Afscheid
In Iran zijn wederom duizenden demonstranten de straat op gegaan en wederom zijn er doden gevallen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof het een woedeprotest is dat op Facebook is aangewakkerd, maar in werkelijkheid zijn het honderden ervaren politici, schrijvers, journalisten en geestelijken in de achterban die de jongeren richting geven.
Er is dus geen sprake van een spontane actie, maar van een nauwkeurig georganiseerde beweging door nobele leiders van het volk. Musavi en Karubi hebben voorlopig de leiding in handen. Ze hebben huisarrest en hoewel ze geen contact met de vrije wereld hebben, zijn ze toch telkens in staat gebleken om in deze beangstigende situatie duizenden mensen op de been te krijgen.
Deze groene verzetsbeweging is vergelijkbaar met de vermeende nucleaire wapens in Iran. Het is voor de rest van de wereld net zo belangrijk dat de nucleaire wapens er niet zijn als dat de verzetsbeweging er wel is.
De wereld zou met dezelfde intensiteit het regime van Iran onder druk moeten zetten om deze vreedzame beweging te erkennen en haar eisen te honoreren.
In de vorige eeuw konden jongeren nog zonder de digitale vrijheid gedwongen worden om hun leven voort te zetten. Nu is dat bijna onmogelijk geworden en de dictators hebben dit niet begrepen.
Iran opende opnieuw het vuur op de demonstranten, Libië doodde meer dan honderd mensen in de afgelopen dagen, Bahrein en Jemen schoten brutaal op de massa, in Marokko zijn de tegenstanders van het regime in beweging gekomen en straks worden we in Syrië getroffen met dezelfde gewelddadige taferelen.
Zolang er meer doden blijven vallen, zullen duizenden mensen naar vrije landen vluchten. Kijk naar Italië; het land kan de stroom van Afrikaanse vluchtelingen bijna niet meer opvangen. Het is een alarmerende tijd, de wereldleiders moeten de dictators serieus onder druk gaan zetten om met hun tegenstanders de dialoog aan te gaan.
Om van dergelijke wereldproblematiek naar iets persoonlijks over te gaan, gaat vaak niet soepel, ik probeer het toch.
Geachte lezer!
Aan alles komt een einde.
Vijftien jaar heb ik met plezier in de Volkskrant geschreven, maar na vandaag verlaat ik de krant. Dit was de laatste Mirza.
Vijftien jaar geleden toen ik met Mirza begon, vreesde ik dat ik het maar een paar maanden zou kunnen volhouden, het tegendeel bleek waar.
Het schrijven in de Volkskrant was voor mij een grote oefening voor de democratie, een meesterlijke school. De discipline die een column vraagt, heeft mijn pen bijzonder goed gedaan en het schrijven van de wekelijkse stukjes is nooit routine geworden. De angst van de eerste column is altijd aanwezig geweest en was een reden om wakker te liggen en alert te blijven. Door het kneden van mijn columns heb ik een nieuwe identiteit aan mezelf gegeven. Zonder de interesse van mijn lezers was dat nooit mogelijk geweest.
Ik was aan het vechten toen ik tegen de dictator Khamenei schreef. Ik kon mijn vlucht goed maken wanneer ik de stem van mijn onderdrukte volk hier liet horen. En mijn handen trilden wanneer ik over Egypte schreef.
Lezer! Ik dank u. Ik dank de Volkskrant.
Na vandaag verlaat ik de krant. Dit was de laatste Mirza.