OpinieLezersbrieven
Babyboomers, geef de touwtjes eens uit handen
De ingezonden lezersbrieven van maandag 22 februari.
Brief van de dag
Max Pam schreef afgelopen week in zijn column over de ‘verweking van de jeugd’. Hij vergeet daarbij dat de genoemde festivals, wereldreizen en zelfs het geklaag over gladheid geen doel, maar een middel zijn. Een middel om, bij gebrek aan alternatieven, het gevoel van avontuur te beleven, te experimenteren en iets op te bouwen; zaken die kenmerkend zijn voor jonge generaties.
Ook de klagende babyboomers gingen op avontuur. Destijds júist in Nederland. Wat moest het heerlijk zijn om jarenlang te kunnen experimenteren en schaven aan een egalitaire maatschappij en een eigen utopie te kunnen bouwen in nieuwe woonwijken.
Allemaal zaken waarvan de huidige generatie jongeren volop profiteren. Maar vergeet niet dat ook het systeem om deze maatschappij in stand te houden, zich ook mee heeft ontwikkeld. Waar de oudere generaties zich verzamelen in medezeggenschapsraden, bonden en bestuursoverleggen, zijn de jongeren op zoek naar avontuur en wilde experimenten.
Helaas voor hen is daar geen ruimte meer voor in het perfecte Nederland, met de schone straten, aangeharkte perkjes en langdurige inspraakprocedures. Dus ja: die verwende generatie watjes reist naar het buitenland voor wat avontuur. En verliest zichzelf in drugs op een festival of thuis achter de buis, met alle fysieke gevolgen van dien.
Als klagende babyboomers werkelijk zo dapper zijn, geven ze de touwtjes uit handen en gunnen ze ook de generaties onder hen de ruimte. Zelfs als het wat minder comfortabel wordt.
Saskia van Huijgevoort, Utrecht
Laatste rondje
Te benijden is het land waarin politici die anderen aanraken op hun bruiloft of een rondje schaatsen met een groot kampioen, ter verantwoording worden geroepen. Het gaat niet over het betasten van vrouwen, over het verdonkeremanen van eurosubsidies, het monddood maken van de pers of het vergiftigen van oppositieleden, maar over een knuffel en over schaatsen. De politici slaan niet wild om zich heen, laten niemand oppakken, maar maken deemoedig excuses en lichten hun fout in praatprogramma’s uitgebreid toe. Erover ophouden nu, we moeten verder.
Sam Boon, Lochem
Paraplu
‘We staan met zijn allen onder de luifel te schuilen, terwijl het buiten droog is’, schrijft Maarten Keulemans in zijn analyse van de coronamaatregelen. Het lijkt buiten droog, maar om besmettingen te voorkomen houdt de overheid grote paraplu’s (maatregelen) in de lucht. Daardoor gaan er minder bedrijven kopje onder en is er een daling van al die nare cijfers. Als zo’n paraplu lang genoeg wordt opgehouden, zien mensen die niet meer. Maar je hebt ze wel nodig, anders belanden we van de regen in de drup.
Jeffrey Broeders, Etten-Leur
Design
Mag je als kopman van GroenLinks je verhaal doen in de Volkskrant, moet er een plaatje bij. Ga je op een designtafel zitten en zet je een geschoeide poot op een witbeklede zitting van een bijpassende design-stoel, in een 18de-eeuws interieurtje van vermoedelijk een overheidsgebouw. Lekker frisgroen en links.
Hein Jongbloed, Zoetermeer
Jongeren
Het lijkt mij een mooi idee om de komende tijd als tegenhanger van de brief van de 17-jarige Elze van Houtum brieven te plaatsen die geschreven worden door 17-jarigen uit kamp Moria, het platgebombardeerde Syrië of de Gazastrook. Zij kunnen in navolging van Van Houtum schrijven over hún ‘stressvolle jaar’, ‘chaotische levens en dagelijks struggelen’, en hún ‘met stress opgekropte hoofden’. Hoe zíj zich voorbereiden op examens waarvoor je ‘uren moet studeren om de ‘trucjes’ uit je hoofd te leren’. Kortom, hoe zíj zich door dit ‘klotejaar’ heen worstelen. Het zal menigeen de ogen openen en laten ervaren hoezeer het gezegde ‘gedeelde smart is halve smart’ nog altijd opgeld doet.
Gerard Vroon, Amsterdam
Moed
Twee levensjaren verloor ik aan militaire dienstplicht. Toch nog aardig terechtgekomen. Jeugd: houd moed.
Hans Hoogervorst, Santpoort
Dood
Dood is in, lijkt het. Eerst kregen we coronacijfers, daarna cynici met hun dorre hout, nu is de beurt aan bespiegelaars die stellen dat de dood bij het leven hoort. Vele scribenten zijn nog geen zeventig. Ik wens dat ieder die een stukje over de dood tikt een post-it op zijn monitor plakt met het gedicht Old men van Ogden Nash: ‘Dat oude mensen sterven laat ons koud/Het wordt van hen verwacht. We zien hen aan/met ogen die zich afvragen: wanneer.../ Om oude mensen wordt nooit echt gerouwd./ Hun dood is zó gewoon, dat hij niemand uit het lood slaat./Maar oude mensen weten het wanneer een oud mens doodgaat.
Bote de Jong, 73, Terontola