Brief van Fatima aan Abdel (2)

Je weet dat Marokkanen vaak barak allahu fik, zeggen wanneer ze iemand willen bedanken. Moge de zegen Gods op je neerdalen.

Abdelkader Benali

Beste Abdelkader,

Ik begreep uit de reacties op mijn eerste brief dat ik echt besta en dat doet me deugd. Ik besta, zoals de oorlog bestaat, de vrede kan bestaan en het recht op leven bestaat. Nu ben ik er, is de brief eenmaal af, dan ben ik weg. Jij en ik zijn het erover eens dat anderen mogen meelezen, dat ze in ons bestaan mogen delen.

De aanvaardingsspeech van Hussein Barack Obama schijnt bijzonder te zijn geweest maar helaas heb ik 'm gemist. Ik moest op datzelfde moment in het ziekenhuis zijn met mijn moeder. Ze verstaat geen Nederlands en ik ben de enige in het gezin van acht die in staat is om de diagnoses van de arts naar het plattelands-Berber van mijn moeder te vertalen.

Ik heb dat altijd gedaan – ik ben de oudste van die acht en dat maakt me tot ervaringsdeskundige – en zal dat ook nog wel blijven doen want mijn moeder is nog jong, heeft veel kinderen gekregen en dus zijn de gebreken bij haar niet van de lucht. Elke dag pijn, zegt ze, alleen duurt het een tijdje voordat we erachter zijn gekomen waar die pijn dan precies zit. Wat zich aan de oppervlakte toont heeft vaak een oorzaak diep verscholen in haar zachte lichaam. Nooit gedacht ook dat zo'n zachte vrouw zoveel pijn kan dragen.

Ik geniet er altijd van om na het ziekenhuisbezoek samen met haar de tram terug te nemen naar huis. Ze laat zich liever niet naar huis rijden in zo'n grote taxi want die vindt ze te veel heen en weer deinen. We zitten dan in de tram tegenover elkaar en op haar gezicht straalt een glimlach vol opluchting. Op die momenten houd ik heel erg veel van mijn moeder en in een moeite door ook van mezelf.

Er zaten weinig mensen in de tram. Zou dat te maken hebben met die speech van de nieuwe president? Ik heb nog niet eerder meegemaakt dat zoveel mensen zoveel aandacht hadden voor de woorden van een man. Zelfs mijn vader is geïnteresseerd geraakt in politiek want hij noemde zijn naam gisteravond bij het avondeten. 'Obama wordt president,' zei hij en dat was het. Daarna waste hij zijn handen en ging op de bank liggen.

Mijn broertje heet Hoessein en soms plaag ik hem door hem te vertellen dat het met zo'n voornaam natuurlijk niet meer mis kan gaan. Hij is al vier keer van school gestuurd, - veranderd zegt hij zelf - en gaat nooit met mijn moeder naar het ziekenhuis. Hij kan slecht luisteren. Hij is wel lief, op zon- en feestdagen. Als hij me met een jongen in de bioscoop zou betrappen, dan zou ik niet weten wat hij zou doen maar voorlopig geef ik hem het voordeel van de twijfel. Een vriendin van mij werd door haar broer in elkaar getrapt en daarna kreeg ze een lolly van hem.

Ik vind Barack trouwens wel een mooie naam. Je weet dat Marokkanen vaak barak allahu fik zeggen wanneer ze iemand willen bedanken. Moge de zegen Gods op je neerdalen. Dus elke keer dat ik deze president zie, associeer ik dat met die uitdrukking. Alsof zijn presidentschap de uitkomst is van zijn naamgeving.

Eenmaal thuisgekomen heb ik, na gekookt te hebben voor mijn broer Hoessein, de speech van Obama op YouTube bekeken. Ik weet nog niet wat ik ervan moet vinden. De soep stond op het vuur te koken, daarom was ik ook wat afgeleid en mijn moeder wilde dat ik nog een wasje draaide voordat mijn vader thuiskwam. Het leek wel alsof Obama alle mensen op aarde wilde geruststellen en iets wilde geven om over verder te dromen.

Tot hier en misschien later verder,

Fatima.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden