Paulien Cornelissein 150 woorden
Alle superspreaders delen één eigenschap met elkaar
De superspreader. Vanaf het begin van corona hebben we het over deze haast mythische figuur. Hij was dan wel gevaarlijk, maar het woord ‘super’ gaf hem toch ook een soort heldenstatus. Wie is die man met die groene cape? Het is... de superspreader!
Maar wat zorgde ervoor dat iemand een superspreader werd? Lange tijd dacht ik dat je gewoon heel sociaal moest zijn. Iemand die van het ene naar het andere feestje slierde (‘Schat, wat heerlijk om je te zien!’), en daar geen hoofdpijn van kreeg. Inderdaad vrij heldhaftig.
Maar onlangs hoorde ik over onderzoek dat uitwees dat alle superspreaders één eigenschap met elkaar delen: ze spreken ‘met consumptie’. Dat is een nette manier van zeggen dat iemand spuugt bij het praten. (Het gekke van deze uitdrukking is dat het beschrevene in plaats van minder vies, juist viezer wordt. Hetzelfde geldt voor ‘drukken’ in plaats van ‘poepen’.)
Enfin, superspreaders zijn dus mensen met een natte ‘t’. Weg status.