Boete langstuderen goede prikkel

De cultuur van vrijheid-blijheid kent grote nadelen.

Janneke GerardsWillemien den Ouden en Wim Voermans

Het kabinet wil de tijd die studenten doen over een bacheloropleiding verkorten. Een logisch voornemen in tijden van crisis; de studietermijn van drie jaar die geldt voor vrijwel alle bacheloropleidingen wordt namelijk al jaren massaal overschreden op de Nederlandse universiteiten.

Volgens het CBS deden studenten in het studiejaar 2007-2008 gemiddeld ruim viereneenhalf jaar over hun bacheloropleiding. Die anderhalf jaar extra kost natuurlijk veel geld. Daarom wil de regering de collegegelden verhogen: wie langer dan vier jaar studeert, moet binnenkort zelf meer bijdragen aan zijn opleidingskosten. Voor extra studiejaren wordt 3.000 euro extra collegegeld gevraagd. Voor universiteiten dreigt een onwaarschijnlijk zware boete van 6.000 euro voor iedere langstudeerder per extra jaar.

Pervers
Politici, studentenvakbonden, universitaire bestuurders buitelen over elkaar heen met hun kritiek op deze voornemens. Die plannen zouden perverse prikkels geven aan onderwijsinstellingen, studenten dramatisch beknotten in hun ontwikkelingsmogelijkheden en leiden tot massaproductie en eenheidsworst. Veel vraagtekens worden terecht geplaatst. Is het overgangsrecht wel goed geregeld? Studenten die al zijn begonnen, hebben immers geen rekening gehouden met de nieuwe eisen. Is stilgestaan bij een regeling voor studenten met een handicap of persoonlijke problemen? En misschien nog wel de belangrijkste vraag: hoe wordt voorkomen dat instellingen vanwege hun toch al precaire financiële situatie zich gedwongen zien de kwaliteitseisen te verlagen om boetes te ontlopen?

Allemaal terechte zorgen, maar ze doen niet af aan het feit dat we in Nederland een groot probleem hebben met de rendementen in het hoger onderwijs. Voor zover wij kunnen overzien, heeft dat vooral te maken met cultuur en mentaliteit: binnen veel bacheloropleidingen is de gekoesterde academische vrijheid lang geleden omgeslagen in een klimaat van vrijblijvendheid, waarbij ruis en tijdverlies in de opleidingstrajecten uitgelegd worden als verworvenheid en voorwaarde voor een brede vorming.

Nadelen
De cultuur van vrijheid-blijheid kent grote nadelen. Studenten noch staf worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Na het behalen van een vaak selectief eerste jaar, zijn er nauwelijks nog prikkels om actief te studeren. Onderzoek binnen onze eigen onderwijsinstelling wees uit dat bijna 45 procent van de bachelorstudenten meer dan tien herkansingen gebruikt op een totaal van ongeveer vijftien bachelorvakken. Dat kost veel geld en energie.

Onderwijs is bovendien vaak massaal en er zijn te weinig docenten om studenten te stimuleren tot verdieping. Het resultaat van dit alles is een weinig gerichte studieplanning, eindeloos herkansen en inefficiëntie. Universiteiten hebben bovendien nauwelijks instrumenten om hierin te sturen. Zij worden nu al niet meer gefinancierd voor studenten die langer dan vier jaar doen over hun bacheloropleiding, terwijl deze studenten natuurlijk wel beslag leggen op de organisatie. Dat betekent dat er binnen de jaar na jaar magerder wordende budgetten geen ruimte overblijft voor bijvoorbeeld onderwijsvernieuwing of extra aandacht voor getalenteerde en gemotiveerde studenten.

Ambitieus
Als zodanig juichen wij het kabinetsvoornemen tot een meer ambitieuze studiecultuur in de bacheloropleiding dan ook toe. Het kan werken. De Leidse rechtenfaculteit biedt daarvan voorbeelden. Drie jaar geleden is overgegaan tot onderwijs met veel meer verplichtingen (verplicht aanwezig bij colleges en werkgroepen, verplicht meedoen aan tentamens, tenminste een vier halen om hertentamen te mogen doen). Bij onvoldoende resultaat mag de student aan het einde van het jaar de studie niet voortzetten. Dit gaat gepaard met een positieve inzet vanuit de faculteit, bijvoorbeeld door actieve begeleiding van studenten.

Weggestuurd
De resultaten zijn bemoedigend. De studenten zelf zijn positief, hun prestaties verbeteren, zij worden minder vaak met een negatief advies weggestuurd en zij behalen vaker hun propedeuse cum laude. Waar het nu op aankomt, is deze veranderingen door te zetten in het tweede en derde bachelorjaar. Studenten verlagen in deze fase massaal hun tempo en prestaties, en op grond van de huidige wetgeving zijn dwingende maatregelen minder goed mogelijk.

Het vragen van een extra bijdrage na meer dan een jaar studievertraging is een prikkel die tot effectiever studeren bij kan dragen. Dat studenten daardoor geen tijd meer zouden hebben om zich op allerlei belangrijke punten te ontwikkelen, is niet vanzelfsprekend. Gemiddeld besteden studenten - ook succesvolle - beslist geen 40 uur per week aan hun studie; dat blijkt consequent uit onderzoeken. De bachelorprogramma’s laten dus voldoende tijd over voor andere activiteiten.

Heel jaar
Bovendien geven de huidige kabinetsvoornemens de studenten een heel jaar (!) de tijd voor extra-curriculaire vormingsactiviteiten. En voor wie meer wil, is er de mogelijkheid een pauze aan te leggen tussen de bachelor- en de daaropvolgende masteropleiding. Natuurlijk, de studietijd is de mooiste tijd van je leven, een tijd van rijping. Maar dat is nog iets anders dan een vertraging van meer dan anderhalf jaar te zien als een recht. Het gaat te ver van de overheid te verlangen dat zij meebetaalt aan zo’n onbenoemde, langdurige vormingsruimte. Een gelijke ruimte claimen om in het middelbaar onderwijs een jaar betaald te kunnen puberen zou, zo denken wij, niemand aanvaardbaar vinden.

Een boete voor langstuderen kan dus een goede prikkel zijn voor een ambitieus studieklimaat. Maar dat vergt ook een investering van universiteiten, bijvoorbeeld in goed opgebouwde programma’s, uitdagend onderwijs en een zorgvuldig toetsbeleid. Dan moet er wel de mogelijkheid zijn om studenten die niet mee kunnen of willen komen, niet langer van (kostbare) onderwijsproducten te voorzien. Dat zou een veel beter instrument zijn dan de voorgestelde boetes voor universiteiten, die in de plannen louter worden aangeslagen voor de gevolgen zonder de oorzaken aan te kunnen pakken.

Wurgmodel

Dat is een wurgmodel voor de instellingen, dat zij alleen kunnen ontlopen door de eisen te verlagen en de studenten eerder te laten slagen. Dat raakt de kwaliteit van de Nederlandse bacheloropleidingen en is niet nodig. Slimme oplossingen zijn er en kunnen worden bereikt als wetgever, onderwijsinstellingen en studenten ieder hun verantwoordelijkheden nemen in het streven naar betere studierendementen. Want studeren is ontzettend leuk en dat zal zeker niet veranderen als vrijblijvendheid plaats maakt voor ambitie.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden