk te nemen dat dit niet in de vorige verkiezings-doorrekening van 2017 zat.
Een recente groep van topeconomen van de Rabobank berekende afgelopen week in vakblad ESB dat jaarlijks 2,6 miljard extra investeren in onderzoek en innovatie de economie vanaf 2030 een impuls van minimaal 18 miljard geeft. Toch leidt dat plan in de CPB-berekeningen alleen maar tot een kostenpost van 4 keer 2,6 miljard voor de komende regeerperiode.
Door bij langetermijninvesteringen wel de kosten, maar niet de baten te modelleren, geven de CPB-berekeningen een vertekend beeld. Partijen die relatief weinig in de publieke sector investeren worden daarmee, mogelijk ten onrechte, afgeschilderd van de hoeders van de financiële zekerheid op de lange termijn.