OpinieDe goedheid van de mens
Bregmans ‘De meeste mensen deugen’ deugt wél
Rutger Bregmans bestseller De meeste mensen deugen kreeg veel bijval maar werd ook betwist. Mark van Vugt, professor in de evolutionaire psychologie, vond het positieve mensbeeld van Bregmans boek ‘niet houdbaar’. Een ‘unfair’ oordeel, volgens Tom Postmes, hoogleraar sociale psychologie. ‘Bestudeer menselijk gedrag met een frisse blik.’
Mark van Vugt, professor in de evolutionaire psychologie, schrijft een negatief opiniestuk naar aanleiding van het boek De meeste mensen deugen van Rutger Bregman, schrijver en historicus. Het boek is volgens van Vugt ‘vlot geschreven’ en bevat ‘interessante anekdoten’ maar op de bewijzen ‘is wel wat af te dingen’.
Het is natuurlijk fijn dat experts een invloedrijk boek als dat van Bregman kritisch tegen het licht houden. Maar als een gerenommeerd wetenschapper op deze manier een leek publiekelijk terecht wijst dan verwacht je, naast wat mededogen, vooral ook gedegen argumenten. Beiden zijn in zijn stuk schaars.
Van Vugt schrijft: ‘Allereerst deelt de mens een gemeenschappelijke voorouder met de chimpansee en de bonobo en is het aannemelijk dat ons karakter een mix is van eigenschappen van deze soorten.’ Maar aangezien deze mensapen nauwer aan elkaar verwant zijn dan aan de mens, gaat deze redenering mank. Als broer en zus al sterk van elkaar verschillen, is het juist niet aannemelijk dat hun neef een mix is van beiden.
Terughoudend
Van Vugt schrijft ook over wetenschappelijk onderzoek naar groepsvorming: ‘Eigen groepsleden worden bevoordeeld en leden van ‘outgroepen’ worden stelselmatig gediscrimineerd.’ Het eerste deel van die bewering klopt. Experimenten laten zien dat mensen soms voordeeltjes geven aan de eigen groep. Het tweede deel van die bewering is overdreven en misleidend. Zodra het in vergelijkbare experimenten gaat om het geven van straf, zijn mensen veel terughoudender. Liefde voor de eigen groep is niet hetzelfde als negativiteit, haat of geweld jegens andere groepen. Het bevoordelen van naasten komt dus best wel eens voor, maar er zit een rem op het uitdelen van straf aan de ander. In de meeste moderne samenlevingen is de mens scheutiger met geweldgebruik tegen naasten (huiselijke geweldpleging) en tegen zichzelf (suïcide) dan tegen vreemden.
Ergens begrijp ik de ergernis van Van Vugt wel: Bregman dweept soms een beetje met het positieve in de mens. En misschien vindt van Vugt het ook wel ergerlijk dat historicus Bregman al die psychologische mythen over groepsgedrag ontkracht (terwijl dat toch het vak van collega van Vugt en van mijzelf is). Maar als van Vugt schrijft dat het boek van Bregman ‘vanuit wetenschappelijk oogpunt toch echt te naïef’ is, dan is dat volgens mij niet fair en onjuist.
Cliché’s
Het is onjuist omdat de centrale these van Bregman is dat mensen een overdreven negatief beeld van hun eigen soort hebben. Het boek dat Van Vugt bekritiseerd heeft de titel ‘mensen deugen’, maar dat is niet wat Bregman schreef.
Het artikel is niet fair omdat hij de meerwaarde van het boek negeert. Onze basiskennis over menselijk groepsgedrag is de afgelopen 30 jaar enorm herzien. Voortschrijdend inzicht: heel normaal. Toch blijven generaties docenten decennia lang dezelfde oude verhalen uitdragen: Zimbardo, Milgram, Sherif, Latané en Darley... Onderzoeken van minstens 50 jaar oud. En allemaal verhaspeld tot gladde verhalen vermengd met cliché’s over ‘hoe mensen nou eenmaal zijn’.
Boeken als die van Bregman stellen dat aan de kaak en daardoor gaan we, hoop ik, menselijk gedrag met een frisse blik bestuderen. En dat is goed nieuws, want de mens veel complexer en interessanter dan we zelf beseffen. Het is hoogste tijd voor een grondige herziening van het basiscurriculum.
Tom Postmes is hoogleraar sociale psychologie aan Rijksuniversiteit Groningen