Bisschop zit fout
Er is niets tegen een religieuze opvoeding, maar niet zoals bisschop Everard de Jong voor ogen staat
Bisschop Everard de Jong is niet te benijden. Zijn boodschap spreekt jongeren in Nederland niet meer aan. De kerken zitten halfvol met bejaarden, die worden toegesproken door een pastoor uit India, die meerdere parochies moet bedienen omdat het ontbreekt aan nieuwe roepingen.
Het is wachten totdat de kerk ineenzijgt, en de bisschop hoopt dat moment uit te stellen met religieuze opvoeding. Het blijft een achterhoedegevecht.
Religieuze opvoeding
Anders dan de bisschop veronderstelt, en Jan Eberg heeft bepleit, heb ik mij niet gekeerd tegen een religieuze opvoeding door ouders en kerk. Zolang zij kinderen opvoeden tot deugdzame burgers, die niet met de rug naar de samenleving staan, hebben zij mijn zegen.
Anders is dat voor het onderwijs dat door de staat wordt bekostigd, die uitvoering moet geven aan de bepalingen in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Zo kan het onderwijs relativering en verbreding bieden als tegenwicht voor de absolute en beperkte boodschap van thuis. Desnoods via een leraar mensenrechten.
Ten onrechte noemt de bisschop dat een atheïstische opvoeding. Het uitgangspunt is agnostisch, het besef dat er geen zekerheden bestaan op religieus terrein, vergelijkbaar met de twijfel die de drijvende kracht van de wetenschap is. Het kind wordt niet verboden om zich te verdiepen in een godsdienst, maar het wordt daartoe ook niet verplicht, zoals de bisschop bepleit.
Westermoskee
De bisschop nodigt mij uit naar maatschappijen te kijken waar religieuze socialisatie ontbreekt. Hij sluit zich daarmee aan bij minister Donner, die op 28 februari 2006 sprak ter gelegenheid van de eerste-steenlegging van de Amsterdamse Westermoskee: ‘Zonder religie is een duurzaam en vreedzaam leven niet mogelijk.’
De stelling van Donner is inmiddels ontkracht door het stilleggen van de bouw als gevolg van een ernstig conflict tussen enerzijds orthodoxe moslims en anderzijds liberale moslims en andere belanghebbenden. Maar veelzeggender is dat in dezelfde Volkskrant - van 1 maart - werd gemeld dat het aantal slachtoffers van zes dagen geweld tussen soennieten en shi’ieten in Irak op 1300 werd geschat.
In mijn artikel heb ik het seculiere onderwijs in Frankrijk als voorbeeld genoemd. Dat is het goddeloze land waar Nederlanders graag op vakantie gaan of een tweede huis kopen. Volgens het Pew Research Center vindt slechts 13 procent van de inwoners van het vreedzame en seculiere Frankrijk dat geloof in God noodzakelijk is voor een moreel deugdzaam leven.
Aan het andere einde van de schaal staat het islamitische Pakistan, waar liefst 89 procent van de inwoners deze mening is toegedaan. Pakistan wordt met grote regelmaat opgeschrikt door gewelddadige confrontaties tussen soennieten, shi’ieten, ahmadiyya, christenen en hindoes, en is herkomstland van de Taliban die Afghanistan terroriseren. Irfan Husain zegt hierover in Dawn (Pakistan) op 28 oktober 2000: ‘No nation can sustain this level of violence and religious intolerance indefinitely, and given the number and sophistication of arms possessed (and often displayed) by jihadi groups, it does not appear likely that the killing will stop any time soon.’
Troost en geborgenheid
De bisschop spreekt over de troost en geborgenheid die het geloof een kind kan bieden. Het klinkt schril na alle schandalen rond kindermisbruik door priesters van zijn kerk in Ierland en de Verenigde Staten, die door de kerk met de mantel der liefde werden toegedekt. Het kind kan immers altijd nog uit het huis vertrekken, stelt hij. Zoals bij minister Rouvoet, die zijn kinderen het huis uit zal zetten als ze het wagen de kerk de rug toe te keren. Is dat niet harteloos?
De bisschop vervolgt: (‘Als er religieuze groepen zijn die hun leden wel met geweld dreigen als ze hen verlaten, mag dat nooit getolereerd worden.’) In de orthodoxe islam is afvalligheid een doodzonde, maar dat speelt toch niet onder ingeburgerde moslims in Nederland? Laat die haakjes maar weg.
Seksualiteit
In de Volkskrant van 25 januari 2006 wordt verslag gedaan van een bijeenkomst over de Rotterdam Code. Hoofdstuk 4: Wij voeden onze kinderen op tot volwaardige burgers. Hoe gaan we dat doen? Antwoord 1: Rotterdamse ouders steunen hun kinderen bij het (leren) maken van hun eigen keuze - ook ten aanzien van het geloof, levensbeschouwing en seksualiteit.
‘Wat doet u als uw dochter van 22 jaar niet meer naar de moskee wil gaan? Achmed, modern uitziende Turk met drie maatschappelijk geslaagde kinderen, leunt achterover. Hij glimlacht verontschuldigend. ‘Dat kan niet. Wat Allah heeft gezegd is de wet voor ons. Daar is grens. Kan niet over.’
Voor Brahim, een 53-jarige Marokkaanse bakker, is het startpunt ook meteen het eindpunt van de discussie. ‘Ik leer mijn kinderen dat ze zich aan de Nederlandse wet moeten houden. Maar over geloof is er geen discussie. Niet naar de moskee gaan? Dat kan niet. Ik ben de vader.’ Hoe kunnen deze kinderen ooit opgroeien tot zelfstandig denkende wezens, als hun school niets anders doet dan de indoctrinatie door de ouders ondersteunen?